
22
NL
compressor te ontdooien of om vastgevroren voedingswaren los te maken. Hierdoor
kan onherstelbare schade ontstaan aan het koelsysteem.
BEWARING
• Wikkel de AC- en DC-stroomkabels zorgvuldig op en bewaar deze in een droge
ruimte.
• Zorg ervoor dat de binnenkant volledig droog is voordat u het apparaat opbergt.
• Bewaar het apparaat op een koele en droge plaats, beschermd tegen vocht en direct
zonlicht.
• Als de koelbox niet wordt gebruikt, open dan het deksel om schimmelvorming en
onaangename geurtjes te voorkomen.
OPLOSSEN VAN STORINGEN
PROBLEEM
MOGELIJKE OORZAAK
AANGERADEN OPLOSSING
Het apparaat werkt
niet (en de stekker
is aangesloten).
De DC-contactdoos
(sigarettenaansteker) van uw
voertuig levert geen stroom.
In de meeste voertuigen moet
de motor zijn ingeschakeld
voordat de sigarettenaansteker
stroom krijgt.
Het AC-stopcontact krijgt
geen stroom.
Probeer een ander stopcontact.
De binnenventilator of het
koelelement is defect.
Dit kan alleen worden hersteld
door een erkende hersteldienst.
Bij gebruik op een
DC-aansluiting:
De motor is
ingeschakeld en
de koelbox met
compressor werkt
niet.
De zekering van de
DC-aansluiting is vuil. Dit
kan een slecht contact
veroorzaken.
Als de stekker erg warm wordt
in de sigarettenaansteker, dan
moet de sigarettenaansteker
worden schoongemaakt
of de stekker is niet correct
gemonteerd.
De zekering van de DC-stekker
is doorgebrand.
Vervang de zekering van de
DC-stekker door een zekering
van hetzelfde vermogen.
De voertuigzekering is
doorgebrand.
Vervang de zekering van de
DC-aansluiting van uw voertuig
(gewoonlijk 15 A). Controleer
dit in de handleiding van uw
voertuig.
Er bevindt zich
water aan de
binnenkant.
Vocht in de lucht zal
condenseren in de koelbox als
de temperatuur in de koelbox
daalt.
De koelbox is niet defect. Veeg
het vocht indien nodig weg met
een droge doek.
De koelbox met
compressor werkt
niet meer. De led
die aangeeft dat
het apparaat
stroom krijgt licht
niet op.
De aansluitingen op de
stroomkabel hebben mogelijk
een slechte verbinding
of zijn vuil aan de kant
van de koelbox of aan de
stroomingang.
Controleer of de stroomkabel
van de koelbox niet is losgeraakt.
Controleer of de elektrische
contacten niet vuil zijn geworden
en verhinderen dat de volledige
spanning naar de koelbox gaat.
De koelbox met
compressor werkt
niet meer.
De koelbox met compressor
heeft de gewenste
koeltemperatuur bereikt.
De koelbox met compressor
werkt correct. U hoeft niets te
doen.