2.
Instellen van de oogdoppen voor gebruik met of zonder bril (1)
Draai de oogdoppen uit (tegenwijzerzin) voor observatie zonder bril.
Draai de oogdoppen in (wijzerzin) voor observatie met bril.
3.
Instellen van de oogafstand.
Om één enkel rond beeld te zien moet u beide helften van de verrekijker zo ver uit elkaar trekken
of naar elkaar toe plooien, tot er geen storende schaduwen meer optreden.
4.
Instellen van de beeldscherpte. (4)
Door aan het scherpstelwiel te draaien kunt u een scherp beeld bekomen van
elk object op 1-9m tot oneindig.
5.
Instellen van de dioptrie-correctie (2)
Om een optimale beeldkwaliteit te bereiken moet het eventueel verschillende gezichtsvermogen
tussen het linker en het rechter oog worden gecompenseerd.
Gebruik zonder bril en gelijk gezichtsvermogen van beide ogen, of met bril:
De dioptriering in het midden laten staan.
Gebruik zonder bril en verschillend gezichtsvermogen van beide ogen:
1. Kijk met het linker oog door het linker oculair en stel scherp met het scherpstelwiel
op een gekozen object.
2. Kijk nu met uw rechter oog door het rechter oculair, en stel scherp op hetzelfde object
aan de hand van de dioptriering.
Nu hebt u de dioptrie-correctie en de scherpte-instelling uitgevoerd.
6