16
NL/BE
m
Let erop, dat onze apparaten reglementair niet voor be-
drijfsmatig, ambachtelijk of industrieel gebruik geconstrueerd
zijn. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid wanneer het ap-
paraat in bedrijfsmatige, ambachtelijke of industriële onderne-
mingen of bij soortgelijke werkzaamheden wordt ingezet.
6. Veiligheidsvoorschriften
Algemene veiligheidsvoorschriften voor elektri-
sche apparaten
m
WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidsvoor-
schriften, aanwijzingen, afbeeldingen en techni-
sche gegevens die bij dit elektrisch apparaat zijn
meegeleverd.
Nalatigheden bij het niet naleven van de
onderstaande aanwijzingen kunnen elektrische schok, brand
en/of ernstige verwondingen veroorzaken!
Bewaar alle veiligheidsvoorschriften en -aanwij-
zingen voor toekomstig gebruik.
Het in de veiligheidsvoorschriften gebruikte begrip “Elektrisch
gereedschap” is van toepassing op netgevoed elektrisch ge-
reedschap (met netsnoer) of op accugevoed elektrisch gereed-
schap (zonder netsnoer).
1. Veiligheid op de werkplek
a) Houd uw werkomgeving schoon en goed ver-
licht.
Rommel of slecht verlichte werkplaatsen kunnen lei-
den tot ongevallen.
b) Werk met het elektrisch gereedschap niet in
een explosiegevaarlijke omgeving, waarin
zich brandbare vloeistoffen, gas of stof bevin-
den.
Elektrisch gereedschap kan vonken veroorzaken, die
het stof of de dampen kunnen ontsteken.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens het
gebruik uit de buurt van het elektrische gereed-
schap.
Bij afbuiging kunt u de controle over het elektri-
sche apparaat verliezen.
2. Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrische gereed-
schap moet in het stopcontact passen. De stek-
ker mag op geen enkele wijze worden gewij-
zigd. Gebruik geen adapterstekker samen met
geaard elektrisch gereedschap.
Ongewijzigde
stekkers en passende stopcontacten verminderen het risico
op elektrische schok.
b) Let op dat uw lichaam geen contact maakt met
geaarde onderdelen zoals bijv. buizen, radia-
toren, elektrische haarden, koelkasten.
Er be-
staat een verhoogd risico op een elektrische schok als uw
lichaam geaard is.
c) Houd elektrisch gereedschap uit de buurt van
regen of vocht.
Het indringen van water in een elek-
trisch apparaat vergroot het risico op een elektrische schok.
d) Gebruik het snoer niet om het elektrische ge-
reedschap te dragen, aan op te hangen of om
de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd
het snoer uit de buurt van hitte, scherpe randen
of bewegende delen.
Beschadigde of opgewikkelde
snoeren verhogen het risico op een elektrische schok.
e) Als u met een elektrisch gereedschap in de open
lucht werkt, gebruik dan alleen een verlengsnoer
dat ook geschikt is voor gebruik buitenshuis.
De
toepassing van een voor buitenshuis gebruik geschikt verleng-
snoer vermindert het risico op een elektrische schok.
f) Als het gebruik van het elektrische gereed-
schap in een vochtige omgeving niet kan wor-
den vermeden, gebruik dan een aardlekscha-
kelaar.
Het gebruik van een aardlekschakelaar voorkomt
het risico op een elektrische schok.
3. Veiligheid van personen
a) Wees altijd voorzichtig, let op waar u mee bezig
bent en ga verstandig te werk bij werkzaamhe-
den met elektrisch gereedschap. Maak geen ge-
bruik van elektrisch gereedschap als u moe bent
of onder invloed bent van drugs, alcohol of medi-
camenten.
Een moment van onachtzaamheid bij gebruik
van het elektrische gereedschap kan leiden tot ernstig letsel.
b) Draag persoonlijke beschermingsmiddelen en
ook altijd een veiligheidsbril.
Het dragen van per-
soonlijke beschermingsmiddelen zoals een stofmasker, an-
tislip-veiligheidsschoenen, een veiligheidshelm of gehoor-
bescherming, al naar gelang het soort gereedschap en de
toepassing ervan, verkleint het risico op verwondingen.
c) Voorkom onbedoelde inbedrijfstelling. Contro-
leer of het elektrisch gereedschap is uitgescha-
keld voordat u het op de stroomvoorziening
en/of de accu aansluit, het gereedschap op-
pakt of draagt.
Als u tijdens het dragen van het elektri-
sche gereedschap uw vinger op de schakelaar hebt of het
reeds ingeschakelde elektrische apparaat op de stroom-
voorziening aansluit, kan dit tot letsel en ongevallen leiden.
d) Verwijder instelgereedschap of steeksleutels
voordat u het elektrisch gereedschap inscha-
kelt.
Een gereedschap of sleutel dat/die zich in een draai-
end onderdeel van het elektrische gereedschap bevindt,
kan verwondingen veroorzaken.
e) Voorkom een onnatuurlijke lichaamshouding.
Zorg voor een stabiele positie en zorg ervoor
dat u altijd stabiel staat.
Daardoor kunt u het elek-
trische gereedschap in onverwachte situaties beter onder
controle houden.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen wijde
kleding of sieraden. Houd haren en kleding uit
de buurt van bewegende delen.
Loszittende kle-
ding, sieraden of lange haren kunnen worden vastgegre-
pen door bewegende delen.
g) Als stofafzuig- en -opvanginrichtingen kunnen
worden gemonteerd, moeten deze worden aan-
gesloten en juist worden toegepast.
Het gebruik
van een stofafzuiging kan gevaar door stof verminderen.
h) Voorkom een vals gevoel van zekerheid en houd
u altijd aan de veiligheidsvoorschriften voor elek-
trische apparaten, ook als u ervaren bent met het
elektrisch apparaat.
Achteloos handelen kan in een frac-
tie van een seconde tot ernstige verwondingen leiden.