20
Installatie
Montage van de pomp
Maak de pomp met behulp van de rubberen dempvoetjes vast op een stevig oppervlak boven de waterlijn
in een droge ruimte met voldoende ventilatie. Monteer de pomp horizontaal of, indien verticaal, met de
pompkop naar beneden. De pomp kan niet ondergedompeld worden.
Installatie van de leidingen
Het gebruik van een flexibele slang met een omvang die overeenkomt met die van de meegeleverde
poortkoppelingen, wordt aanbevolen. Bevestig de slang stevig op deze koppelingen met behulp van twee
roestvrijstalen slangklemmen per koppeling. Breng de o-ringzijde van de koppelingen het eerst in de pompkop
en duw vervolgens de bevestigingsklemmetjes erin om de koppelingen vast te zetten. Een Jabsco 20 of 40
fijne metalen zeef moet worden geïnstalleerd op de inlaatkant van de pomp. Op de pompkop staat een pijl
die de stroomrichting aangeeft. De meeste pompen zijn van links naar rechts, zoals hieronder getoond.
Aansluiting op een stroombron
Er moet gebruik worden gemaakt van de juiste draaddikte en zekeringcapaciteit, gebaseerd op het maximale
stroomverbruik, de draadlengte en eventuele relevante regelgevingsnormen. Informatie over stroomverbruik
en zekeringen staat op het pomplabel. De juiste aansluiting van de positieve en negatieve draden op de
stroombron wordt hieronder weergegeven.
VEILIGHEIDSMAATREGEL:
Voordat de pomp geactiveerd wordt, moet u ervoor zorgen
dat de slangklemmen, afvoerslang en bevestigingsklemmetjes op de koppelingen goed vastzitten.
Horizontale montage
Verticale montage
Niet onderdompelen
Zwart (—)
Rood (+)
Zekering
Schakelaar
Accu
Bevestigingsklemmetjes
Inlaat- en
uitlaatpoort
Inlaat- en
uitlaatpoort
Typische stromingsrichting