25
NEDERLANDS
9. Externe schakeling
Fabrieksinstelling: Nee
Systeeminstellingen
17:26, woe
Onderplaat-verwarming
Alternatieve buitensensor
Tweevoudige aansluiting
Externe schakeling
Selecteer
Bevestig
Mogelijkheid de werking AAN/UIT te schakelen met externe schakelaar.
10. Aansluiting zonnepanelen
Fabrieksinstelling: Nee
Systeeminstellingen
17:26, woe
Alternatieve buitensensor
Tweevoudige aansluiting
Externe schakeling
Aansluiting zonnepanelen
Selecteer
Bevestig
Stel dit in als een verwarmer op zonne-energie is geïnstalleerd.
Instelling heeft de volgende onderdelen:
1
Stel de buffertank of de warmtapwatertank in voor aansluiting op de verwarmer
op zonne-energie.
2
Stel het temperatuurverschil in tussen thermistor van zonnepaneel en die van
buffertank of warmtapwatertank voor inschakeling van de solarpomp.
3
Stel het temperatuurverschil in tussen thermistor van zonnepaneel en die van
buffertank of warmtapwatertank voor stoppen van de solarpomp.
4
Starttemperatuur van de vorstbeveiligingsstand (verander de instelling als er glycol wordt gebruikt).
5
Werking van de solarpomp stopt als de hoge temperatuurlimiet wordt overschreden (als de tanktemperatuur de bepaalde temperatuur
overschrijdt – 70~90 °C).
11. Externe foutmelding
Fabrieksinstelling: Nee
Systeeminstellingen
17:26, woe
Tweevoudige aansluiting
Externe schakeling
Aansluiting zonnepanelen
Externe foutmelding
Selecteer
Bevestig
Stel dit in als weergaveunit voor externe foutmeldingen is geïnstalleerd.
Als er een fout optreedt schakelt een schakelaar een spanningsvrij contact in.
(OPMERKING) Wordt niet weergegeven als er geen optionele printplaat is.
Als er een fout ontstaat, zal de foutmelding AAN zijn.
Nadat "sluiten" op het scherm is uitgezet, zal de foutmelding nog steeds AAN zijn.
12. Vraagbesturing
Fabrieksinstelling: Nee
Systeeminstellingen
17:26, woe
Externe schakeling
Aansluiting zonnepanelen
Externe foutmelding
Vraagbesturing
Selecteer
Bevestig
Stel dit in als er vraagbesturing aanwezig is.
Pas de aansluitspanning binnen een range van 1 ~ 10 V aan om de grenswaarde
van de stuurstroom te wijzigen.
(OPMERKING) Wordt niet weergegeven als er geen optionele PCB is.
Analoge
ingang
[v]
Stand
[%]
Analoge
ingang
[v]
Stand
[%]
Analoge
ingang
[v]
Stand
[%]
0,0
niet geactiveerd
3,9 ~ 4,1
40
7,4 ~ 7,6
75
0,1 ~ 0,6
4,2
45
40
7,7
80
75
0,7
10
niet
geactiveerd
4,3
7,8
0,8
4,4 ~ 4,6
45
7,9 ~ 8,1
80
0,9 ~ 1,1
10
4,7
50
45
8,2
85
80
1,2
15
10
4,8
8,3
1,3
4,9 ~ 5,1
50
8,4 ~ 8,6
85
1,4 ~ 1,6
15
5,2
55
50
8,7
90
85
1,7
20
15
5,3
8,8
1,8
5,4 ~ 5,6
55
8,9 ~ 9,1
90
1,9 ~ 2,1
20
5,7
60
55
9,2
95
90
2,2
25
20
5,8
9,3
2,3
5,9 ~ 6,1
60
9,4 ~ 9,6
95
2,4 ~ 2,6
25
6,2
65
60
9,7
100
95
2,7
30
25
6,3
9,8
2,8
6,4 ~ 6,6
65
9,9 ~
100
2,9 ~ 3,1
30
6,7
70
65
*Als beveiliging wordt er voor elk model een minimale
stuurstroom toegepast.
*Er is voorzien in een hysteresis van 0,2 V.
* De waarde van de spanning van de 2e decimaal is
weggelaten.
3,2
35
30
6,8
3,3
6,9 ~ 7,1
70
3,4 ~ 3,6
35
7,2
75
70
3,7
40
35
7,3
3,8
ACXF60-04180_NL PL EL.indb 25
ACXF60-04180_NL PL EL.indb 25
11/17/2016 9:15:44 AM
11/17/2016 9:15:44 AM