
90
Speciale functies
Wat te doen
Kamertemperatuursensor instellen
Snelkoppeling naar frequentieverlagingsmodus
Als het systeem een foutbericht weergeeft
De
6*
bevat een functie waarmee u een waarde bij de
weergegeven kamertemperatuur kunt optellen of van de
weergegeven kamertemperatuur aftrekken. Op deze wijze
kan de
6*
de correcte kamertemperatuur weergegeven,
zelfs als de
6*
op een plaats geïnstalleerd is waar de
temperatuur afwijkt.
In dit geval kan de variabele KAMERT.SENSOR AANP. in het
bereik van +5 °C/-5 °C worden aangepast en deze waarde
wordt bij de echte waarde van de kamertemperatuursensor
opgeteld. Zie parameternummer 13 in de functietabel
Hieronder vindt u informatie over mogelijke foutberichten
en hun betekenis:
Storing in kamertemperatuursensor
Als de kamertemperatuursensor temperaturen van minder
dan -45 °C of meer dan 65 °C registreert, dan wordt dit
als een fout beschouwd en wordt “--” op het display
weergegeven.
Storing in luchtvochtigheidsensor
Als de luchtvochtigheidsensor een relatieve
luchtvochtigheid van minder dan 0% of meer dan 99%
registreert, dan wordt dit als een fout beschouwd en wordt
“--” op het display weergegeven.
Storing in EEPROM
Als het niet-vluchtig geheugen (EEPROM)
van de thermostaat defect is, wordt in het
kamertemperatuurgedeelte van het display de foutcode
“E4” weergegeven. Wanneer deze fout optreedt en de
voeding naar de thermostaat wordt geleid, betekent dit dat
de fabrieksinstellingen voor alle installateurconfiguraties,
programmeerschema's en gebruikersinstellingen actief zijn.
Dit kan leiden tot een onjuiste werking van de apparatuur
en kan niet verholpen worden. In dit geval moet de
thermostaat vervangen worden.
Communicatiefout
Als de
6*
gedurende 60 seconden geen
communicatiegegevens van de CDU ontvangt, wordt
in het temperatuurgedeelte op het display de foutcode
“E3” en in het tijdgedeelte op het display ‘-‘ weergegeven.
Als deze situatie zich voordoet, wordt de ruimte voor de
buitentemperatuur blanco weergegeven. De foutcode “E3”
wordt weergegeven en de overige functies blijven dezelfde.
Als dit gebeurt, controleer dan de communicatiekabel
tussen de
6*
en de buitenunit.
Druk de actieve knop rondom de vasthoudknop ( )
gedurende 10 seconden in om de nachtmodus te activeren.
U kunt de nachtmodus deactiveren door de vasthoudknop
( ) opnieuw gedurende 10 seconden in te drukken. Als de
frequentieverlagingsmodus/nachtmodus/stiltemodus
actief is, geeft de
6*
het pictogram ( ) weer. Als de FR-
modus actief is, wordt de in het programmaschema
geselecteerde instelling altijd tijdelijk uitgeschakeld.
Nederlands
Содержание B0813
Страница 92: ...278987A...