Oase Biotec 5, Руководство пользователя

Страница: 45 / 49

47
Opstelling
De vijverfilters worden nabij de vijver, meestal onzichtbaar, achter
struiken of ook vaak in hoge bloemperken opgesteld (gunstig
wegens ondersteunende werking).
Belangrijke punten:
— op vlakke stevige ondergrond plaatsen
( Þ bak mag niet scheef staan)
( Þ niet over stenen ondergrond schuren)
Opstelling/Inbedrijfstelling
Bij gebruik met UVC-lamp minimaal 2 m afstand tot het water
aanhouden. Evt. reeds rekening houden met een later aan te
brengen Bitron.
Bitron
min.
2 m
NW 70
LW
38, 32
25, 19
Inbedrijfstelling
1. Verbind de pomp in de vijver via de slang met het mondstuk op
het filter.
- Mondstuk overeenkomstig slangformaat op maat afzagen.
- Ter montage de slanguiteinden evt. korte tijd in kokend water
dompelen.
- Slang knikvrij en loopvast leggen
- Slanguiteinden van slangklemmen voorzien.
2. Laat de verbindingsbuizen vanaf de filterafvoer naar de
vijverinlaat (b.v. via een waterval) met een verhang van ten
minste 1% aflopen.Wanneer de buizen niet UV-bestendig zijn,
deze evt. met aarde bedekken.
3. Schakel de pomp in en test de waterdoorstroming.
Verdere benodigdheden:
1. Slang (type LW 19, LW 25, LW 32, LW 38)
voor aansluiting pomp - filter
— liefst dikke slang
2. Slangklemmen
3. Pompaansluitstuk passend op slang en pomp (bij Aquamax
verkrijgbaar).
4. Buisstukken en bochstukken DN 70 - afvoerpijp voor aansluiting
filterafvoer naar vijver (evt. UV-bestendig, indien uitgevoerd als
terreinleiding).