26
● Let goed op bij het gebruik van dit apparaat tijdens het rijden.
Zorg dat u niet verstrooid of verward bent als u dit apparaat
gebruikt tijdens het rijden. Een gebrek aan concentratie kan
een ongeval veroorzaken. Vergeet niet dat u meester bent
van en verantwoordelijk voor het voertuig dat u bestuurt.
● Gebruik het apparaat niet als geen veilige rijomstandigheden
verenigd zijn (slecht weer, gevaarlijke wegen, druk en
hectisch verkeer enz.)
● gebruik het geluidsvolume op een aanvaardbaar niveau;
een hoog volumeniveau kan u beletten omgevings- en
verkeersgeluiden te horen, wat een ongevalrisico kan
inhouden�
●
Een lange blootstelling aan een hoog volume (in het
bijzonder met een koptelefoon) kan uw gehoor beschadigen;
Vermijd het geluidsvolume te hoog te zetten en stel u niet te
lang bloot aan het geluid�
Onderhoud
Het toestel reinigen: Veeg het vuil van het paneel met een
droge en zachte doek. Wanneer u deze voorzorgsmaatregel
niet in acht neemt, kan dit leiden tot schade aan de monitor of
het toestel�
De aansluiting reinigen: Veeg het vuil van de aansluiting of het
toestel en het voorpaneel. Gebruik een wattenstaafje of doek.
Installatie-instructies
●
Het voertuig moet de juiste spanning, stroom en vermogen leveren, controleer vóór de
installatie de vereisten�
● Tijdens de installatie moet de batterij van het voertuig worden losgekoppeld.
● Controleer of het apparaat is voorzien van een zekering.
● De manier waarop het apparaat wordt geïnstalleerd mag de veiligheid en de bediening van
het voertuig niet hinderen�
● Het moet op een plaats worden geïnstalleerd waar het het zicht van de bestuurder
niet belemmert en het mag niet worden gemonteerd op de plaatsen die voorzien zijn
voor de rem, het stuur, de veiligheidsgordels, airbags en andere accessoires voor de
voertuigveiligheid�
● Controleer voor de installatie of het apparaat kan worden aangesloten op de interface van
het voertuig. Als deze niet overeenkomt, gebruik dan de juiste adapterkabel.
● Maak uzelf voor de installatie vertrouwd met de aansluitingen van het voertuig, bevestig
de positie van de leidingen, de elektrische bedrading, de brandstoftank en andere