GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
1465371000 - SW900
11
VOOR HET STARTEN VAN DE MACHINE
1. Controleer of er geen deurtjes of kleppen open staan op de
machine en of de arbeidsomstandigheden normaal zijn.
2. Als de machine na het transport nog niet is gebruikt, moet
u eerst controleren of alle blokken en blokkeermiddelen die
bij het transport zijn gebruikt wel zijn verwijderd.
3.
Controleer of de zij- en hoofdborstels zijn gemonteerd; als
dat niet het geval is, monteer de borstels (zie de procedure
in het hoofdstuk Onderhoud)
4. Vul eventueel brandstofbij door de dop (4) los te draaien.
WAARSCHUWING!
Vul de brandstof niet verder bij dan tot de
markering voor het maximale niveau (A, Afb. 1).
5. Stel de hoek van het stuur (10) naar wens af door de
hendel (11) te openen.
Als u klaar bent, sluit de hendel.
DE MACHINE STARTEN EN STOPPEN
Starten van de machine
1. Open het brandstofkraantje (A, Afb. 2) door uw hand in de
ruimte (6) te steken.
2. Zet de hendel voor de luchttoevoer (starter) (A, Afb. 3) in
de stand ‘gesloten’ (B) door uw hand in de ruimte (6) te
steken.
OPMERKING
Sluit de hendel voor de luchttoevoer niet als de motor
warm is en als de luchttemperatuur hoog is.
3. Steek de contactsleutel (2) in het bedieningspaneel en zet
de sleutel op ‘I’ zonder aan de hendel (8) te trekken.
4. Trek de handgreep voor de trekstarter van de motor (5)
langzaam aan, totdat u een bepaalde weerstand van de
motor voelt. Trek daarna wat harder en met een ruk en
start de motor.
WAARSCHUWING!
Laat de handgreep (5) niet te hard terugkomen,
maar breng hem voorzichtig weer in positie. Zo
ontstaat er geen schade aan het startsysteem.
WAARSCHUWING!
Als de motor met de handgreep (5) wordt gestart,
mag u niet aan de hendel voor de aandrijving (8)
trekken.
Als de machine is gestart, starten de hoofdborstel (27) en
de aanzuigventilator (48).
LET OP!
De motor kan niet in beweging worden gezet
met de handgreep (5) terwijl de afvalcontainer
(14) niet in positie is. Een veiligheidssysteem
voorkomt dan dat er kan worden gestart.
5. Schakel ongeveer 5 seconden na het starten van de motor
de hendel voor de luchttoevoer (starter) (A, Afb. 3) uit.
6. Zet de zijborstels (18) en (19, optioneel) omlaag door de
hendels (12) en (13, optioneel) naar achteren te trekken.
OPMERKING
De zijborstels worden geactiveerd als ze omlaag
worden gezet en ze kunnen ook omhoog en omlaag
worden gezet als de machine rijdt.
7. Begin de werkzaamheden door het stuur (10) vast te
pakken en aan de hendel voor de aandrijving (8) te
trekken.
A
P100833
Afbeelding 1
A
P100834
Afbeelding 2
A
B
B
P100835
Afbeelding 3
Содержание SW900
Страница 83: ......