35 NEDERLANDS
De lamp op de voorkant gebruiken
►
Fig.4:
1.
Lamp
LET OP:
Kijk niet direct in het lamplicht of in
de lichtbron.
Knijp de trekkerschakelaar in om de lamp in te schake
-
len. De lamp blijft branden zo lang de trekkerschakelaar
wordt ingeknepen. De lamp gaat 10 tot 15 seconden
nadat u de aan-uitschakelaar hebt losgelaten uit.
OPMERKING:
Gebruik een droge doek om vuil van
de lens van de lamp af te vegen. Wees voorzichtig
dat u de lens van de lamp niet bekrast omdat dan de
verlichting minder wordt.
De omkeerschakelaar bedienen
►
Fig.5:
1.
Omkeerschakelaar
LET OP:
Controleer altijd de draairichting
alvorens het gereedschap te starten.
LET OP:
Verander de stand van de omkeer-
schakelaar alleen nadat het gereedschap volledig
tot stilstand is gekomen.
Als u de draairichting
verandert terwijl het gereedschap nog draait, kan het
gereedschap beschadigd raken.
LET OP:
Zet de omkeerschakelaar altijd in de
neutrale stand wanneer u het gereedschap niet
gebruikt.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de omkeerscha-
kelaar in vanaf kant A voor de draairichting rechtsom, of
vanaf kant B voor de draairichting linksom.
Wanneer de omkeerschakelaar in de neutrale
stand staat, kan de trekkerschakelaar niet worden
ingeknepen.
Snelheidskeuze
►
Fig.6:
1.
Snelheidskeuzeknop
LET OP:
Zet de snelheidskeuzeknop altijd
volledig in de juiste stand.
Als u het gereedschap
gebruikt met de snelheidskeuzeknop halverwege
tussen de standen "1" en "2", kan het gereedschap
beschadigd worden.
LET OP:
Verander de instelling van de snel-
heidskeuzeknop niet terwijl het gereedschap
draait.
Dat kan het gereedschap beschadigen.
Stand van de
snelheids-
keuzeknop
Snelheid
Koppel
Toepassing
1
Laag
Hoog
Zware
belasting
2
Hoog
Laag
Lichte
belasting
Als u de snelheid wilt veranderen, schakelt u eerst het
gereedschap uit. Selecteer stand "2" voor een hoge
snelheid of stand "1" voor een lage snelheid met een
hoog koppel. Let op dat de snelheidskeuzeknop geheel
in de juiste stand is gezet voordat u gaat werken.
Als de snelheid van het gereedschap tijdens gebruik in
stand "2" sterk afneemt, zet u de knop in stand "1" en
begint u het gebruik opnieuw.
Het aandraaikoppel instellen
►
Fig.7:
1.
Instelring
2.
Koppelaanduiding
3.
Pijlteken
Door de instelring te draaien, kan het aandraaikoppel worden ingesteld op 22 niveaus. Lijn de koppelaanduiding uit
met het pijlteken op het gereedschapshuis. Voor het minimumaandraaikoppel kiest u 1 en voor het maximumaan
-
draaikoppel kiest u
.
De koppeling slipt door op de betreffende koppelniveaus bij de instellingen 1 tot en met 21. De koppeling werkt niet
op de instelling
.
Alvorens met het eigenlijke werk te beginnen, draait u eerst een testschroef in uw werkstuk of een stuk identiek
materiaal, om te bepalen welk aandraaikoppel het meest geschikt is voor een bepaalde toepassing.
Hieronder volgt een grove richtlijn voor de relatie tussen de schroefmaat en de koppelaanduiding.
Koppelaanduiding
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Kolomschroef
M4
M5
M6
Houtschroef
Zachthout
(bijv.
naaldhout)
–
ɸ
3,5 x 22
ɸ
4,1 x 38
–
Hardhout
(bijv.
meranti)
–
ɸ
3,5 x 22
ɸ
4,1 x 38
–
Содержание DDF482
Страница 2: ...3 1 2 Fig 1 1 2 Fig 2 1 Fig 3 1 Fig 4 1 A B Fig 5 1 Fig 6 2 1 3 Fig 7 1 2 3 Fig 8 2 ...
Страница 3: ...2 1 3 Fig 9 2 1 Fig 10 Fig 11 3 ...
Страница 71: ...71 ...