WANTED-5/380
Lees aandachtig de onderstaande veiligheidsvoor-
schriften, alvorens de apparatuur in gebruik te
nemen. Mocht u bijkomende informatie over de
bediening van de apparatuur nodig hebben, lees
dan de Duitse, Engelse, Franse, of Italiaanse tekst
van deze handleiding.
1
Veiligheidsvoorschriften
Het toestel is in overeenstemming met de EU-Richt-
lijn 89/336/EEG voor elektromagnetische compati-
biliteit.
●
De aansluiting van de eindversterker van de auto-
installatie op de autobatterij dient zorgvuldig te
gebeuren. Bij kortsluiting kunnen gevaarlijk hoge
stromen ontstaan. Maak daarom voor de aansluit-
ing van de versterker de negatieve klem van de
autobatterij in ieder geval los.
●
De eindversterker moet vast en deskundig op een
mechanisch stabiele plaats in de auto gemon-
teerd worden, zodat hij niet kan loskomen en op
die manier een gevaarlijk projectiel gaat vormen.
●
Tijdens het gebruik kan de eindversterker zeer
warm worden. Plaats daarom geen warmtegevoe-
lige voorwerpen in de buurt, en raak de eindver-
sterker tijdens het gebruik niet aan.
●
Gebruik voor de reiniging uitsluitend een droge,
zachte doek. Gebruik in geen geval chemicaliën
of water.
●
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik,
foutieve bediening, verkeerde aansluiting of her-
stelling door een niet-gekwalificeerd persoon ver-
valt de garantie bij eventuele schade.
●
Wanneer het toestel definitief uit bedrijf genomen
wordt, bezorg het dan voor verwerking aan een
plaatselijk recyclagebedrijf.
2
Opgelet bij hoge geluidsvolumes
●
Stel het volume nooit te hoog in. Uitzonderlijk
hoge volumes kunnen het gehoor beschadigen.
●
Het gehoor raakt aangepast aan hoge volumes
die na een tijdje niet meer zo hoog lijken. Draai het
volume daarom niet verder open, zelfs nadat u
eraan gewend bent.
●
Zorg ervoor dat het geluidsvolume van de hifi-
installatie in de auto niet te hoog staat, waardoor
geluidssignalen, bijvoorbeeld die van een ambu-
lance, niet meer hoorbaar zouden zijn.
●
Bij uitgeschakelde motor kan het audiosysteem
niet lang met een hoog geluidsvolume gebruikt
worden. De autobatterij raakt snel leeg en de kans
bestaat dat er te weinig energie is om de auto te
starten.
3
Montage
Hou bij de keuze van de montageplaats in elk geval
rekening met de volgende punten:
●
De voedingsspanningskabel (12 V) van de batterij
naar de eindversterker van de auto-installatie
moet zo kort mogelijk zijn. Het is voordeliger om
langere luidsprekerkabels te gebruiken en een
kortere voedingsspanningskabel.
●
Zorg er ook voor dat de massakabel van de eind-
versterker naar het koetswerk zo kort mogelijk is.
●
Zorg voor voldoende ventilatie om de hitte die in
de eindversterker ontstaat, af te voeren.
●
Door de krachten die tijdens het remmen optre-
den, moet de eindversterker op een mechanisch
stabiele plaats vastgeschroefd worden.
●
De zekeringen en de regelaar moeten makkelijk
toegankelijk zijn.
4
Aansluitingen
●
De eindversterker mag uitsluitend door gekwalifi-
ceerd personeel op het elektrische circuit van de
auto aangesloten worden.
●
Om schade door eventuele kortsluiting tijdens de
installatie te vermijden, koppelt u best de nega-
tieve klem los van de autobatterij, alvorens de
aansluiting uit te voeren.
●
Breng de nodige kabels zo aan, dat de isolatie
ervan niet beschadigd kan worden.
De volledige aansluiting vindt u terug in figuur 3 – 5
op pagina 3.
16
NL
B
ser demasiado flojo, girar los reglajes LEVEL (10
y 12) en los canales 1 – 4 en el otro sentido.
Para una reproducción de las frecuencias gra-
ves acentuada o discreta es posible de corregir
el nivel de las frecuencias graves con el reglaje
externo (1) desde el asiento del conductor según
la pieza de música y el gusto individual.
6) Si algunos amplificadores están presentes en la
instalación, reducir los niveles de los canales
demasiado altos para el volumen del conjunto de
los canales entre ellos. (Si el volumen total no
halla el nivel deseado, colocar amplificadores
más potentes en los canales más flojos).
8
Eliminación de problemas
Si mientras la puesta en marcha de la instalación no
se oye ningún sonido, los dos LEDs POWER (4) y
PROTECTION (5) pueden ayudarle a localizar el
problema.
8.1 Ningún LED está iluminado
1) Verificar los fusibles (21) sobre el amplificador
(3 x 30 A) y el fusible suplementario de la batería
del coche (100 A). Cambiar todo fusible defec-
tuoso y utilizar sólo fusibles con los mismos valo-
res indicados, nunca superiores. El amplificador
se puede estropear, en este caso la garantía
caduca.
2) Controlar el cable de alimentación 12 V y el cable
de masa; verificar las conexiones y la solidez del
cable.
3) Medir si la tensión +12 V está presente al borne
RMT (19) del amplificador. Si no, retirar el cable del
borne RMT y cortocircuitar los bornes RMT (19) y
BATT (20) por poco tiempo; si el amplificador se
ilumina, es que falta tensión de alimentación: veri-
ficar la salida 12 V del autorradio (o del interruptor
separado o de la llave) y también el cable de cone-
xión correspondiente al amplificador.
8.2 El LED verde POWER se ilumina
1) Verificar el cable de conexión entre el amplifica-
dor y la fuente. ¿Las conexiones están bien in-
sertadas o no estará cortado el cable?
2) Verificar la fuente. ¿La fuente esta conectada?
¿Las salidas correctas están utilizadas? ¿No
estará la fuente defectuosa?
3) Verificar si los cables de altavoces no presentan
ninguna interrupción.
4) Verificar los altavoces conectados.
8.3 El LED rojo PROTECTION brille
El amplificador está dotado de un circuito de protec-
ción contra el cortocircuito a las salidas de los
altavoces y contra el calentamiento excesivos. Si el
circuito de protección responde, el LED rojo PRO-
TECTION (5) se ilumina. En caso de sobrecalenta-
miento, el amplificador se vuelve a encender
automáticamente cuando está a la temperatura nor-
mal. En el caso de un cortocircuito sobre las salidas
de altavoces, y una vez el problema solucionado, el
amplificador debe de estar separado de la tensión
de alimentación para reinicializar el circuito de pro-
tección (p. ej. retirar el fusible complementario poco
tiempo).
9
Características técnicas
Potencia de salida
Potencia total: . . . . . . . . . . . 750 W
MAX
Canales 1 – 4
modo punteado a 4
Ω
: . . . 2 x 140 W
RMS
modo 4 canales a 2
Ω
: . . . 4 x 75 W
RMS
modo 4 canales a 4
Ω
: . . . 4 x 50 W
RMS
Canal subwoofer
a altavoz 2
Ω
: . . . . . . . . . . 1 x 250 W
RMS
a altavoz 4
Ω
: . . . . . . . . . . 1 x 180 W
RMS
Gama de frecuencias: . . . . . . 10 – 30 000 Hz,
-0,5 dB
Impedancia altavoz mínima
Canales 1 – 4
modo 4 canales: . . . . . . . . 4 x 2
Ω
modo punteado: . . . . . . . . 2 x 4
Ω
canal subwoofer: . . . . . . . . . 1 x 2
Ω
Entradas línea: . . . . . . . . . . . . 6 x RCA
sensibilidad: . . . . . . . . . . . . 0,11 – 8,8 V
impedancia: . . . . . . . . . . . . . 20 k
Ω
Filtros
pasa bajo: . . . . . . . . . . . . . . 40 – 220 Hz,
24 dB/oct.
pasa alto: . . . . . . . . . . . . . . 40 – 220 Hz,
18 dB/oct.
pasa banda
frecuencia límite inferior: . 40 – 150 Hz
18 dB/oct.
frecuencia límite superior: 150 Hz, 18 dB/oct.
Separación de los canales: . . 81 dB
Relación señal/ruido: . . . . . . . 101 dB
Tasa de distorsión: . . . . . . . . . < 0,1 %
Alimentación: . . . . . . . . . . . . . 11 – 16 V
/90 A
Temperatura
de funcionamiento: . . . . . . . . . 0 – 40 °C
Dimensiones: . . . . . . . . . . . . . 245 x 65 x 545 mm
Peso: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 kg
Características según el fabricante.
Reservado el derecho de modificación.
E