4 ONDERHOUD
14
4
ONDERHOUD
4.1 ALGEMEEN _______________________________________________________________
1. Afstelling en onderhoud behoren altijd te worden
verricht door een bevoegd monteur. Als de gewenste
afstelling niet kan worden uitgevoerd, neem dan contact
op met een erkende Jacobsen Dealer.
2. Inspecteer de machine regelmatig, werk aan de hand
van een vast onderhoudsschema en maak een
gewoonte van gedetailleerde verslaglegging.
a. Houd de machine schoon.
b. Zorg dat alle bewegende delen op de juiste wijze
worden afgesteld en gesmeerd.
c.
Vervang versleten of beschadigde onderdelen
voordat de machine wordt bediend.
d. Houd alle vloeistoffen op het voorgeschreven
niveau.
e. Zorg dat alle beschermkappen op hun plaats zitten
en dat alle bevestigingen en verbindingen stevig
vastzitten.
f.
Houd de banden op de juiste spanning.
3. Draag geen sieraden of loszittende kleding tijdens het
uitvoeren van afstellingen of reparaties.
4. Gebruik de afbeeldingen in de Onderdelencatalogus
als referentiemateriaal tijdens het demonteren en weer
aanbrengen van onderdelen.
5. Recycle of ontdoe u van alle gevaarlijke materialen
(accu's, brandstof, smeermiddelen, antivries enz.)
volgens de plaatselijke, regionale of landelijke
verordeningen.
4.2
MOTOR _________________________________________________________________
BELANGRIJK: Bij deze maaier wordt een aparte
motorhandleiding meegeleverd die is samengesteld
door de motorfabrikant. Deze handleiding dient
aandachtig te worden doorgelezen totdat u voldoende
vertrouwd bent met de bediening en het onderhoud van
de motor. Zorgvuldige opvolging van de aanwijzingen
van de motorfabrikant verzekeren u van een maximale
levensduur van de motor. Voor het bestellen van een
vervangende motorhandleiding dient contact met de
betreffende fabrikant te worden opgenomen.
Geef de motor de gelegenheid om goed in te lopen
aangezien dit een aanzienlijk verschil maakt voor de
prestatie en gebruiksduur ervan.
Jacobsen adviseert u om tijdens de inloopperiode het
volgende te doen:
1. Tijdens de eerste 50 bedrijfsuren dient de motor een
werktemperatuur van minstens 60°C te bereiken
voordat hij wordt blootgesteld aan volle belasting.
2. Controleer het motoroliepeil tweemaal per dag tijdens
de eerste 50 bedrijfsuren. Een hoger dan normaal
olieverbruik is niet ongewoon tijdens de inloopperiode
.
3. Ververs de motorolie en vervang het oliefilterelement
na de eerste 50 bedrijfsuren.
4. Controleer de ventilator- en wisselstroom-
dynamoriemen - zonodig bijstellen.
5. Zie
sectie 6.2
en de motorhandleiding voor specifieke
perioden tussen onderhoudsbeurten.
Als de injectiepomp, inspuitstukken of het brandstofsysteem
service nodig hebben, neem dan contact op met een
erkende Jacobsen Dealer.
4.3
MOTOROLIE______________________________________________________________
Controleer de motorolie aan het begin van iedere werkdag.
Als het peil te laag is, verwijder dan de olievuldop en giet de
gewenste hoeveelheid olie bij. Niet overvullen.
Na de eerste 50 bedrijfsuren dient de eerste olieverversing
plaats te vinden, en vervolgens na iedere 100 bedrijfsuren.
Zie de motorhandleiding.
Gebruik uitsluitend motorolie met API classificatie CD/CE
.
WAARSCHUWING
Voordat wordt begonnen aan het schoonmaken,
afstellen of repareren van deze machine, dienen ter
voorkoming van lichamelijk letsel alle aandrijvingen te
worden uitgeschakeld, de aanzetstukken op de grond te
worden neergelaten en de parkeerrem te worden
aangetrokken. Verder moet de motor worden stilgezet
en de contactsleutel worden verwijderd.
Zorg ervoor dat de maaier op een stevig, effen oppervlak
wordt geparkeerd. Voer nooit werk aan een maaier uit
die uitsluitend op de krik staat. Gebruik altijd
draagsteunen.
!
LET OP
De maaier is ontworpen om optimaal te werken en
maaien bij de fabrieksinstelling van de regulateur. Deze
mag niet worden veranderd, terwijl de motor nooit mag
worden overbelast.
Hoger dan 25°C
SAE 30W of SAE 10W30/10W40
0 - 25°C
SAE 20W of SAE 10W30/10W40
Lager dan 0°C
SAE 10W of SAE 10W30/10W40