NEDERLANDS
HANDLEIDING
JB SYSTEMS
®
13/26
LED SPIDER
Gebruik bij het installeren van het toestel altijd een gewaarmerkte veiligheidskabel die 12 keer het gewicht
van het toestel kan dragen. Deze bijkomende veiligheidsbevestiging moet zo worden aangebracht dat
geen deel van het toestel meer dan 20 cm vallen kan als de hoofdbeveiliging faalt.
Het apparaat moet goed worden vastgezet; een vrij zwaaiende montage is uitgesloten!
Bedek geen ventilatieopeningen, anders zou dit oververhitting tot gevolg kunnen hebben.
De gebruiker moet controleren of de installaties met betrekking tot de veiligheid en de mechaniek door een
expert zijn goedgekeurd alvorens ze voor de eerste keer te gebruiken. Elk jaar moeten de installaties
worden gekeurd door een vakman om te controleren of de veiligheid nog steeds perfect is.
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
Als het apparaat op het net is aangesloten begint het te werken.
Zet het toestel niet aan en uit met korte tussenpozen.
Trekt U altijd de stekker uit het stopcontact als het apparaat langere tijd geen dienst doet of alvorens een
lamp te vervangen of alvorens een onderhoudsbeurt te beginnen.
Stop, in geval van serieuze bedieningsproblemen, met het gebruiken van het apparaat en stel U
onmiddellijk in verbinding met uw dealer.
Belangrijk:
Kijk nooit rechtstreeks in de lichtbron. Gebruik het effect nooit in de aanwezigheid van
mensen die aan epilepsie lijden.
ONDERHOUD
Overtuig U ervan dat het gebied onder de installatieplaats vrij is van ongewenste personen tijdens het
onderhoud.
Zet het toestel uit en trek de netstekker uit het stopcontact.
Bij inspectie moeten de volgende punten worden gecontroleerd.
Alle schroeven gebruikt om het te toestel te installeren en al zijn onderdelen moeten goed vastgedraaid
zijn en mogen niet verroest zijn.
Behuizingen, vastzetstukken, installeringplaatsen (plafond, spanten, schokbrekers) mogen absoluut niet
verwrongen zijn.
Wanneer een optische lens klaarblijkelijk beschadigd is door barsten of diepe krassen, dan moet deze
vervangen worden.
De stroomkabels moeten in perfecte staat zijn en behoren vervangen te worden, wanneer er zelfs maar
een klein probleem ontdekt werd.
Om het toestel tegen oververhitting te beschermen, behoren de ventilatoren (als die er zijn) en de
ventilatieopeningen elke maand gereinigd te worden.
De binnenkant van het toestel behoort elk jaar gereinigd te worden met een stofzuiger of een luchtspuit.
Het schoonmaken van inwendige en uitwendige optische lenzen en/of spiegels moet regelmatig worden
uitgevoerd om een zo goed mogelijke lichtuitstraling te verkrijgen. Hoe vaak ze schoon moeten worden
gemaakt hangt af van de omgeving waar het toestel wordt gebruikt: een klamme, rokerige of bijzonder
vuile omgeving kan een grotere opeenhoping van vuil veroorzaken op de optische uitrusting.
Reinig met een zachte doek en gebruik normale glasreinigende producten.
Droog de onderdelen altijd zorgvuldig af,
Reinig de uitwendige optische uitrusting minstens één keer per maand.
Reinig de inwendige optische uitrusting minstens om de 3 maanden.
Let op: We bevelen sterk aan dat het schoonmaken van de binnenkant wordt uitgevoerd door
vakbekwaam personeel!!