Nederlands
27
Instructie
Slangen met een diameter van 1
″
, 1 ¼
″
en 1 ½
″
kunnen
op het pompaansluitingsonderdeel G 1 ½ worden aan-
gesloten.
Om de gewenste deeltjesgrootte te kunnen verpompen,
moet een slangdiameter worden gekozen die groot ge-
noeg is en moet het pompaansluitingsonderdeel over-
eenkomstig aan de groeven worden verkort. Ook bij
kleinere deeltjes wordt een grote slangdiameter aanbe-
volen om een hoge doorstroomhoeveelheid mogelijk te
maken.
Slang aansluiten op pomp:
1 schroef het pompaansluitingsonderdeel G 1 ½ op
het aansluitstuk.
Afbeelding B
2 Duw de slangklem op de slang.
3 Duw de slang op het pompaansluitingsonderdeel
G 1 ½ en zet hem vast met een slangklem.
4 Duw het aansluitstuk in de Quick-Connect.
Afbeelding C
Pomp opstellen/onderdompelen:
1 Levelsensor van bovenaf op de rail schuiven.
Afbeelding D
2 De pootjes uit- of inklappen. (SP 17.000 Flat level-
sensor)
Afbeelding E
Instructie
Het uitklappen van de pootjes is niet absoluut noodza-
kelijk; door het uitklappen van de pootjes wordt het ver-
mogen verhoogd. Het inklappen van de pootjes maakt
de vlakke afzuiging van de vloeistoffen tot een restvloei-
stofniveau van 1 mm mogelijk.
3 Voorfilter monteren of demonteren. (SP 17.000 Flat
levelsensor)
Afbeelding E
Instructie
Het is niet noodzakelijk het voorfilter te monteren. Door
de montage van het voorfilter wordt een groter pomp-
vermogen bereikt (alleen bij SP 17.000 Flat levelsen-
sor). De pompvloeistof wordt door het voorfilter
voorgefilterd om zo de pomp tegen te sterke verontrei-
niging te beschermen. Als het filter wordt gebruikt, kun-
nen nog deeltjes tot 5 mm groot worden verpompt. Het
demonteren van het voorfilter zorgt ervoor dat de vlakke
afzuiging van vloeistoffen tot een restvloeistofniveau
van 1 mm mogelijk is (alleen voor SP 17.000 Flat level-
sensor).
4 Plaats de pomp stevig op een vaste ondergrond in
de pompvloeistof of dompel hem onder met behulp
van een touw dat aan de handgreep is bevestigd.
Instructie
Het aanzuigbereik mag niet geblokkeerd zijn door ver-
ontreinigingen. Als de ondergrond modderig is, plaats
de pomp dan op een baksteen of iets dergelijks. Zorg
ervoor dat de pomp horizontaal staat. De pomp niet aan
de kabel of slang dragen.
Werking
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok!
Er bestaat levensgevaar door elektrische schok bij aan-
raking van spanningvoerende delen.
Raak tijdens het gebruik het aan de handgreep beves-
tigde touw of voorwerpen die in contact komen met de
pompvloeistof (bijv. buisleidingen die in de te verpom-
pen vloeistof steken, leuningen) niet aan en reik niet in
de te verpompen vloeistof.
Automatische ontluchtingsvoorziening
1. Bij een laag vloeistofniveau kan aangezogen lucht
of in de pomp aanwezige lucht via de automatische
ontluchtingsvoorziening ontsnappen. Behalve lucht
kan er ook vloeistof uitkomen.
Als de pomp problemen heeft met aanzuigen wan-
neer het vloeistofniveau laag is, haal dan de
netstekker uit het stopcontact en steek deze er her-
haaldelijk in om het aanzuigproces te helpen.
Afbeelding F
Automatisch gebruik
Instructie
Bij automatisch gebruik wordt het pompen automatisch
gestuurd door de levelsensor. De pomp wordt ingescha-
keld, zodra de levelsensor contact heeft met de stijgen-
de pompvloeistoffen.
De pomp wordt uitgeschakeld, zodra de levelsensor
contact verliest met de zakkende pompvloeistoffen en
een nalooptijd van 15 s is verstreken.
Afbeelding G
Inschakelen:
Minimaal vereist vloeistofniveau, zodat de pomp zelf-
standig kan aanzuigen (= minimale inschakelpunten):
●
SP 17.000 Flat levelsensor: 7 mm (57 mm bij ge-
bruik van het voorfilter)
●
SP 22.000 Dirt levelsensor: 50 mm
Hoogste instelbare schakelhoogte van de levelsen-
sor:
●
SP 17.000 Flat levelsensor: 190 mm (240 mm bij
gebruik van het voorfilter)
●
SP 22.000 Dirt levelsensor: 237 mm
Minimale restvloeistofhoogte/max. aanzuigdiepte:
●
SP 17.000 Flat levelsensor: 1 mm (zonder voorfilter,
met ingeklapte pootjes)
●
SP 22.000 Dirt levelsensor: 35 mm
Instructie
Het is raadzaam het voorfilter te gebruiken.
Instructie
Zorg ervoor dat de pomp horizontaal staat. Anders kan
het gebeuren dat de levelsensor het contact met de
vloeistoffen niet verliest en de pomp droogloopt.
1. Duw de levelsensor in de gewenste inschakelhoog-
te (contact met pompvloeistoffen).
Instructie
Hoe hoger de levelsensor wordt ingesteld, hoe hoger
het in- en uitschakelpunt zal liggen. Toepassingsgebied,
zie volgende tabel:
Toepassingsge-
bied
SP 17.000 Flat
levelsensor
SP 22.000 Dirt
levelsensor
Schacht met een
diameter < 1 m
(bijv. drainage)
Levelsensor is
bovenste positie
Levelsensor is
bovenste positie
Het is raadzaam
het voorfilter te
gebruiken
Voorfilterkleppen
gesloten (be-
scherming tegen
verontreinigin-
gen)
Содержание SP 17.000
Страница 2: ...A...
Страница 3: ...B C D E F G H...
Страница 64: ...64 2 3 Quick Connect C 4 Quick Connect 5 6 1 2 1 2 3 1 1 2 1 1 1 2 3 4 5 1 2 1 15 s 1 1 2...
Страница 75: ...75 1 2 1 2 3 1 1 2 1 1 1 2 3 4 5 1 2 1 15 1 1 2 1 2...
Страница 121: ...121 2 3 Quick Connect C 4 Quick Connect 5 6 1 2 1 2 3 1 1 2 1...
Страница 142: ...142 2 3 Quick Connect C 4 Quick Connect 5 6 1 2 1 2 3 1 1 2 1...
Страница 148: ...148 1 2 1 2 3 1 1 2 1 1 1 2 3 4 5 1 2 1 15 1 1 2...
Страница 153: ...153 1 2 3 C 4 5 6 1 2 1 2 3 1 1 2 1...
Страница 157: ...159 1 1 2 1 1 1 2 3 4 5 1 2 1 15 1 1 2 1 2 1 2 3 1 MAN 1 AUTO 1...
Страница 161: ......
Страница 162: ......
Страница 163: ......