39 NEDERLANDS
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading laag is, stopt het gereedschap auto
-
matisch. Als het gereedschap niet werkt, ook niet wan
-
neer de schakelaars worden bediend, verwijdert u de
accu’s vanaf het gereedschap en laadt u de accu’s op.
De resterende acculading
controleren
Alleen voor accu’s met indicatorlampjes
►
Fig.2:
1.
Indicatorlampjes
2.
Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedu
-
rende enkele seconden.
Indicatorlampjes
Resterende
acculading
Brandt
Uit
Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu
op.
Er kan een
storing zijn
opgetreden in
de accu.
OPMERKING:
Afhankelijk van de gebruiksomstan
-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
De trekkerschakelaar gebruiken
WAARSCHUWING:
Alvorens de accu in het
gereedschap te plaatsen, moet u altijd controle-
ren of de trekkerschakelaar goed werkt en bij het
loslaten terugkeert naar de stand “OFF”.
WAARSCHUWING:
U mag NOOIT de uit-ver-
grendelhendel buiten werking stellen door hem
met tape vast te zetten of iets dergelijks.
Een
schakelaar met een buiten werking gestelde uit-ver
-
grendelhendel, kan leiden tot onbedoeld inschakelen
en ernstig persoonlijk letsel.
WAARSCHUWING:
Gebruik het gereed-
schap NOOIT als het start door alleen maar de
trekkerschakelaar in te knijpen zonder de uit-ver-
grendelknop in te drukken.
Een schakelaar die
moet worden gerepareerd, kan leiden tot onbedoeld
inschakelen en ernstig persoonlijk letsel. Stuur het
gereedschap naar een Makita-servicecentrum voor
deugdelijke reparatie ALVORENS het verder te
gebruiken.
Om te voorkomen dat de trekkerschakelaar per ongeluk
wordt bediend, is een uit-vergrendelknop aangebracht.
Om het gereedschap te starten, duwt u de uit-vergren-
delhendel omlaag en knijpt u de trekkerschakelaar in.
Laat de trekkerschakelaar los om te stoppen.
►
Fig.3:
1.
Trekkerschakelaar
2.
Uit-vergrendelhendel
KENNISGEVING:
Knijp de trekkerschakelaar
niet hard in zonder de uit-vergrendelhendel
omlaag te duwen.
Hierdoor kan de schakelaar kapot
gaan.
LET OP:
Onmiddellijk nadat u de trekkerscha-
kelaar hebt losgelaten, begint het gereedschap
de snelheid van het cirkelzaagblad af te remmen.
Houd het gereedschap stevig vast om de reac-
tiekracht van het afremmen te kunnen opvangen
nadat de trekkerschakelaar is losgelaten.
Door de
plotselinge reactiekracht kan het gereedschap uit uw
handen vallen en persoonlijk letsel veroorzaken.
De zaagdiepte instellen
LET OP:
Nadat u de zaagdiepte hebt inge-
steld, zet u de hendel altijd stevig vast.
Zet de hendel los en verstel de zool omhoog of omlaag.
Zet de zool vast op de gewenste zaagdiepte door de
hendel vast te draaien.
Voor een schonere, veiligere zaagsnede, stelt u de
zaagdiepte zodanig in dat niet meer dan een tand
-
hoogte door het werkstuk heen steekt. Door de zaag
-
diepte goed in te stellen, verkleint u de kans op een
potentieel gevaarlijke TERUGSLAG, en daarmee op
persoonlijk letsel.
►
Fig.4:
1.
Hendel
2.
Los
3.
Vast
Zichtlijn
Plaats de uitlijningslijn van de zool op uw beoogde
zaaglijn op het werkstuk.
►
Fig.5:
1.
Uitlijningslijn
2.
Zaaglijn
3.
Zool
De lamp inschakelen
LET OP:
Kijk niet direct in het lamplicht of in
de lichtbron.
Om de lamp in te schakelen zonder het gereedschap in
te schakelen, knijpt u de trekkerschakelaar in zonder de
uit-vergrendelhendel omlaag te duwen.
Om de lamp in te schakelen terwijl het gereedschap is
ingeschakeld, duwt u de uit-vergrendelhendel omlaag
en knijpt u vervolgens de trekkerschakelaar in.
►
Fig.6:
1.
Lamp
OPMERKING:
Gebruik een droge doek om vuil van
de lens van de lamp af te vegen. Wees voorzichtig
dat u de lens van de lamp niet bekrast omdat dan de
verlichting minder wordt.