23
Schoorsteendimensionering
De schoorsteendimensionering gebeurt naar
EN 13384 2 resp. maar de specifieke voorschriften
van het land. De schoorsteen moet in overeenstem-
ming zijn met de temperatuurklasse T400.
Noodzakelijke gegevens
Gesloten bedrijf:
●
Nominaal warmtevermogen .......................... 5,0 kW
●
Uitlaatgasmassastroom ................................. 4,3 g/s
●
Uitlaatgastemperatuur ................................... 275 °C
● Minimum persdruk bij
nominaal warmtevermogen .............................12 Pa
Toevoer van verbrandingslucht
De haardkachel Iriga Compact kan op een conventio-
nele manier, afhankelijk van de kamerlucht, en onaf-
hankelijk van de kamerlucht worden gebruikt.
U moet kunnen garanderen dat de haardkachel over
voldoende verbrandingslucht kan beschikken. Voor
een probleemloze werking van de haardkachel is een
verbrandingsluchtdebiet van 15,6 m³/h noodzakelijk.
Verbrandingsluchtaansluiting
onafhankelijk van kamerlucht
De verbrandingslucht moet bij kamerluchtonafhankelij-
ke toepassingen van buitenaf via een gesloten leiding
of via een dienst as in de schoorsteen worden aange-
voerd. Neem hiervoor contact op met uw lokale contro-
leur van verwarmingsinstallaties.
Om energie te besparen moet de verbrandingslucht-
toevoer kunnen worden afgesloten wanneer de haard
niet wordt gebruikt. Dit kan door het plaatsen van een
afsluitklep in de verbrandingsluchttoevoer of door een
luchtinlaatregelmechanisme in de haard zelf. Indien
u een afsluitklep gebruikt, moet deze klep worden
voorzien van duidelijke labels die de standen OPEN/
GESLOTEN aangeven.
Door het sluiten wordt verhinderd dat, door onafgebro-
ken circulatie van koude verbrandingslucht, warmte uit
de kamer ontsnapt en er condens wordt gevormd in
koude toevoerleidingen van verbrandingslucht.
Opgelet:
De verbrandingsluchtleiding mag nooit worden ge-
sloten wanneer de haardkachel in gebruik is!
Om de verbrandingslucht van het apparaat niet de op-
stelruimte maar extern over een leiding aan te voe-
ren, bestaat de mogelijkheid aan het apparaat achter-
aan of beneden een verbrandingsluchtleiding Ø 125
mm aan te schroeven. Wordt de verbrandings-luchtlei-
ding langer als 3 m uitgevoerd, dan moet het reken-
kundig bewijs voor de verbrandingslucht-verzorging
worden geleverd. Bij heel lage buitentemperaturen
kan zich aan de verbrandingsluchtleiding condenswa-
ter vormen. Om deze reden moet deze leiding met ge-
schikt isolatiemateriaal geïsoleerd worden. Respecteer
de regels van goed vakmanschap inzake haarden en
heteluchtverwarming.
Gebruik de Olsberg verbrandingsluchtpijp met
af dicht lip.
Monteren van de haardkachel
De plaatsingsbodem moet vlak en waterpas zijn. De
haardkachel mag slechts op vloeren met voldoende
draagvermogen geplaatst worden. Ter beveiliging van
de vloer kan de haardkachel op een bodemplaat of een
glasplaat worden gezet.
Bij een brandbare vloer of tapijtvloer moet een stabie-
le en warmtevaste vonkenopvangnet plaat worden ge-
bruikt. Deze moet naar voor om 50 cm en zijdelings om
30 cm over de voorhaardopening van de haardkachel
uitsteken. Onder de haardkachel geen vonkenopvang-
net plaat is vereist.
Montagevolgorde
●
De aansluiting van de kachelpijp Ø 150 mm kan
naar keuze boven of achteraan plaatsvinden. Het
apparaat wordt voor een aansluiting boven voorge-
monteerd geleverd. Moet achteraan worden aan
-
gesloten, dan moet in de volgende stappen worden
omgemonteerd:
- Kapje in de achterwand losbreken.
- Plaats de aansluitstomp en het afsluitdeksel van
achteren.
● Montageplaats vastleggen. In het stralingsbereik
van de haardkachel mogen tot en met een afstand
van 80 cm, gemeten vanaf de zichtruit van de vuur-
haarddeur, geen voorwerpen uit brandbaar materi-
aal voorhanden zijn of worden neergezet.
De minimumafstand tot brandbare of dragende
muren:
zijdelings 18 cm en achteraan 30 cm
●
Pijpvoering (bouwzijdig) in de schoorsteen inbou-
wen. De aansluithoogte kan bij de kachelpijpaanslui-
ting boven individueel worden vastgelegd, mag ech-
ter niet meer dan 1,5 m vanaf de aanluitstomp be-
dragen. Aansluithoogte bij kachelpijpaansluiting zie
hoofdstuk „Technische gegevens“. Er mag zich bin-
nen een radius van 20 cm rond de kachelpijp geen
brandbaar materiaal bevinden.
●
De kachelpijp aan beide aansluitpunten met ovenkit
duurzaam aansluiten.
●
Haardkachel aan de voorgeziene plaats schuiven
en zo uitrichten, dat de kachelpijp in de pijpvoering
past.
De kachelpijpaansluitingen moeten dicht zijn. De ka-
chelpijp mag niet in de schoorsteen binnensteken.
Houd er a.u.b. rekening mee dat er aan de wanden
waar de kachel tegen aan staat, volgens de eisen
van de EN 13240 een temperatuur van 85°C bereikt
kan worden en dat dit een verkleuring van licht be-
hang of soortgelijke brandbare bouwstoffen tot ge-
volg kan hebben.