18
NL
A1
A2
2.
1.
A3
A2
A2
A1
4.
3.
A3
A2
<
0,5
mm / m = OK
Kalibratie controleren
3.
Plaats het toestel zo dicht mogelijk tegen de wand ter
hoogte van punt A1.
4.
Draai het toestel vervolgens 180° en markeer punt A3. Het
verschil tussen A2 en A3 moet binnen de tolerantie van de
nauwkeurigheid liggen.
Kalibratiecontrole voorbereiden
U kunt de kalibratie van de laser controleren. Plaats het toestel
in het
midden
tussen twee muren die minstens 5 meter van
elkaar verwijderd zijn
(LASERKRUIS AAN)
. Voor een optimale
controle een statief gebruiken.
1.
Markeer punt A1 op de wand.
2.
Draai het toestel 180° om en markeer het punt A2.
Tussen A1 en A2 hebt u nu een horizontale referentie.
Wanneer het verschil tussen punt A2 en A3 groter
is dan de aangegeven tolerantie, nl. 0,5 mm / m,
is een kalibratie nodig. Neem hiervoor contact op
met uw vakhandelaar of met de serviceafdeling van
UMAREX-LASERLINER.
!