Probleem
Oorzaak
Oplossing
Verlaagde of geen
slijpprestaties.
De diamantgereedschappen zijn versleten.
Vervang versleten onderdelen.
Het geselecteerde type diamantgereedschap
is niet correct voor het oppervlak.
Vervang de diamantgereedschappen door de
correcte diamantgereedschappen voor het
oppervlak.
Het product start niet. De noodstopknop is ingeschakeld.
Draai de noodstopknop rechtsom om deze
uit te schakelen.
Een defect component.
Vervang het defecte onderdeel.
Er komt slechts 1 fase in het product.
Controleer de voeding.
Ontkoppel de voeding. Wacht 5 minuten en
sluit vervolgens de voeding aan.
De verlengkabel is losgekoppeld of bescha-
digd.
Sluit de verlengkabel aan of vervang deze
indien nodig.
Geen voeding.
Sluit het product aan op een stopcontact.
Voor 230 V-systeem: Verkeerde spanning.
Controleer de ingangsspanning. Controleer
de spanningsrelais. Laat een elektricien een
controle uitvoeren of er voldoende spanning
op de aansluitingen is.
Het product stopt na
een tijdje.
De motorbeveiligingsschakelaar is in bedrijf
vanwege overbelasting.
Verminder de belasting.
De motor heeft een defect.
Controleer de motor.
Het product kan niet
eenvoudig worden
vastgehouden.
Te klein aantal diamantgereedschappen op
slijpkop.
Gebruik het juiste aantal diamantgereed-
schappen.
Het geselecteerde type diamantgereedschap
is niet correct voor het oppervlak.
Het product maakt
een onregelmatig
kraspatroon.
De diamantgereedschappen zijn onjuist of op
verschillende hoogtes op de slijpschijven ge-
monteerd.
Controleer of alle diamantgereedschappen
correct zijn geïnstalleerd en dezelfde hoogte
hebben.
De diamantgereedschappen zijn van ver-
schillende types.
Controleer of alle segmenten dezelfde dia-
mantschuurkorrels en binding hebben. Als de
diamantsegmenten ruw zijn, moet u de ruwe
diamantsegmenten gelijkmatig verdelen. Ge-
bruik het product op een abrasief oppervlak
totdat alle segmenten dezelfde hoogte heb-
ben.
De kopvergrendelingen zitten los of ontbre-
ken.
Zorg ervoor dat alle kopvergrendelingen op
hun plek zitten en zijn vastgedraaid.
De harsgereedschappen zijn gemengd of be-
vatten ongewenste verontreiniging.
Zorg ervoor dat alle harsen dezelfde dia-
mantschuurkorrels en binding hebben en dat
er geen verontreiniging is. Om de harsge-
reedschappen te reinigen, moet u ze korte
tijd op een licht abrasief oppervlak gebruiken.
De slijpschijven zijn versleten of beschadigd. Controleer de slijpschijven op beschadigde
stukken en te veel speling.
124
1811 - 001 - 02.05.2022