125
x
13 Flitssynchronisatie
13.1 Automatische sturing naar de flits-
synchronisatietijd
Afhankelijk van de camera en de daarop ingestelde
camerafunctie wordt, zodra de flitser opgeladen is
de belichtingstijd omgeschakeld naar de flitssyn-
chronisatietijd (zie de gebruiksaanwijzing van de
camera).
Kortere tijden dan de flitssynchronisatietijd kunnen
niet worden ingesteld, c.q. worden naar de flitssyn-
chronisatietijd omgeschakeld. Sommige camera’s
hebben een synchronisatiebereik van bijv. 1/60 s.
tot 1/250 s. (zie de gebruiksaanwijzing van de
camera). Welke synchronisatietijd de camera dan
instelt hangt af van de er op ingestelde functie, van
de helderheid van de omgeving en van de brand-
puntsafstand van het gebruikte objectief.
Langere belichtingstijden dan de flitssynchronisa-
tietijd kunnen, afhankelijk van de camerafunctie en
gekozen flitssynchronisatie wel worden gebruikt.
Bij camera’s met een centraalsluiter is er geen flits-
synchronisatietijd en bij de synchronisatie op korte
belichtingstijden (zie 7.5) wordt niet automatisch
naar de flitssynchronisatietijd omgeschakeld.
In die gevallen kan met alle belichtingstijden wor-
den geflitst.
13.2 Normale synchronisatie
Bij de normale synchronisatie wordt de flits aan het
begin van de belichtingstijd ontstoken (= synchro-
nisatie bij het opengaan van de sluiter). Deze nor-
male synchronisatie is de standaardfunctie en
wordt door alle camera’s uitgevoerd. Hij is geschikt
voor de meeste flitsopnamen. De camera wordt,
afhankelijk van de er op ingestelde camerafunctie
de ingestelde belichtingstijd naar de flitssynchroni-
satietijd omgeschakeld.
Gebruikelijk zijn tijden tussen 1/30 sek. en
1/125sek. (zie de gebruiksaanwijzing van de came-
ra).
Op de flitser verschijnt er voor deze functie geen
aanduiding.
13.3 Synchronisatie bij lange belichting-
stijden (SLOW)
Bij de synchronisatie bij lange belichtingstijden
SLOW komt de beeldachtergrond bij een lage omge-
vingshelderheid beter uit. Dit wordt bereikt door
belichtingstijden die aan de omgevingshelderheid
zijn aangepast. Daarbij worden door de camera
automatisch belichtingstijden ingesteld die langer
dan de flitssynchronisatietijd zijn (bijv. belichting-
stijden tot aan 30 seconden). Bij enkele cameramo-
dellen wordt de synchronisatie bij lange belichting-
stijden in bepaalde onderwerpsprogramma’s (bijv.
het nachtopnameprogramma enz.) automatisch
geactiveerd, c.q. kan op de camera worden inge-
steld (zie de gebruiksaanwijzing van de camera).
Op de flitser hoeft niets te worden ingesteld en er
verschijnt ook gaan aanduiding voor deze functie.
Содержание mecablitz M400
Страница 45: ...45 j ...
Страница 46: ...46 j ...
Страница 90: ...90 l ...
Страница 134: ...134 x ...
Страница 178: ...178 k ...
Страница 222: ...222 ö ...
Страница 266: ...266 c ...
Страница 273: ...273 ...