Stand Dezember 2006
NL
Wateralarm
Gebruiksaanwijzing zorgvuldig doorlezen!
Een betrouwbare vroege waarschuwing bij waterschade
wordt alleen gegeven als dit wateralarm volgens de
onderstaande richtlijnen gebruikt wordt.
Inleiding
Met Free-control schakelt u simpel, comfortabel en
eenvoudig uw elektra apparatuur. Dit
gebruiksvriendelijke en draadloze systeem bestaat
altijd uit een draadloze zender en ontvanger. Bij Free-
control (met logo:
) kan de zender met alle
ontvangers verbonden worden, met uitzondering voor
apparatuur met artikelnummers xxxx.xxx1.x (met logo:
control
).
Toepassing
Vermijd of verminder waterschade door tijdige
herkenning.
Dit wateralarm is uitsluitend voor het gebruik in het
privé-huis.
Onze aanbeveling
Installeer een wateralarm per wateraansluiting.
Het wateralarm gaat alleen af, zodra hij water herkent.
Alles wat het water verhindert om bij de sensoren te
komen, kan het alarm uitstellen of zelfs helemaal
verhinderen.
Om het wateralarm optimaal te gebruiken raden wij
aan om per watergebruikend apparaat en per kamer
een wateralarm te installeren.
Test u de luidheid van de alarmtoon uit, zodat u in geval
van gevaar op tijd en duidelijk gewaarschuwd wordt.
Installeer zo nodig een extra melder om het alarm door
te zenden.
Laat u zich adviseren: bij de loodgieter kunnen ze
vertellen hoe u zich het beste kunt beschermen.
Hoe vermijdt u vals alarm?
In de buurt van open vuur en stoffige ruimten kunt u
het wateralarm niet gebruiken.
Deze ruimten beïnvloeden het functioneren van het
wateralarm.
Slecht functioneren is dan niet uitgesloten.
Hoe installeert en gebruikt u het wateralarm?
Free-control wateralarm wordt eenvoudig geïnstalleerd
(afb. 2).
De afstand van de grond tot de watersensor is 0,5 mm
(afb. 4.1).
Kies eerst een geschikte plaats voor installatie.
De watersensor kan naar behoefte verlegt worden.
Hierdoor kunt u het wateralarm hoger plaatsen (b.v.
ophangen), om deze te beschermen tegen water.
Open aan de achterkant het batterijvak.
Plaats de 9V batterij in het batterijvak en let op de + en
- kant van de batterij (afb.6).
Wij adviseren u:
a) Het wateralarm eerst te testen voor u met de
programmering (zelfleermodus) begint.
b) Deze test, regelmatig, eenmaal per week herhalen.
c) Het wateralarm iedere 6 maanden te reinigen.
d) Het wateralarmdeksel en watersensoren niet
bekleden, bv. met behang.
Hoe test u het wateralarm?
U kunt een testalarm handmatig laten afgaan (afb. 3).
Drukt u hiervoor de test toets 1 seconde in (afb. 3).
Het functioneren van de alarmzender bij het wateralarm
wordt door dit test alarm herzien.
Nu hoort u de sirene en een rood licht gaat gedurende
2 seconden branden (afb.2).
Wij adviseren het wateralarm te ruilen wanneer dit niet
gebeurt.
Het wateralarm is nu klaar voor gebruik.
U kunt met de programmering (zelfleermodus)
beginnen, wanneer het wateralarm succesvol getest is.
Wat gebeurt er als het alarm afgaat?
Het wateralarm heeft water gesignaleerd.
De sirene loeit en het rode LED licht brandt.
Als u het wateralarm met andere Free-control
alarminstallaties en ontvangers verbindt, dan worden
deze ook ingeschakeld (afb.14).
Voor zover deze binnen het draadloze bereik zijn
geïnstalleerd.
Hoe wordt het alarm weer uitgeschakeld?
a) Het wateralarm schakelt automatisch uit wanneer
er geen water meer gesignaleerd wordt.
b) Als het wateralarm met andere draadloze
alarminstallaties verbonden is, dan schakelt het
alarm automatisch na ongeveer 30 seconden uit.
(afb. 7). Het alarm wordt opnieuw ingeschakeld,
wanneer er nog water is.
c) U kunt het wateralarm uitschakelen door op de test
toets van het wateralarm te drukken (afb. 3).
Opmerking voor handmatige uitschakeling:
Als er nog
water is, dan is een handmatige uitschakeling wel
mogelijk, maar na korte tijd zal het wateralarm weer
afgaan en alle andere apparaten opnieuw inschakelen.
Hoe worden andere Free-control ontvangers weer
uitgeschakeld?
Om meerdere ontvangers uit te schakelen, b.v. UP
ontvanger, lamp, gebruikt u een aparte zender (b.v.
handzender met hoofdtoets "0") (afb. 1).
Hoe programmeert u?
Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor alle huis
alarmsystemen (rookalarm, wateralarm, gasalarm,
koolmonoxide alarm, hittealarm).
Drukt u minstens 2 seconden hiervoor op de test toets
(afb. 3) van het wateralarm.
Hierdoor wordt de programmeermodus (zelfleermodus)
gedurende 200 seconden ingeschakeld.
Het rode LED licht (afb. 2) geeft aan dat de
programmeermodus actief is.
Na 200 seconden wordt de programmeermodus
(zelfleermodus) automatisch verlaten.
Het rode licht gaat iedere 60 seconden branden.
Hoe kunt u meerder Free-control alarm systemen met
elkaar verbinden?
Tot 32 alarmsystemen kunnen met elkaar verbonden
worden.
Zet u vantevoren alle alarmsystemen in de
zelfleermodus, zodat u zonder tijddruk binnen 200
seconden alle gewenste alarmsystemen kunt activeren.
Activeer nu bij alle gewenste alarm systemen (afb.7)
binnen 200 seconden de programmeermodus
(zelfleermodus).
Hiervoor moet u de test toets van alle alarmsystemen
minstens 2 seconden indrukken (afb. 3).
Bijvoorbeeld: Druk eerst op de testtoets van het eerste
alarmsysteem gedurende 2 seconden, vervolgens het
tweede alarmsysteem, etc.
Tot u alle gewenste alarmsystemen binnen 200
seconden heeft ingeschakeld.
Alle geactiveerde alarmsystemen worden nu
automatisch met elkaar verbonden.
Na de succesvol afgesloten programmering brandt het
rode LED licht eenmalig. (afb.2)
In de actieve modus brandt het LED licht 60 seconden
(afb. 2).
Hoe kunt u extra (nieuwe) alarmsystemen aan de
voorgaande alarmsystemen verbinden?
Herhaal de stappen zoals hierboven beschreven.
Nieuwe alarmsystemen worden automatisch met de
bestaande alarmsystemen verbonden.
Wat te doen als de programmering niet succesvol is?
Zie de punten omschreven bij niet-functioneren.
Verwijder uit voorzorg alle instellingen en herstart met
programmeren zoals hiervoor beschreven.
Welke combinatiemogelijkheden kunt u herstellen:
a) Alle alarmsystemen kunnen met elkaar draadloos
worden verbonden (afb. 7).
Bijvoorbeeld: Als een wateralarm in de kelder (b.v.
stookruimte) aangaat, wordt u ook zeker door het
rookalarm in uw slaapkamer gewekt.
b) Alle alarmsystemen kunnen draadloos met de
telefoonkiezer worden verbonden (afb. 9).
Bijvoorbeeld: Als een wateralarm (b.v. bij de
wasmachine) afgaat, wordt u via de telefoonkiezer
hierover geïnformeerd.
c) Alle alarmsystemen kunnen draadloos met het alarm-
/centraal station worden verbonden (afb. 8).
Bijvoorbeeld: Mocht het wateralarm tijdens uw
afwezigheid afgaan, dan kunt u de alarmmeldingen
oproepen.
d) Alle alarmsystemen kunnen draadloos worden
verbonden met de ontvangers van Homecomfort
(afb. 13, 14).
Bijvoorbeeld: zodra het wateralarm afgaat, kan
gelijktijdig het licht aangaan.
Zie ook de gebruiksaanwijzing van de verschillende
Free-control apparatuur voor montage en
programmering.
Wat gebeurt er bij spanningsverlies, b.v. bij het
verwisselen van de batterij?
De programmering blijft ook na uitval van spanning
actief.
Het rode licht gaat uit.
Let op, bij totale spanningsuitval werkt het wateralarm
niet meer.
Hoe kunt u de programmering weer verwijderen?
Druk minstens 10 seconden op de test toets (afb. 3).
Hierna gaat het rode licht kort branden en weer uit (afb. 3).
Dit is het signaal, dat het programma volledig is
verwijderd.
Wanneer moeten de batterijen worden verwisseld?
Gedurende 60 seconden hoort u een alarmtoon en het
licht gaat branden, wanneer de batterijspanning laag is.
Gelijktijdig zendt het wateralarm een melding "Batterij
zwak".
Deze melding "Batterij zwak" wordt iedere 24 uur
herhaalt.
Als u een alarm- centraal station gebruikt, dan krijgt u
via deze weg de melding "batterij zwak".
Wissel de batterijen binnen een week. (afb. 6).
Anders wordt de werking van het wateralarm beïnvloed.
Wij adviseren u uit voorzorg de batterijen ieder jaar te
verwisselen.
Ga als volgt te werk:
Open het batterijvak aan de achterkant.
Verwissel de batterijen.
Plaats het wateralarm zoals hierboven beschreven.
Algemene informatie
Er is geen sprake van vergoeding in geval van
waterschade.
Wateralarm systemen worden niet vergoed door
speciale- of levensverzekeringen.
U moet zelf voor de toereikende verzekering zorgen.
Dit wateralarm is niet geschikt voor mensen met een
gehoorprobleem.
Aansprakelijkheid, persoonlijke en materiële
gevolgschade n.a.v. slecht of niet functioneren van het
apparaat wordt niet vergoed.
Alle frequenties zijn in de fabriek ingesteld en kunnen
niet worden veranderd.
Per ontvanger kunnen maximaal 16 zenders worden
ingesteld.
Het frequentiekanaal 868 MHz kan niet exclusief worden
gebruikt.
Storingen zijn hierbij niet uitgesloten.
Attentie: Free-control componenten mogen nooit voor
noodvoorzieningen worden gebruikt. B.v.
noodverlichting, nooduitgang etc.
De reikwijdte is afhankelijk van stoorzenders, gebouwen
etc.
Let op de regels van elektrotechniek en de technische
informatie.
Voert u geen veranderingen in de apparatuur door.
Het is de fabrikant voorbehouden om wijzigingen door
te voeren van technische aard, constructieve of
normeringwaarden.
Toegelaten in EU en EFTA-deelstaten.
Hulp bij het vinden van de fout.
Wat kunt u doen, wanneer uw systeem niet naar behoren
functioneert?
Dan controleert u:
Zijn de batterijen niet leeg? Verwisselt u de batterijen.
Is de batterij op de goede manier geplaatst (+ -)? Op
de buitenkant staat de correcte manier.
Hebben de klemmen contact met de batterij? Eventueel
het contact iets buigen.
Zijn de kontakten aangetast? Reinigt u de kontakten
en plaats nieuwe batterijen.
Zijn de apparaten ook op spanning aangesloten?
Test m.b.v. een spanningszoeker, of er Spanning
aanwezig is.
Zijn uw zender en ontvanger op de juiste manier
geprogrammeerd (zelfleermodus)?
Verwijdert u het programmageheugen van uw ontvanger
en voer de programmering opnieuw in.
Heeft u de ontvangersindeling verwijdert en niet
opnieuw ingesteld?
Voert u de programmering (zelfleermodus) opnieuw in.
Bevindt de ontvanger zich binnen het bereik van de
zender?
U brengt de zender en ontvanger dichter bij elkaar zodat
het signaal weer tot stand komt. Simuleert u de zelfleer
ontwikkeling. Verwijdert u zichzelf langzaam van de
ontvanger, tot de ontvanger geen signaal meer ontvangt.
Mocht de ontvanger zich buiten de zenderreikwijdte
bevinden, dan is er geen signaal mogelijk. Controleer
in dit geval of andere instellingen van zender en
ontvanger veranderingen brengen.
Is er een storingszender in de buurt, b.v. een gsm-
zendmast?
Maatregelen om dit te verhelpen zijn niet mogelijk.
Heeft u accu's in plaats van batterijen gebruikt.
Gebruikt u geen accu's want daardoor kan de werking
benadeeld worden. Controleert u de accu/batterij
handleiding. Wisselt u de accu's tegen de aanbevolen
batterijen. Het gebruik van een accu is niet mogelijk.
Bevindt er zich stof of vuiligheid in het apparaat?
Voert u een optische controle en reiniging door.