VHF WIRELESS SYSTEMS
22
4.1 MICROFOONUITGANGEN
Het is mogelijk het apparaat aan te sluiten op het versterkingssysteem.
Dit kan op twee verschillende manieren:
Afb./Fig. 4.1.1
• Aansluiting via de CHANNEL aansluitingen 1÷4, waarmee de
ingangen van een mixer/amplifier (zie voorbeeld afb. 4.1.1) of van een
equalizer kunnen worden verbonden. Op afb. 4.1.2 zijn de aansluitingen
van de gebalanceerde microfoonuitgangen toegelicht (van de buitenkant
af gezien).
• Aansluiting via de MIXED OUT uitgang
Om deze aansluiting tot stand te brengen, steekt u de jacksteker in de
uitgang ‘MIXED OUT’ van de ontvanger en de twee RCA phono-stekers
in de TUNER ingang van de mixer/amplifier.
Afb./Fig. 4.1.3
1 = afscherming
2 = signaal (warme kant)
3 = signaal (koude kant)
1 = blindaje
2 = señal (lado caliente)
3 = señal (lado frío)
Afb./Fig. 4.1.2
4.2 KEUZESCHAKELAAR AUX/LINE
Met de ‘AUX/LINE’ keuzeschakelaar [8] kunt u het uitgangsniveau
selecteren:
Pos. AUX = 90 mV
Pos. LINE = 470 mV
4
AANSLUITINGEN
• Conexión mediante salida MIXED OUT
Esta conexión se realiza enchufando la clavija jack en la salida ‘MIXED
OUT’ del receptor y las dos clavijas phono RCA en la entrada TUNER del
mezclador/amplificador.
4.2 SELECTOR AUX/LINE
El selector ‘AUX/LINE’ [8] permite seleccionar el nivel de salida:
Pos. AUX = 90 mV
Pos. LINE = 470 mV
4.1 SALIDAS MICROFÓNICAS
Es posible conectar el aparato al sistema de amplificación utilizando dos
modalidades diferentes:
• Conexión mediante tomas CHANNEL 1÷4, a las que es posible
conectar las entradas correspondientes de un mezclador/amplificador
(ver ej. fig. 4.1.1) o de un ecualizador. En la figura 4.1.2 se muestran las
conexiones de las salidas microfónicas balanceadas, vistas desde el
exterior.
CONEXIONES