NL
30
Starten en gebruik
*
Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Het vaatwasmiddel toevoegen
Een goed wasresultaat hangt ook af van een
correcte dosering van het vaatwasmiddel. Teveel
wasmiddel betekent niet automatisch een
efficiëntere reiniging. Bovendien is dit niet goed
voor het milieu.
Gebruik alleen specifiek vaatwasmiddel.
GEBRUIK NOOIT afwasmiddel voor het met
de hand wassen.
Een overmatig gebruik van afwasmiddel kan
schuimresiduen overlaten aan het einde van de
wascyclus.
We raden u aan alleen tabletten te gebruiken
bij uitvoeringen waar de optie MULTIFUNCTIE
TABLETTEN bestaat.
De beste was- en droogprestaties bereikt u
met het gebruik van een vaatwasmiddel in
poedervorm, een vloeibaar glansspoelmiddel en
onthardingszout.
bakje A:
Vaatwasmiddel hoofdwas
bakje B:
Vaatwasmiddel voorwas
1. Open het deksel C door te
drukken op de knop D.
2. Doseer het vaatwasmiddel met
behulp van de
Programmatabel
:
vaatwasmiddel in poeder:
bakjes A en B.
tabletten: wanneer het
programma 1 tablet vereist doet
u hem in het bakje A en sluit u
het deksel. Wanneer het programma 2 tabletten vereist,
doet u de tweede op de bodem van de afwasautomaat.
3. Verwijder de eventuele wasmiddelresten van de rand
van het bakje en sluit het deksel met een klik.
Het starten van de afwasautomaat
1. Open de waterkraan.
2. Druk op de ON-OFF toets: alle controlelampjes op het
bedieningspaneel gaan enkele seconden lang aan.
3. Open de deur en doseer het afwasmiddel (
zie onder
).
4. Laad de rekken in (
zie Het laden van de rekken
) en sluit
de deur.
5. Selecteer het afwasprogramma aan de hand van het
soort vaat en het type vuil (
zie de programmatabel
) door
op de toets P te drukken.
6. Selecteer de wasopties
*
(
zie hiernaast
).
7. Starten door op de toets Start/Pauze te drukken (licht
vast aan): een lang geluidssignaal geeft aan dat het
programma is gestart. Het controlelampje van de wasfase
gaat aan en op het display verschijnt het nummer van het
programma en de overgebleven tijd tot aan het einde van
de cyclus.
8. Aan het einde geven twee korte pieptonen en één
lange het einde van het programma aan, de toets Start/
Pauze gaat uit en op het display verschijnt het woord
END
. Schakel het apparaat uit met de ON-OFF knop, doe
de waterkraan dicht en haal de stekker uit het
stopcontact.
9. Wacht enkele minuten voordat u de vaat uit de
afwasautomaat haalt om te voorkomen dat u zich
verbrandt. Laad de vaat uit, beginnend met het onderrek.
- Om het energieverbruik te verminderen, wordt
de machine onder bepaalde omstandigheden van
NIET gebruik automatisch uitgezet.
Het wijzigen van een reeds gestart programma
Als u een verkeerd programma heeft geselecteerd kunt u dit
wijzigen, mits het net gestart is: open de deur en zorg ervoor u
niet te branden met de vrijkomende stoom. Door langere tijd te
drukken op de ON/OFF toets gaat het apparaat uit en hoort u
een lange pieptoon. Doe het apparaat weer aan met de ON/OFF
toets en selecteer het nieuwe programma en de eventuele
opties. Start de afwasautomaat door de deur te sluiten.
Het toevoegen van overige vaat
Druk op de toets Start/Pauze (het licht op de toets gaat
knipperen), open de deur, pas op de vrijkomende hete stoom,
en doe de vaat in de afwasautomaat. Druk op de toets Start/
Pauze (licht vast aan): de cyclus wordt na een lange pieptoon
hervat.
Door op de toets Start/Pauze te drukken wordt zowel het
programma onderbroken alsmede de Uitgestelde Start als die
is ingesteld.
In deze fase kunt u het programma niet wijzigen.
Onvoorziene onderbrekingen
Als tijdens het wassen de deur wordt geopend of er een
stroomonderbreking plaatsvindt, wordt het programma
onderbroken. Het zal worden hervat op het punt waar het werd
onderbroken als de deur weer dichtgaat of wanneer de stroom
terugkeert.