LEDS - BESCHRIJVING / OVERZICHT VAN DE FUNCTIE
1
6 V-modus (7,2 V/1 A)
2
12 V-modus (14,4 V/1 A)
3
Kortsluiting van de aansluitkabel (led knippert) of accu defect (led brandt)
4
Weergave laadtoestand (knippert tijdens het laden en brandt bij als de accu volledig
opgeladen is)
OPLADEN VAN EEN LOODACCU
• Vergewis u ervan dat het om een lood-zuur-accu gaat met een spanning van 6 V of 12 V. Accu's met andere spanningen kunnen met deze acculader niet
opgeladen worden!
• Ontkoppel alle verbruikers van de accu.
• Als de accu in een voertuig ingebouwd is, schakel dan de ontsteking en alle verbruikers uit.
Neem in elk geval de informatie en de veiligheidsaanwijzingen van het voertuig in verband met het opladen van de voertuigaccu in acht.
Moderne voertuigen beschikken over gevoelige elektronische onderdelen en controllers (regeleenheden), die bij een verkeerde werkwijze
beschadigd worden!
• Steek eerst de stekker van het laadtoestel in een stopcontact (220 – 240 V AC/50/60 Hz) .
• Verbind nu de acculader met de juiste polariteit met de accu. Een verkeerd aangesloten accu wordt gemeld met led 3.
• Vervolgens kunt u kiezen tussen de bedden bedrijfsmodi door de MODE-toets in te drukken. De beschrijving van de afzonderlijke werkwijzen vindt u in het
volgende hoofdstuk.
¼
De gewenste laadmodus kan alleen gekozen worden binnen de eerste 10 seconden na aansluiting van de accu. Wanneer u bv. per ongeluk de verkeerde
modus hebt gekozen, moet u de accu weer van de lader scheiden en opnieuw aansluiten.
• Trek na het opladen de stekker van de lader weer uit het stopcontact.
• Verwijder vervolgens eerst de klem van de minpool van de accu's en daarna die van de pluspool.
BESCHRIJVING VAN DE WERKWIJZEN
6 V-modus (1)
De 6 V-modus is geschikt voor het opladen van 6 V-accu's met een capaciteit van 1,2 Ah (houd a.u.b. rekening met de informatie van de accufabrikant m.b.t. de
maximale laadstroom).
Druk de MODE-toets zo vaak in tot de led 1 knippert. Na ca.
10 seconden
blijft de led constant branden en begint het laden.
De laadstroom bedraagt 1 A +/- 10%. Vanaf ca. 7,1 V wordt de laadstroom op 0,6 A reduceert. De eindlaadspanning is 7,2 V +/- 0,2 V.
De laadtoestand wordt door de led 4 aangegeven. Wanneer de led constant brandt, is de accu volledig opgeladen.
12 V-Modus (2)
De 12 V-modus is geschikt voor het laden van 12 V-accu's met een capaciteit van 1,2 Ah (houd a.u.b. rekening met de informatie van de accufabrikant m.b.t. de
maximale laadstroom).
Druk de MODE-toets zo vaak in tot de led 2 knippert. Na ca. 10 seconden blijft de led constant branden en begint het laden.
De laadstroom bedraagt 1 A +/- 10%. Vanaf ca. 14,2 V wordt de laadstroom op 0,6 A reduceert. De eindlaadspanning 14,4 V +/- 0,2 V.
De laadtoestand wordt door led 4 aangegeven. Wanneer de led constant brandt, is de accu volledig opgeladen.
Regeneratiemodus
Wanneer een diepontladen accu aan de lader wordt aangesloten, start eerst de regeneratiemodus. Via pulserende laadstromen wordt geprobeerd om een
diepontladen accu weer op een accuspanning te brengen bij welke de normale laadfunctie kan worden gestart. De regeneratiemodus duurt maximaal 20 minuten.
Wanneer in deze tijd geen geschikte accuspanning wordt bereikt, schakelt de lader het proces uit, de accu wordt als defect aangegeven en de led 3 brandt.
Defecte accu's / Bescherming tegen kortsluiting en verkeerde polariteit
Defecte accu's worden automatisch door de lader herkend. In dit geval wordt het gekozen laadprogramma niet gestart. De led 3 brandt.
Een kortsluiting en verkeerde polariteit worden eveneens onmiddlleijk herkend. Det laadprogramma wort niet gestart. De led 3 knippert.