31
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmte-
indicatie met twee standen.
Verschijnt er een
•
op het display, dan is de kookzone nog
heet. U kunt bijv. een klein gerecht warmhouden of couverture
smelten. Koelt de kookzone verder af, dan verandert de
indicatie in
œ
. De indicatie verdwijnt wanneer de kookzone
voldoende afgekoeld is.
Kookplaat instellen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de kookzones kunt instellen. In de
tabel vindt u kookstanden en bereidingstijden voor
verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar in en uit.
Inschakelen: raak het symbool
#
aan. Er klinkt een signaal. De
indicatie boven de hoofdschakelaar is verlicht. De kookplaat is
klaar voor gebruik.
Uitschakelen: raak het symbool
#
aan tot de indicatie boven
de hoofdschakelaar verdwijnt. Alle kookzones zijn
uitgeschakeld. De restwarmte-indicatie blijft aan totdat de
kookzones voldoende zijn afgekoeld.
Aanwijzing:
De kookplaat gaat automatisch uit wanneer alle
kookzones langer dan 20 seconden uitgeschakeld zijn.
Kookzone instellen
Met de symbolen
+
en
-
stelt u de gewenste kookstand in.
Kookstand 1 = laagste vermogen
Kookstand 9 = hoogste vermogen
Elke kookstand heeft een tussenstand. Deze is aangeduid met
een punt.
Kookstand instellen
De kookplaat dient ingeschakeld te zijn.
1.
Het s of - aanraken.
Op het display is
‹
verlicht.
2.
In de volgende 10 seconden het symbool
+
of
-
aanraken. De
basisinstelling verschijnt.
Symbool
+
kookstand 9
Symbool
-
kookstand 4
3.
De kookstand wijzigen: het symbool
+
of
-
aanraken tot de
gewenste kookstand verschijnt.
Aanwijzing:
De kookzone regelt de verwarming door in en uit
te schakelen. Ook bij het hoogste vermogen kan de
verwarming in- en uitschakelen.
Kookzone uitschakelen
Het symbool
+
of
-
aanraken tot
‹
verschijnt. Na ongeveer 10
seconden verschijnt de restwarmte-indicatie.
Kooktabel
In de volgende tabel vindt u enkele voorbeelden.
De bereidingstijden en kookstanden zijn afhankelijk van de
aard, het gewicht en de kwaliteit van de gerechten. Daarom zijn
afwijkingen mogelijk.
Bij het opwarmen van dikvloeibare gerechten regelmatig
roeren.
Gebruik voor het aan de kook brengen kookstand 9.
Doorkookstand
Doorkookduur in
minuten
Smelten
chocolade, couverture, boter, honing,
gelatine
1-2
1-2
-
-
Opwarmen en warmhouden
Eenpansgerecht (bijv. linzenschotel)
Melk**
Worstjes in water verwarmen**
1-2
1.-2.
3-4
-
-
-
Ontdooien en opwarmen
Spinazie diepvries
Goulash diepvries
2.-3.
2.-3.
20-30 min.
10-15 min.
Gaarstoven, zachtjes laten koken
Knoedels, knödels
Vis
Witte sauzen, bijv. bechamelsaus
Geklopte sauzen, bijv. saus Bearnaise, saus Hollandaise
4.-5.
4-5*
1-2
3-4
20-30 min.
10-15 min.
3-6 min.
8-12 min.
* Doorkoken zonder deksel
** Zonder deksel