NL
- 52 -
De maximale capaciteit kan enkel met een zo
groot mogelijke leidingdiameter worden bereikt;
de capaciteit zal verminderen als slangen of
leidingen met een kleinere diameter worden aan-
gesloten. Wordt de universele slangaansluiting
(
fi
g. 1, pos. 2) gebruikt moet die bijgevolg tot de
gebruikte aansluiting worden ingekort, zoals in
fi
g. 2 getoond, om de capaciteit niet onnodig te
verminderen. Flexibele slangleidingen moeten
op de universele slangaansluiting worden vastge-
maakt m.b.v. een slangbeugel (niet bij de levering
begrepen).
Bij de installatie dient u er rekening mee te
houden dat het toestel nooit aan de drukleiding
of aan de stroomkabel vrij hangend mag worden
gemonteerd. Het toestel moet aan het daarvoor
voorziene handvat worden opgehangen of op de
schachtbodem worden opgesteld. Teneinde een
perfecte werkwijze van het toestel te verzekeren
moet de schachtbodem steeds vrij zijn van mod-
der of andere verontreinigingen. Bij een te laag
waterpeil kan de in de schacht voorhanden zijnde
modder snel droog worden en het aanlopen van
het toestel beletten. Daarom is het noodzakelijk
het toestel regelmatig te controleren (startpogin-
gen uitvoeren).
De pompschacht moet groot genoeg zijn.
5.3. Netaansluiting
Gevaar!
Het door u aangekochte toestel is reeds voorzien
van een veiligheidsstekker. Het toestel is bedoeld
om op een veiligheidsstopcontact met 230 V wis-
selstroom 50 Hz te worden aangesloten. Vergewis
u er zich van dat het stopcontact voldoende be-
veiligd is (minstens zekering van 6 A) en helemaal
in orde is. Steek de netstekker het stopcontact in:
het toestel is meteen bedrijfsklaar.
Gevaar!
Deze werkzaamheid dient enkel door een gekwa-
li
fi
ceerde elektricien of door de klantendienst te
worden uitgevoerd zodat niemand in gevaar kan
worden gebracht.
6. Bediening
Als u de installatie- en gebruiksinstructies
nauwkeurig hebt gelezen kan u het toestel in ge-
bruik nemen mits inachtneming van het volgende:
•
Vergewis u er zich van dat het toestel veilig is
opgesteld.
•
Controleer of de drukleiding naar behoren is
aangebracht.
•
Vergewis u zich ervan dat het toestel op 230
V ~ 50 Hz is aangesloten.
•
Controleer of het elektrische stopcontact in
een behoorlijke staat verkeert.
•
Controleer of ervoor gezorgd is dat nooit
vocht of water bij de netaansluiting terecht
kan komen.
•
Vermijd het drooglopen van het toestel.
•
Om het apparaat uit te schakelen verwijdert u
de netstekker uit het stopcontact.
Functie van de geïntegreerde vlotterscha-
kelaar
Automatische modus:
In de automatische modus moet de omscha-
kelaar (A) zich in de onderste stand bevinden
(
fi
g. 5).
Dan is de geïntegreerde vlotterschakelaar geac-
tiveerd. De inschakelhoogte bedraagt ongeveer
12 cm. Bij ca. 3 cm wordt het apparaat weer uit-
geschakeld.
Manuele modus/vlak afzuigen:
Voor de manuele modus of het vlak afzuigen
moet de omschakelaar (A) naar de bovenste
stand worden gebracht (
fi
g. 6). Dan is de geïnte-
greerde vlotterschakelaar overbrugd en draait het
apparaat permanent. In de manuele modus kan
het water tot op 2 mm worden afgezogen.
Let wel:
Een waterpeil van min. 50 mm is vereist, opdat
het apparaat in de manuele modus kan afzuigen!
Voorzichtig!
Het apparaat mag niet drooglopen!
Anl_NPFP_E_15000_SPK7.indb 52
Anl_NPFP_E_15000_SPK7.indb 52
13.03.14 15:59
13.03.14 15:59