6
NEDERLANDS
WAARSCHUWING
Deze sectie is alleen bedoeld voor bevoegde en erkende
elektriciens. Werkzaamheden achter de met schroeven bevestigde
afdekplaat van het regelpaneel
3
mogen alleen worden uitgevoerd
onder supervisie van een erkende aannemer, installateur of monteur.
Bevestiging van stroomvoorzieningskabel en aansluitkabel
1. De aansluitkabel tussen de tankunit en de buitenunit moet een
goedgekeurde fl exibele kabel zijn met een polychloropreen
mantel, type 60245 IEC 57 of een zwaardere kabel. Zie de tabel
hieronder voor de eisen aan de kabelafmetingen.
Model
Afmetingen
aansluitkabel
Tankunit
Buitenunit
ADC0916H9E8
WH-UX09HE8 /
WH-UX12HE8 /
WH-UX16HE8 /
WH-UD09HE8 /
WH-UD12HE8 /
WH-UD16HE8
6 x 1,5 mm
2
•
Let er op dat de kleur van de draden van de buitenunit en de
nummers van de aansluitingen overeenkomen met die van
de tankunit.
•
Ten behoeve van de elektrische veiligheid moet, zoals
aangegeven in de afbeelding, de aardedraad langer zijn dan
de andere draden voor het geval dat de draad losraakt van de
bedradingsklem.
2. Er moet een zekering aangesloten worden op de voedingskabel.
•
De zekering (stroomonderbreker) moet een minimum
contactopening van 3,0 mm hebben.
•
Sluit de goedgekeurde voedingskabels 1 en 2 met
polychloropreen mantel, met type 60245 IEC 57, of een
zwaardere kabel aan op het aansluitblok en het andere einde
van de kabel op de zekering (stroomonderbreker). Zie de tabel
hieronder voor de eisen aan de kabelafmetingen.
Model
Voe-
dings-
kabel
Kabelafme-
tingen
Zekerin-
gen
Aanbevolen
aardlekautomaat
Tankunit
Buitenunit
ADC0916H9E8
WH-UX09HE8 /
WH-UX12HE8 /
WH-UX16HE8 /
WH-UD09HE8 /
WH-UD12HE8 /
WH-UD16HE8
1
5 x 1,5 mm
2
20 A
30 mA, 4P,
type A
2
5 x 1,5 mm
2
20 A
30 mA, 4P,
type AC
3. Om te voorkomen dat de kabel beschadigd wordt door scherpe
randen, moet de kabel door een invoerbus geleid worden (die zich
onderin het regelpaneel bevindt) voordat deze op het aansluitblok
wordt aangesloten. De bus moet gebruikt worden en mag niet
verwijderd worden.
SLUIT DE KABEL AAN OP DE
TANKUNIT
4
(C) Leidingwerk afvoer overdrukklep
•
Sluit een afvoerslang aan op de slanguitlaat van de
overdrukklep
h
.
•
Deze slang moet met doorlopend afschot en in een vorstvrije
omgeving worden geïnstalleerd.
•
Als de afvoerslang lang is, gebruik dan metalen beugels verdeeld
over de lengte van de slang om een golfpatroon in de slang te
voorkomen.
•
Er kan water uit de afvoerslang druppelen. Daarom moet de
slang worden bevestigd zonder het uiteinde van de slang af te
sluiten of te blokkeren.
•
Steek deze slang niet in een
rioolafvoer of reinigingsafvoer
waarin zich ammoniak of
zwavelhoudende gassen e.d.
kunnen bevinden.
•
Gebruik indien nodig, een
slangklem om de slang vast te
zetten op de afvoeraansluiting
zodat lekkage wordt voorkomen.
•
Voer de afvoerslang naar buiten
zoals aangegeven op de tekening
rechts.
(D) Afvoer warmtapwatertank (aftapkraan) en leidingwerk
veiligheidsklep
•
Veiligheidsklep 0,8 MPa (8 bar) opgenomen in de warmtapwatertank.
•
De afvoeren van aftapkraan en veiligheidsklep zijn aangesloten op
dezelfde afvoerleiding.
•
Gebruik een mannelijke R½" fi tting voor deze afvoeraansluiting
(leidingaansluiting
g
).
•
Het leidingwerk moet altijd met doorlopend afschot worden
geïnstalleerd. Het mag niet lager zijn dan 2 m, met niet meer dan
2 bochten en ophoping van condens of bevriezing moet worden
voorkomen.
•
De leiding van deze afvoeraansluiting mag niet worden afgesloten.
De afvoer moet vrij kunnen uitlopen.
•
Het einde van dit leidingwerk moet zo worden uitgevoerd dat de
afvoer zichtbaar is en geen schade kan veroorzaken. Het mag zich
niet vlak naast elektrische onderdelen bevinden.
•
Het is aanbevolen een opvangbak in dit
g
leidingwerk te monteren.
De opvangbak moet zichtbaar zijn en zich in een vorstvrije omgeving
en niet vlak naast elektrische onderdelen bevinden.
(E) Installatie van afvoerbocht en slang
•
Bevestig de afvoerbocht
2
en rubber ring
3
aan de onderzijde van
de afvoeropening
i
.
•
Gebruik een afvoerslang met een binnendiameter van 17 mm die
in de winkel verkrijgbaar is.
•
U moet deze slang met doorlopend afschot en in een vorstvrije
omgeving installeren. Onjuist aangebrachte afvoerleidingen kunnen
waterlekkage veroorzaken en daardoor het meubilair beschadigen.
•
Voer de uitlaat van deze slang alleen naar buiten.
•
Steek deze slang niet in een rioolafvoer of afvoerbuis waarin zich
ammoniak of zwavelhoudende gassen e.d. kunnen bevinden.
•
Gebruik zo nodig een slangklem voor een betere aansluiting op de
aansluiting voor de afvoerslang zodat lekkage wordt voorkomen.
•
Er druipt water uit de afvoerslang. Daarom moet de afvoer van
deze slang op een plaats geïnstalleerd worden waar de afvoer
niet verstopt kan raken.
Rubber ring
3
Afvoerbocht
2
Afvoer onder vast
rooster
Vast rooster
Afvoerput met
stankscherm
Mogelijke wand
Voorbeeld van de doorvoer van
een afvoerpijp naar buiten
ACXF60-04180_NL PL EL.indb 6
ACXF60-04180_NL PL EL.indb 6
11/17/2016 9:15:36 AM
11/17/2016 9:15:36 AM