V.1.0
71
V.1.0
70
•
Het toestel bevindt zich in de buurt van een warmtebron.
4) De deur van de diepvriezer gaat moeilijk open:
U kunt de deur van de diepvriezer die u net gesloten hebt moeilijk openen. Wanneer
de deur wordt geopend, wordt de koude lucht die uit de diepvriezer ontsnapt, ver-
vangen door lucht op omgevingstemperatuur. Tijdens het afkoelen van deze warme
lucht ontstaat er een gebied van lage druk, er ontstaat een vacuüm en wordt het
moeilijk om de deur te openen. Na enkele minuten wordt de normale druk hersteld
in de diepvriezer en kunt u de deur makkelijk openen.
Indien onderstaande elementen u niet helpen bij het oplossen van uw specifiek
probleem, probeer het toestel dan niet zelf te herstellen; contacteer de klanten-
dienst van uw verkoper.
BELANGRIJK: herstellingen van uw toestel mogen enkel worden uitgevoerd door
gekwalificeerde technici. Slecht uitgevoerde herstellingen kunnen een gevaar
vormen voor de gebruikers en worden niet gedekt door de garantie.
i
ndien
het
toestel
lAngdurig
niet
gebruikt
wordt
•
Zet de thermostaatknop op de stand
MIN
.
•
Haal de stekker uit het stopcontact, maak leeg, ontdooi en reinig het toestel.
•
Laat de deur open om de vorming van onaangename geurtjes te vermijden.
b
iJ
stroomonderbreking
•
Indien de panne van korte duur is, is er geen enkel risico en zullen de voedingswaren
niet worden aangetast.
•
Vermijd echter de deur te openen (duur van de temperatuurstijging kan aanzienlijk
worden verkort wanneer het toestel weinig gevuld is).
•
Bij langdurige panne verplaatst u de diepgevroren en bevroren producten naar
een andere diepvriezer. De bedrijfsautonomie van uw toestel wordt aangegeven
in de paragraaf «Productfiche».
•
Zodra u de eerste tekenen van ontdooiing vaststelt, dienen de voedingsmiddelen
zo snel mogelijk opgegeten te worden.
•
• Een ontdooid product mag nooit opnieuw ingevroren worden (tenzij het
ondertussen bereid werd).
g
eluiden
tiJdens
de
werking
Volgende geluiden zijn kenmerkend voor koeltoestellen:
•
Getik
Wanneer de compressor in- of uitschakelt, hoort u getik.
•
Zoemen
Van zodra de compressor inschakelt, hoort u gezoem.
•
Gerommel/geklots
Wanneer de koelvloeistof door de dunne buizen stroomt, is er gerommel en geklots
hoorbaar. Zelfs wanneer de compressor uitgeschakeld is, zijn gedurende korte tijd
deze geluiden nog hoorbaar.