32
2. Open het deksel van het apparaat en vul het waterreservoir
met de benodigde hoeveelheid koud, vers kraanwater. De
markering aan de binnenkant van het waterreservoir geeft
het benodigde waterniveau aan. Overschrijd het max.
vulniveau
nooit,
om te voorkomen dat er heet water uit
het apparaat kan lopen.
De hoeveelheid water die gebruikt moet worden is
afhankelijk van uw persoonlijke koffiesmaak.
3. Draai de wateruitlaat naar de zijkant om de filterhouder en
het permanent filter te plaatsen.
Zorg ervoor dat de filterhouder en het permanent filter
goed zijn geplaatst en uitgelijnd!
4. Voeg, naar smaak, de gewenste hoeveelheid gemalen
koffie toe in het filter.
Gebruik voor elke kop koffie één afgestreken maatlepel
gemalen koffie. Pas de hoeveelheid koffie aan voor
sterkere of mildere koffie.
Zorg ervoor dat u medium gemalen koffie gebruikt.
Hoe fijner het koffiepoeder, hoe groter de kans dat de
poriën van het filter verstopt raken.
5. Plaats de wateruitlaat recht boven de filterhouder en sluit
het deksel.
Opmerking:
Zorg er altijd voor dat de wateruitlaat recht
boven de filterhouder is geplaatst.
6. Zorg ervoor dat de lekbak goed is bevestigd.
7. Plaats de koffiekop (zonder deksel) in het apparaat. Druk
op de Aan/uit-knop om het apparaat in te schakelen. Het
geïntegreerde indicatielampje geeft aan dat het apparaat
in werking is.
