26
NL
B
Controleren
Zichtcontrole:
Zijn reservoir [1], slang [2] en drukketel [15], uitzetventiel [6],
manometer [12] en sproeibuis [3] met sproeier onbeschadigd?
Let in het bijzonder op de verbindingen tussen drukketel – slang en slang –
uitzetventiel, alsmede de toestand van de sproeibuis.
Functie:
Bedien de pomphefboom [11]. (
afb. 7
).
►
Op de manometer [12] wordt stijgende druk weergegeven.
Bedien het uitzetventiel [6] (
afb. 8
).
►
Het uitzetventiel moet openen en sluiten.
Laat beschadigde of niet werkende onderdelen onmiddellijk vervangen door onze
serviceafdeling of door onze erkende servicepartners.
Voorbereiden
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk „Veiligheid“ in acht.
Het apparaat moet rechtop staan.
1. Draai het deksel [8] van het reservoir.
(afb. 4).
Advies voor het mengen van de sproeivloeistof in het apparaat of het voormengen in
een extern reservoir: vul het reservoir tot 1/3 met water, voeg dan het sproeimiddel toe
en vul de rest met water.
2. Vul de sproeivloeistof door de vulzeef [9] in het reservoir.
(afb. 5).
Bij het vullen uit een waterleiding mag de leiding of een slang niet in het reservoir
steken.
3. Controleer de vulhoogte met de schaalverdeling [10] op het reservoir.
(afb. 5).
4. Draai het deksel [8] op het reservoir.
(afb. 6).
Sproeien
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk „Veiligheid“ in acht.
Gebruik het apparaat alleen rechtop staand of hangend.
Voorkom wegdrijven van sproeidruppeltjes naar niet te behandelen oppervlakken.
Neem de voorschriften van de fabrikant van de middelen in acht.
1. Hang het apparaat over uw schouder.
(afb. 7).
2. Pomp met behulp van de hefboom [11] tot de gewenste druk
(
→
Tabel 2, afb. 7)
.
De max. druk mag niet hoger zijn dan 6 bar (rode streep op de manometer [12], afb. 8).
Indien de maximale druk wordt overschreden, wordt het drukbegrenzingsventiel
geactiveerd en zorgt dat de overdruk in het gesloten reservoir verdwijnt.
Om het nadruppelen te voorkomen, moet u tijdens het voor het eerst sproeien de
sproeibuis omhoog houden en het uitzetventiel bedienen tot er geen met lucht
vermengde vloeistof meer uitkomt.
3. Bedien het uitzetventiel [6]
(afb. 8).
►
Het sproeien begint.
4. Let op de optimale sproeidruk
(
→
tabel 2)
op de manometer [12]
(afb. 8)
.
Sproeidruk
Sproeihoeveelheid bij holle kegelsproeier (eerste
uitrusting)
1,5 bar
0,56 l/min
2,0 bar
0,64 l/min
3,0 bar
0,78 l/min