63
9. DMX-aansluiting
Er kunnen max. 32 toestellen in een DMX-ketting worden opgenomen, omdat anders de controller
wordt overbelast.
De maximale totale lengte van de DMX-ketting mag 500 m niet overschrijden.
Bij gebruik van XLR-microfoonkabels kan het tot storingen in de DMX-signaaloverdracht komen.
Gebruikt u in dit geval speciale DMX-hoogfrequentieleidingen.
a) Aansluiting van een DMX-controller
Het toestel is uitsluitend bedoeld voor aansluitingen op DMX-controllers met DMX-512-protocol.
• Verbind de DMX-ingang DMX INPUT (3) met de uitgang van de DMX-controller.
• Gebruik hiervoor een afgeschermde XLR-kabel. De controller moet telkens naargelang de DMX-bedrijfsmodus over
meer dan 48 vrije stuurkanalen beschikken.
• Verbind de DMX-uitgang DMX OUTPUT (4) met de DMX-ingang van het onderstaande apparaat. Als het lichteffect
de laatste of de enige lamp in de DMX-ketting is, dan plaatst u hier een stekker met een 120 Ohm/0,25 W-afsluit-
weerstand (tussen pen2 en pen3).
Bedrading van de DMX-aansluiting: Pen1 = massa / Pen2 = (-) / Pen3 = (+).
Verbind de massaleiding GND nooit met de massa van de behuizing van het lichteffect, omdat het anders
kan komen tot storingen in de signaaloverdracht, veroorzaakt door massalussen.