Versie 07/12
DB-S6 Mistmachine
Bestnr. 59 14 04
1. Bedoeld gebruik
De mistmachine wordt gebruikt om een geschikte mistvloeistof door verhitting te verdampen
en hierdoor een misteffect te produceren. De mistmachine kan worden geregeld via een
draadgebonden afstandsbediening of via een 512 DMX-besturingseenheid. Dit product is alleen
goedgekeurd voor aansluiting op 220 – 240 V/AC 50 Hz en voor randgeaarde contactdozen. Het
product mag uitsluitend in gesloten ruimten worden gebruikt, dus niet in de open lucht. Contact
met vocht, bijv. in de badkamer, moet absoluut worden voorkomen.
In verband met veiligheid en normering (CE) zijn geen aanpassingen en/of wijzigingen aan dit
product toegestaan. Indien het product voor andere doeleinden wordt gebruikt dan hiervoor
beschreven, kan het product worden beschadigd. Bovendien kan bij verkeerd gebruik een
gevaarlijke situatie ontstaan met als gevolg bijvoorbeeld kortsluiting, brand, elektrische schok
enzovoort. Lees de gebruiksaanwijzing volledig door en gooi hem niet weg. Het product mag
alleen samen met de gebruiksaanwijzing aan derden ter beschikking worden gesteld.
2. Leveringsomvang
• Mistmachine
• Draadgebonden afstandsbediening
• Gebruiksaanwijzing
3. Veiligheidsinstructies
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en let vooral op de veiligheidsinstructies.
Indien de veiligheidsinstructies en de aanwijzingen voor een juiste bediening in
deze gebruiksaanwijzing niet worden opgevolgd, kunnen wij niet aansprakelijk
worden gesteld voor de daardoor ontstane schade aan apparatuur of persoonlijk
letsel. Bovendien vervalt in dergelijke gevallen de garantie.
Personen / Product
• Het apparaat is geen speelgoed. Houd het buiten bereik van kinderen en huisdieren.
• Laat verpakkingsmateriaal niet zomaar rondslingeren. Dit kan gevaarlijk materiaal worden
voor spelende kinderen.
• Bescherm het product tegen extreme temperaturen, direct zonlicht, sterke schokken, hoge
luchtvochtigheid, vocht, ontvlambare gassen, dampen en oplosmiddelen.
• Zet het product niet onder mechanische druk.
• Als het niet langer mogelijk is het apparaat veilig te bedienen, stel het dan buiten bedrijf en
zorg ervoor dat niemand het per ongeluk kan gebruiken. Veilige bediening kan niet langer
worden gegarandeerd wanneer het product:
- zichtbaar is beschadigd,
- niet langer op juiste wijze werkt,
- tijdens lange periode is opgeslagen onder slechte omstandigheden, of
- onderhevig is geweest aan ernstige vervoergerelateerde druk.
• Behandel het apparaat met zorg. Schokken, botsingen of zelfs een val van een beperkte
hoogte kan het product beschadigen.
• De montage en de installatie van het apparaat mogen uitsluitend door een vakman worden
uitgevoerd die vertrouwd is met de gevaren en relevante voorschriften. Het product mag alleen
onderhouden, bediend en in gebruik genomen worden door personen die overeenkomstig
gekwalificeerd zijn.
• Houd bij de keuze van een montageplaats rekening met het feit dat schokken, trillingen, stof,
koude, hitte en vochtigheid vermeden moeten worden. Er mogen bovendien geen sterke
transformatoren of motoren in de buurt van het apparaat zijn.
• Zorg er bij het opstellen/monteren van het apparaat voor, dat de aansluitkabels en de kabel
van de afstandsbediening niet worden afgekneld of door scherpe randen beschadigd raken.
• Gebruik het apparaat niet op brandbare oppervlakken of in de buurt van brandbare voorwerpen.
• Zorg voor een afstand van ten minste 0,5 meter t.o.v. brandbare voorwerpen.
• Let op dat de uittreedopening van de mist niet op personen, dieren of open vlammen wordt
gericht. De uittredende, hete damp kan verbrandingen veroorzaken (veiligheidsafstand van
0,5m inhouden).
• Let erop dat het apparaat voldoende kan ventileren. Er moet een vrije ruimte van 0,2 meter
rond het apparaat zijn. U mag de ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Plaats het apparaat altijd op een stabiele ondergrond. Als het valt, kunnen personen gewond
raken.
• De werkpositie van het apparaat is horizontaal zodat de tank bij het vullen en tijdens het
gebruik niet kan uitlopen.
Diversen
• Raadpleeg een expert wanneer u twijfelt over het juiste gebruik, de veiligheid of het aansluiten
van het apparaat.
• Onderhoud, aanpassingen en reparaties mogen alleen uitgevoerd worden door een expert of
in een daartoe bevoegde winkel.
• Als u nog vragen hebt die niet door deze gebruiksaanwijzingen zijn beantwoord, neem dan
contact op met onze technische dienst of ander technisch personeel.
4. Ingebruikname
Voorbereiding
Trek altijd eerst de netstekker uit het stopcontact vóórdat u de mistmachine
vult.
Vul nooit brandbare vloeistoffen in de mistmachine en voeg deze ook niet aan
de mistvloeistof toe. Gebruik alleen geschikte mistvloeistof op waterbasis
(geschikte mistvloeistoffen vindt u in het CONRAD-assortiment, zie ook
“Technische gegevens”).
Kiep de mistmachine nooit, de mistvloeistof kan uitlopen of in het inwendige
van het apparaat terecht komen en hier schade veroorzaken of tot gevaren voor
de gebruiker leiden.
Zorg bij het vullen met mistvloeistof dat geen vloeistof binnenin het
apparaat terecht komt. Dit kan leiden tot schade aan het apparaat of tot een
levensgevaarlijke elektrische schok.
1. Draai de dop van de tank los en haal de tank uit de machine.
2. Vul de tank met mistvloeistof. Vul de tank niet helemaal tot de rand omdat de mistvloeistof er
dan uit zal lopen.
3. Plaats de tank weer terug en doe de dop er weer op.
4. Stop de stekker in het stopcontact (220 – 240 V/AC, 50 Hz).
5. Zorg ervoor dat de mistmachine horizontaal staat en dat er geen mistvloeistof uit de machine komt.
Draadgebonden afstandsbediening
1. Plaats de connector van de gekabelde afstandsbediening in de ingang “Remote” aan de
achterkant van de mistmachine.
2. Zet de mistmachine aan door de knop “ON / OFF (I/O)” op de stand “ON” (I) te zetten. De “ON
/ OFF” (I/O) knop zal rood oplichten en de tank krijgt een blauwe kleur.
3. De mistmachine warmt de mistvloeistof op. Wanneer het opwarmproces voltooid is, zullen
de rode LED-lampjes op de draadgebonden afstandsbediening oplichten. De mistmachine
is klaar voor gebruik.
4. Druk op de knop op de draadgebonden afstandsbediening om mist te genereren.
5. Met behulp van de magneet op de achterkant van de draadgebonden afstandsbediening kan
deze worden bevestigd tegen de behuizing van de mistmachine.
DMX-regeling
De mistmachine ondersteunt de DMX 512 signaalstandaard. De aansluiting moet worden
gemaakt met XLR-3 kabels, waarvan pen 1 de aarde/massa is, pen 2 de min en pen 3 de plus is.
De XLR-3 kabel moet minder dan 100 m lang zijn om interferenties te voorkomen.
1. Sluit de DMX-signaalbesturingseenheid (of de DMX-uitgang van de voorafgaande DMX-
slave) aan op het XLR-3 chassisdeel CONTROL INPUT (regelingang) met een geschikte
XLR-3 kabel.
2. Sluit het XLR-3 chassisdeel CONTROL OUTPUT (regeluitgang) aan op het volgende DMX-
apparaat (indien aanwezig) met een geschikte XLR-3 kabel.
3. Stel het adres in met behulp van de DMX-512 DIL-schakelaars van 0 – 511.
De DIL-schakelaar is een binair instelsysteem. De zwarte gebieden komen overeen met de
schakelstanden: een schakelaar is op (ON, aan, logisch 1) als het zwarte gebied boven is en
een schakelaar is neer (OFF, uit, logisch 0) als het zwarte gebied beneden is. Stel het adres
in van 0 tot 511 (schakelaars DIL1 tot 9). Schakelaar DIL 10 is gereserveerd.
Voorbeeld:
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
ON
DIP
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Vertegenwoordigd
waarde
(in decimalen)
1
2
4
8
16
32
64
128 256 –
In dit voorbeeld is het binaire adres ingesteld als: 64+256, hetgeen betekent dat het adres
overeenkomt met decimaal “320”.
4. Met de DMX-besturingseenheid moet de waarde van kanaal 1 worden verhoogd voor het
produceren van mist. Hoe hoger de waarde van kanaal 1 is, hoe meer mist er wordt opgewekt.
5. Onderhoud
Controleer regelmatig de technische veiligheid van de mistmachine, bijvoorbeeld op beschadiging
van het netsnoer en de behuizing.
Neem altijd de volgende veiligheidsinstructies in acht voordat u het apparaat gaat schoonmaken
of onderhouden:
• Bij het openen van deksels of het verwijderen van onderdelen, ook wanneer dit handmatig
mogelijk is, kunnen spanningvoerende delen worden blootgelegd.
• Ook aansluitpunten kunnen spanningvoerend zijn.
• Indien opening van het apparaat noodzakelijk is voor uitbalancering, onderhoud, reparatie of
vervanging van onderdelen of elementen moet het apparaat worden losgekoppeld van alle
spanningsbronnen.