29
1
Verwijder het servicepaneel.
2
Verwijder de bevestigingsschroef van het deksel van het aansluitblok.
3
Sluit de verbindingskabel van het binnenapparaat/buitenapparaat en de voedingskabel aan op het aansluitblok.
4
Breng het deksel van het aansluitblok weer aan.
WAARSCHUWING:
•••••
Maak het servicepaneel van het buitenapparaat stevig vast, om het gevaar van brand of elektrische
schokken door water of stof te vermijden.
•••••
Gebruik voor het verbinden van de binnen- en buitenunits uitsluitend verbindingsdraad voor de
binnen- en buitenunit dat aan de normen voldoet en bevestig de draad stevig op het aansluitpaneel
zodat er geen druk van buitenaf op het aansluitgedeelte van het aansluitpaneel wordt uitgeoefend.
Een onjuiste aansluiting of bevestiging van de draad veroorzaakt mogelijk brand.
•••••
Bevestig de afdekplaten van de aansluitblokken van zowel de binnen- als de buitenapparaten.
Als de afdekplaten van de aansluitblokken ondeugdelijk zijn bevestigd, kan dit brand of elektrische
schokken veroorzaken wanneer er stof of water bij de aansluitblokken komt.
Kabelklem
Leid het snoer
B
voor de aansluiting van het
binnenapparaat op het buitenapparaat en het
voedingsnoer
A
goed door het apparaat.
Voedingskabel
A
Î
UNIT
Å
UNIT
Let er goed op dat het snoer
B
voor de aanslui-
ting van het binnenapparaat op het buiten-
apparaat niet in aanraking komt met de afsluiter.
• Voor de netspanning en de verbindingskabels voor binnen- en buitenapparaten gebruikt u standaard
elektriciteitsdraden.
• Duw de kabelkern zo ver in de aansluitklem dat u de blote kabel niet meer kunt zien en trek aan elk kabel om
er zeker van te zijn dat de kabel goed vast zit. Als de kabels niet volledig in de aansluitklemmen zijn geduwd,
kan dit het doorbranden van de aansluitblokken tot gevolg hebben.
Specificaties van de spanningsdraad
3-aderige kabel 2,5 mm
2
, in overeenstemming met Ontwerp 245 IEC 57.
Vereisten aansluitdraad binnen-en buitenunit
4-aderige kabel 1,0/1,5 mm
2
, in overeenstemming met Ontwerp 245 IEC 57.
Deze installatiehandleiding is alleen voor de installatie van het buitenapparaat. Raadpleeg de installatie-
handleidingen die bij de binnenapparaten worden meegeleverd, voor de installatie daarvan.
5. AANSLUITEN VAN DE BINNEN- EN BUITENUNIT,
AFWERKING EN TESTEN
Klepgrootte voor buitenunit
Å
UNIT
Vloeistofpijp
ø6,35 mm
Gaspijp
ø12,7 mm
ı
UNIT
Vloeistofpijp
ø6,35 mm
Gaspijp
ø9,52 mm
Ç
UNIT
Vloeistofpijp
ø6,35 mm
Gaspijp
ø9,52 mm
Î
UNIT
Vloeistofpijp
ø6,35 mm
Gaspijp
ø9,52 mm
Binnenunit
Î
UNIT
Binnenunit
Ç
UNIT
Buitenunit
Binnenunit
ı
UNIT
Binnenunit
Å
UNIT
5-1
AFGEDICHTE AANSLUITINGEN
LEIDINGLENGTE EN HOOGTEVERSCHIL
Grenzen
3A54VA
4A71VA
Pijplengte per binnenapparaat
25 m
max.
25 m
max.
Totale pijplengte voor multi-systeem
50 m
max.
60 m
max.
Hoogteverschil
10 m
max.
10 m
max.
Pijpbochten per binnenapparaat
25
max.
25
max.
Totale aantal pijpbochten voor multi-systeem
50
max.
60
max.
Toevoegen koelvloeistof ...... Indien de leidinglengte meer dan 40 m is, is extra koelvloeistof (R410A) vereist.
(Het buitenapparaat is voorzien van koelvloeistof voor een leiding van maximaal 40 m.)
Leidinglengte
Maximaal 40 m
Geen extra koelvloeistof vereist.
Meer dan 40 m
Extra koelvloeistof vereist.
(Zie de tabel hieronder.)
Toe te voegen koelvloeistof
20 g/m
×
(lengte koellelding (m) -40)
• Zie voor pijpgrootte de onderstaande tabel.
KEUZE VAN PIJPGROOTTE
De diameter van de verbindingspijpen wordt bepaald door het type en de capaciteit van de binnenapparaten.
Stem, aan de hand van de volgende tabel, de diameters van de verbindingspijpen van de binnen- en buiten-
apparaten op elkaar af.
(MXZ-4A71VA)
MXZ-4A71VA
Klepgrootte voor buitenunit
Å
UNIT
Vloeistofpijp
ø6,35 mm
Gaspijp
ø9,52 mm
ı
UNIT
Vloeistofpijp
ø6,35 mm
Gaspijp
ø9,52 mm
Ç
UNIT
Vloeistofpijp
ø6,35 mm
Gaspijp
ø9,52 mm
MXZ-3A54VA
Type
Pijpgrootte voor
Toegestane grootte
binnenunit
voor verbindingspijp
22
Vloeistofpijp
ø6,35 mm
ø6,35 mm
25
35
Gaspijp
ø9,52 mm
ø9,52 mm
50
Vloeistofpijp
ø6,35 mm
ø6,35 mm
Gaspijp
ø12,7 mm
ø12,7 mm
60
Vloeistofpijp
ø6,35 mm
ø6,35 mm
Gaspijp
ø15,88 mm
ø15,88 mm
Binnen/buiten-verbindingsdraad
<BUITENUNIT>
UNIT
VOEDING
~/N 230 Volt 50 Hz
UNIT
UNIT
UNIT
}
}
}
}
Sluit het snoer
B
voor de aansluiting van het binnenapparaat op
het buitenapparaat en het voedingsnoer
A
stevig aan.
Ç
UNIT
ı
UNIT