13
NL
M1.1.BG20IM.NLFREN - 18102022
AANDACHT!
Alvorens de elektrische apparatuur op de generator aan te sluiten, dient u zich ervan te vergewissen dat de apparatuur
goed werkt. Als de werking van het apparaat abnormaal is, als de snelheid toeneemt of als het apparaat plotseling
stopt met werken, moet u de motor onmiddellijk stoppen, het circuit uitschakelen en het apparaat onderzoeken om de
fout te vinden.
Uitgangs- en overbelastingslampjes
Als de generator in orde is, brandt het uitgangslampje (groen).
Als de generator overbelast is (meer dan 2 kVA), of als er kortsluiting is in de elektrische machine waarop hij is aangesloten,
dooft het uitgangslampje (groen) en gaat het overbelastingslampje (rood) branden. Op dat moment wordt de stroom naar de
aangesloten elektrische apparatuur afgesloten. Als het rode lampje gaat branden, moet u de motor stoppen en de oorzaak van
de overbelasting onderzoeken.
• Voordat u de kabel op de generator aansluit, moet u eerst controleren of de kabel in goede staat verkeert en of het
elektrische vermogen van de kabel al dan niet hoger is dan dat van de generator. Sluit vervolgens de kabel aan op de
elektrische apparatuur en start de generator.
generator
generator
generator
generator
generator,
generator.
AANDACHT!
Na het starten van de generator kunnen het rode en groene lampje tegelijkertijd gaan branden. Als het rode lampje
uitgaat, is dat normaal. Als het rode lampje blijft branden, neem dan contact op met uw erkende verdeler.
6�2 Gebruik van gelijkstroom
De gelijkstroomaansluiting kan alleen worden gebruikt om de automatische accu (12 V) op te laden.
AANDACHT!
Draai tijdens het gebruik van gelijkstroom de intelligente brandstofbesparingsklep in de “gesloten” positie.
1. Sluit eerst de laadkabel aan op de DC-aansluiting van de generator en vervolgens op de aansluitzijde van de batterij.
generator,
generator,
Overbelastingslampje
(rood)
Uitganslampje
(groen)
Oplaadkabel
(kan apart worden verkocht)
Copyrighted
document
All
rights
reserved
by
FBC