59 NEDERLANDS
OPMERKING:
%MM M-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
M
MM
Gereedschap-/
accubeveiligingssysteem
X &+
M-
matisch de voeding naar de motor uit om de levensduur
van het gereedschap en de accu te verlengen. Het
M M-
pen als het gereedschap of de accu aan één van de
I
Overbelastingsbeveiliging
Q M
wordt getrokken, stopt het gereedschap automatisch
M Q M
het gereedschap uit en stopt u de toepassing die ertoe
MM
vervolgens het gereedschap in om het weer te starten.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap of de accu oververhit is,
In dat geval laat u het gereedschap en de accu afkoelen
voordat u het gereedschap opnieuw inschakelt.
Beveiliging tegen te ver ontladen
% -
[
vanaf het gereedschap en laadt u de accu op.
De trekkerschakelaar gebruiken
LET OP:
Alvorens de accu in het gereed-
schap te plaatsen, moet u altijd controleren of de
trekkerschakelaar goed werkt en bij het loslaten
terugkeert naar de stand “OFF”.
LET OP:
De schakelaar kan in de aan-stand
vergrendeld worden, hetgeen bij langdurig
gebruik comfortabeler werkt. Wees extra voor-
zichtig wanneer u de schakelaar in de aan-stand
vergrendelt en houd het gereedschap altijd stevig
vast.
LET OP:
Breng de accu niet aan terwijl de
vergrendelknop is ingedrukt.
LET OP:
Wanneer u het gereedschap niet
gebruikt, drukt u op de trekkervergrendelknop
vanaf de
-kant om de trekkerschakelaar te ver-
grendelen in de uit-stand.
b
Fig.3:
1.
Trekkervergrendelknop
b
Fig.4:
1.
Trekkerschakelaar
2.
Vergrendelknop
3.
Trekkervergrendelknop
Om te voorkomen dat de trekkerschakelaar per ongeluk
wordt ingeknepen, is een trekkervergrendelknop aange-
} M
%&M!
" MM MM
trekkerschakelaar in. Laat de trekkerschakelaar los om
> M M MM -
knop vanaf de B-kant (
).
} MM
eerst de trekkerschakelaar in, drukt u daarna de ver-
grendelknop in, en laat u tenslotte de trekkerschakelaar
} M M-
kerschakelaar helemaal in en laat u deze vervolgens
weer los.
Toerentalregelaar
b
Fig.5:
1.
Toerentalregelaar
Het toerental van het gereedschap kan worden veran-
derd door de toerentalregelaar te draaien. De onder-
Cijfer
Toerental
1
1.000 min
-1
2
1.200 min
-1
3
1.400 min
-1
4
*@''
-1
5
1.800 min
-1
KENNISGEVING:
Wanneer de toerentalregelaar
wordt veranderd van stand “5” naar stand “1”,
draait u de regelaar linksom. Draai de regelaar
niet met kracht rechtsom.
Indicatorlampje overbelasting en
oververhitting
b
Fig.6:
1.
[
%
M -
M
T
% -
; M
voordat u het gereedschap weer inschakelt.
Elektronische functie
X XM -
MX
volgende functie.
Constant-toerentalregeling
_M MM -
X
Zachte-startfunctie
_MX M MM
van de aanloopschok.
Содержание DSL800
Страница 2: ...1 2 3 Fig 1 1 2 Fig 2 1 A B Fig 3 1 2 3 Fig 4 1 Fig 5 1 Fig 6 Fig 7 1 Fig 8 2 ...
Страница 3: ...1 2 Fig 9 1 2 Fig 10 2 1 Fig 11 1 2 Fig 12 1 2 Fig 13 1 Fig 14 3 ...
Страница 4: ...1 2 3 Fig 15 1 2 3 Fig 16 1 2 3 4 Fig 17 Fig 18 4 ...
Страница 5: ...1 Fig 19 1 2 Fig 20 1 2 Fig 21 Fig 22 Fig 23 Fig 24 5 ...
Страница 6: ...1 Fig 25 1 2 3 4 Fig 26 1 2 3 Fig 27 1 Fig 28 1 2 2 1 Fig 29 Fig 30 6 ...
Страница 7: ...1 Fig 31 2 1 Fig 32 1 Fig 33 1 Fig 34 1 2 2 1 Fig 35 1 2 Fig 36 7 ...
Страница 8: ...1 3 2 Fig 37 8 ...
Страница 123: ...123 ...