TPSL1000 - NLFREN - v1.1 - 07092017
3
NL
TOOLS
Om goederen te heffen, plaats de vork onder het palet. Blokkeer de achterwielen indien nodig en trek de disselboom. De pomp wordt
ingeschakeld om de olie van de pompcilinder naar de zuigercilinder te laten stromen, de zuigerstang wordt omhoog geduwd en de vork
wordt naar boven via een ketting gebracht. Ga verder met de disselboom naar voren en naar achteren te trekken, om de last op de gewenste
hoogte te brengen.
Wanneer de vork de maximale hoogte heeft bereikt, stroomt de olie onder druk terug naar de tank door een afvoeropening, en in dit geval,
zelfs als de disselboom getrokken wordt, kan de vork niet hoger gaan, om een schok met de bovenkant te voorkomen, die tot schade aan de
componenten kan leiden.
Bij het behandelen van zware goederen, kunt u de stapelaar manueel verplaatsen, door deze te duwen of te trekken.
Bij het ontladen, trek de hendel, de olie terugslagklep gaat open en met het dode gewicht effect van de zware goederen en van de vork,
stroom de olie terug naar de tank, en wanneer de zuigerstang en de vork in de laagst positie zijn, kunnen de goederen gelost worden en de
vork ingetrokken.
5 Gebruik en onderhoud
•
De olie moet gefiltreerd worden, schoon zijn en de oliehoeveelheid voldoende zijn.
• Voor gebruik, controleer dat de stapelaar correct werkt en dat er geen losgedraaide onderdelen zijn.
• De last moet gelijkmatig op de vork verdeeld worden en mag de draagkracht van de stapelaar niet overschrijden.
• Na de operatie voltooid is, moeten de goederen gelost worden en zware goederen mogen niet voor een lange tijd op de stapelaar
blijven.
• Om de last naar beneden te brengen, moet de olie terugslagklep langzaam en zachtjes bediend worden, om een te grote daalsnelheid
te voorkomen, die tot gevaarlijke situaties kan leiden. Als de last te snel naar beneden wordt gebracht, kan de olie terugslagklep niet
plotseling sluiten, omdat de inertiële versnelling tijdens het snelle afdalingsproces gegenereerd wordt. Als dit gebeurt, wordt een grote
kracht gegenereerd, dat schade aan de componenten en goederen kan veroorzaken.
• Til en trek het voorste deel van het paneel met de hand naar de buitenkant, verwijder het paneel. De stapelaar kan dan als palletwagen
of als stapelaar gebruikt worden.
• De remmen aan de achterwielen werden geïnstalleerd voor de bedrijfsveiligheid. Wanneer de vork naar boven wordt gebracht om
goederen te heffen of als werkplatform gebruikt wordt, moeten de remmen met de voet geactiveerd worden, om de beweging van de
stapelaar te voorkomen.
6 Storingen
Storingen
Oorzaken
Oplossingen
De stapelaar kan de gewenste
hoogte niet bereiken.
Onvoldoende oliepeil.
Om olie in de cilinder toe te voegen,
draai de bout los, vul gefilterde schone
olie bij tot de olie inlaathoogte en draai
de bout opnieuw aan.
De vork kan niet opgetild
worden wanneer de disselboom
getrokken wordt.
De viscositeit van de olie is te hoog, of er is geen
olie genoeg.
Vervang of vul olie bij.
Er is vreemd materiaal in de olie, waardoor de
inlaatklep niet goed gesloten is.
Filtreer of vervang de olie.
De olie afvoerklep, de hendel en de trekveer werken
niet, zijn niet in de laagste positie of worden door
een vreemd materiaal geblokkeerd.
Controleer de trekveer, regel de hendel in
de laagste positie en verwijder het vreemd
materiaal.
De positie van de olie afvoerklep en van de hendel
is niet correct ingesteld.
Verstel de positie van de moer van de
trekstang.
De vork kan niet meer naar
beneden gebracht worden.
De hendel is niet correct ingesteld.
Verstel zoals hierboven beschreven.
De zuiger is vervormd.
Demonteer de zuigerstang voor
onderhoud of vervanging.
De arm, de rollager of het wiel van de ketting zijn
geblokkeerd.
Demonteer de lager voor repartie of
vervanging.
Olielekkage
Beschadigde of defecte afdichting.
Vervang de afdichting.
Er is een scheur of een gat in een component.
Herstel of vervang het onderdeel.
Losse verbinding of niet goed ingedrukte afdichting.
Herstel en draai goed vast.
copyrighted
document
- all
rights
reserved
by
FBC