NL/BE
57
• De borgschroef (27b) weer aandraaien.
•
Verplaats de machinekop naar de bovenste positie
•
De draaitafel (9) losdraaien door de borgschroef (21) los
te draaien.
•
Met de handgreep (2) de draaitafel (9) op de gewenste
hoek instellen.
•
De borgschroef (21) weer vastdraaien om de draaitafel te
fixeren.
•
De borgschroef (23) losdraaien.
•
Met de handgreep (2) de machinekop naar links buiten en
op de gewenste hoek van de schaal instellen.
•
De borgschroef (23) weer vastdraaien.
• De bewerking uitvoeren als onder het punt Afkorten be-
schreven.
Zaagblad vervangen (afb. 5)
• Neem de stekker uit het stopcontact.
• Breng de zaageenheid in de stand „Afkorten“.
• Ontgrendel de beweegbare zaagbladbescherming (6)
door de blokkering van de ontgrendelhendel (3 - Fig. 1)
in te drukken en til daarbij de zaagbladbescherming zo-
danig op dat het zaagblad vrijkomt.
• Druk de spilarrêtering (22 - afb. 3) in.
• Draai de zaagbladbevestigingsbout (28) los (let op:
linkse schroefdraad).
• Verwijder de bout (28) en de zaagbladflens (29).
• Neem het zaagblad voorzichtig uit (gevaar voor letsel
door zaagbladtanden).
• Plaats het nieuwe zaagblad op de binnenste zaagblad-
flens. Let daarbij op de draairichting van het zaagblad.
• Plaats de buitenste zaagbladflens en draai de bout ste-
vig vast.
• Breng de zaagbladbeveiliging weer in de juiste stand.
Vervangen van de laserbatterijen (afb. 6)
• Verwijder het deksel van de laserbatterij (30). Verwijder
de 2 batterijen.
• Vervang beide batterijen door dezelfde batterijen of een
gelijkwaardig type. Let erop dat ze in dezelfde polari-
teitsrichting worden geplaatst als de oude batterijen.
• Sluit het batterijdeksel.
Laser in- en uitschakelen (afb. 6)
Inschakelen:
Aan/Uit-schakelaar (33) naar de stand
“1” brengen. Een laserlijn wordt op het te bewerken stuk
geprojecteerd die exact aanduidt langs waar het snijden
dient te gebeuren.
Uitschakelen:
Aan/Uit-schakelaar naar de stand “0”
brengen.
Justeren van de laser (afb. 7)
Wanneer de laser (31) niet meer de correcte snijlijn aanduidt
kan die worden bijgeregeld. Draai hiervoor de schroeven (32)
los en stel de laser door zijdelingse verschuiving in zodat de
laserstraal de snijtanden van het zaagblad (5) raakt.
Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfs-
klaar aangesloten. De aansluiting voldoet
aan de relevante VDE- en DIN-voorschriften.
De netaansluiting van de klant en het ge-
bruikte verlengsnoer moeten eveneens aan
deze voorschriften voldoen.
Belangrijke aanwijzingen
Bij overbelasting van de motor schakelt deze vanzelf
uit. Na een afkoeltijd (deze tijd is verschillend) kan de mo-
tor weer worden ingeschakeld.
Defecte elektrische aansluitkabel
Bij elektrische aansluitkabels treedt vaak schade aan de
isolatie op.
Mogelijke oorzaken zijn:
• Versleten plekken, als aansluitkabels door venster- of
deuropeningen worden geleid.
• Knikken door een onvakkundige bevestiging of geleiding
van de aansluitkabel.
• Snijplekken omdat over de aansluitkabel is gereden.
• Beschadigde isolatie omdat de stekker uit het stopcon-
tact is getrokken.
• Scheuren door veroudering van de isolatie.
Dergelijke defecte elektrische aansluitkabels mogen niet worden
gebruikt en zijn levensgevaarlijk als de isolatie is beschadigd.
Controleer de elektrische aansluitkabels regelmatig op
schade. Let erop dat bij het controleren de aansluitkabel
niet op het elektriciteitsnet is aangesloten.
Elektrische aansluitkabels moeten aan de relevante VDE- en
DIN-voorschriften voldoen. Gebruik uitsluitend aansluitka-
bels met de aanduiding H 07 RN. Op de aansluitkabel moet
de type-aanduiding vermeld staan.
Wisselstroommotor
• De netspanning moet 230 VAC zijn
• Verlengsnoeren moeten tot een lengte van 25 m een
doorsnede hebben van 1,5 vierkante millimeter.
Aansluitingen en reparaties van de elektrische uitrusting mo-
gen uitsluitend door een elektromonteur worden uitgevoerd.
Vermeld in geval van vragen de volgende gegevens:
• Stroomtype van de motor
• Gegevens van het typeplaatje van de machine
• Gegevens van het typeplaatje van de motor
Accessoires
ZAAGSELAFZUIGING
De afkortzaag is voorzien van een afzuigmof waarop een
afzuiginstallatie kan worden aangesloten. Naar wens kan
ook een stofzak worden bevestigd.
De slang van de afzuiginstallatie wordt met een klem op de
afzuigmof bevestigd. Wij raden u aan om van tijd tot tijd
aan de zak of houder van de afzuiginstallatie te legen en het
filter schoon te maken.
De luchtsnelheid van de afzuiginstallatie moet minstens 30
meter per seconde bedragen.
Содержание 290768
Страница 5: ...Fig 5 28 29 6 2 3 27 26 1 34 Fig 4 Fig 5 Fig 7 32 31 Fig 7 Fig 6 30 33 Fig 6...
Страница 17: ...GR CY 12 13 14 14 16 18 19 19 20 20 20 21 21 21 22 22 24 72...
Страница 19: ...GR CY 14 S6 10 25 3 mm 10 mm LpA 99 6dB A K 3dB A LwA 112 6dB A K 3dB A 85 dB A Zmax 0 27 1 2...
Страница 20: ...GR CY 15 3 4 18 16 5 N 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19...
Страница 21: ...GR CY 16 20 21 22 23 1 EN 847 1 HSS 2 3 45 90...
Страница 22: ...GR CY 17 1 2 3 4 5 6 7 1 3 8 9 10 11 12 13 14 15 16 2...
Страница 23: ...GR CY 18 1 2 3 4 5 6 2006 66 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18...
Страница 24: ...GR CY 19 26 4 34 4 34 4 90 95 cm 80 cm 2 12 1 1 17 10 17 1 1 1 2 14 15 19 14 1 1 1 2 18 16 18...
Страница 27: ...GR CY 22 30 V VDE DIN VDE DIN H 07 RN 230 V 25 m 1 5...
Страница 28: ...GR CY 23...
Страница 29: ...GR CY 24 3...
Страница 78: ...147 148...