53
NL
8. Luchtkokers
•
Als u leidingen doorvoert, plaats dan een stuk canvas leiding op de plek
waar de leidingen het apparaat in gaan.
•
Gebruik altijd onbrandbaar materiaal.
•
Gebruik altijd ruim voldoende thermisch isolatiemateriaal om condensatie-
vorming op luchtinlaat-, luchtuitlaatflenzen en luchtuitlaatleidingen te voorko
-
men.
Voorzichtig:
•
Zorg dat de afstand tussen de gril van de inlaatopening en de ventilator
minimaal 850 mm is.
Als deze afstand minder dan 850 mm is, plaats dan een beschermkap
zodat de ventilator niet aangeraakt kan worden.
[Fig. 8.0.1] (P.4)
A
Luchtinlaat
B
Luchtuitlaat
C
Toegangsluik
D
Plafondoppervlak
E
Canvas koker
F
Luchtfilter
G
Inlaatrooster
Opmerking:
*1. Aansluiting van meerdere binnenapparaten met één aansluiting (of ge-
meenschappelijke leiding)
•
Totale capaciteit van aansluitbare binnenapparaten: minder dan 80
•
Aantal aansluitbare binnenapparaten: maximum 3 sets
•
Keuze van de waterleidingsbuis
Selecteer de afmeting overeenkomstig de totale capaciteit van binnenappa-
raten die stroomafwaarts worden geïnstalleerd.
•
Groepeer de apparaten die op 1 vertakking werken.
11. Zie [Fig. 7.2.4] voor het aansluiten van de watervoorziening.
[Fig. 7.2.4] (P.4)
A
Binnenapparaat
B
Waterleiding: van HBC-eenheid
C
Waterleiding: naar HBC-eenheid
D
Zeef (40 mesh of hoger) (ter plaatse te voorzien)
E
Afsluitklep (ter plaatse te voorzien)
12. Installeer een afsluitklep en een zeef op een plaats die makkelijk te bereiken
is en die het onderhoud makkelijk maakt.
13. Breng isolatie aan op de leidingen van het binnenapparaat, zeef, afsluitklep
en drukreductieventiel.
14. Voeg geen anti-corrosie middel aan het watersysteem toe.
7.3. Watergebruik en controle op water-
kwaliteit
Om de waterkwaliteit te behouden, gebruik een watercircuit van het gesloten
type. Als de kwaliteit van het water te wensen overlaat, kan er op de waterwarm-
tewisselaar aanslag worden afgezet, met als gevolg een verminderde werking
van de warmtewisselaar en mogelijke corrosie ervan. Let dus goed op de kwali-
teit van het water (aanwezigheid van kalk en eventueel vuil), als u het watercir-
culatiesysteem installeert.
•
Verwijderen van vreemde voorwerpen en vuilaanslag uit de leidingen
Tijdens de installatie dient u er goed op te letten dat er geen vreemde voor-
werpen, zoals lasslakken, stukjes pakking of roest in de leidingen terechtko-
men.
•
Kwaliteit van het water
1
Afhankelijk van de kwaliteit van het water voor het koudwatercircuit dat
in de air-conditioning wordt gebruikt, kan het gebeuren dat de koperen
leidingen van de warmtewisselaar corroderen.
Wij raden u aan om het water op een eenvoudige manier te testen.
Wanneer er een tank voor de watervoorziening is geïnstalleerd, dient het
contact met de lucht tot een minimum te worden beperkt en mag de hoe-
veelheid opgeloste zuurstof in het water niet groter zijn dan 1 mg/
ℓ
.
2
Waterkwaliteitsnorm
Items
Watersysteem voor de lagere-
middentemperatuur Watertemp.
Tendens
Recirculerend
water
[20<T<60°C]
Bijvulwater Corrosief
Aans-
lagvorming
Standaard items
pH (25˚C)
7,0 ~ 8,0
7,0 ~ 8,0
Elektrische geleiding
(mS/m) (25°C) 30 of minder
30 of minder
(µ s/cm) (25°C) [300 of minder]
[300 of minder]
Chloride-ion
(mg Cl-/
ℓ
) 50 of minder
50 of minder
Sulfaation
(mg SO4
2-
/
ℓ
) 50 of minder
50 of minder
Zuurverbruik (pH4,8)
50 of minder
50 of minder
(mg CaCO
3
/
ℓ
)
Totale hardheid
(mg CaCO
3
/
ℓ
) 70 of minder
70 of minder
Kalkhardheid
(mg CaCO
3
/
ℓ
) 50 of minder
50 of minder
Ionensilica
(mg SiO
2
/
ℓ
) 30 of minder
30 of minder
Referentie items
IJzer
(mg Fe/
ℓ
) 1,0 of minder
0,3 of minder
Koper
(mg Cu/
ℓ
) 1,0 of minder
0,1 of minder
Sulfide-ion
(mg S
2-
/
ℓ
) Niet waarneembaar Niet waarneembaar
Ammoniumion
(mg NH
4+
/
ℓ
) 0,3 of minder
0,1 of minder
Restchloor
(mg Cl/
ℓ
) 0,25 of minder
0,3 of minder
Vrije kooldioxide
(mg CO
2
/
ℓ
) 0,4 of minder
4,0 of minder
Ryznar-stabiliteitsindex
6,0 ~ 7,0
–
Gegevens uit: Richtlijn voor waterkwaliteit van koel- en airconditionerap-
paratuur (JRA GL02E-1994)
3
Raadpleeg een expert op het gebied van waterkwaliteit over waterkwa-
liteitcontrolemethoden en -berekeningen, alvorens over te gaan tot het
gebruik van anticorrosiemiddelen.
4
Als u een eerder geïnstalleerde air-conditioning vervangt (of zelfs alleen
de warmtewisselaar ervan), voer dan eerst een grondige waterkwaliteits-
controle uit en controleer leidingen, etc. op mogelijke corrosie.
Corrosie kan in koudwatersystemen optreden, zelfs als er eerder geen
tekenen van corrosie waren.
Als de kwaliteit van het water bijvoorbeeld plotseling of geleidelijk omlaag
is gegaan, dient de waterkwaliteit bijgewerkt te worden, voordat de air-
conditioning geïnstalleerd of vervangen wordt.