35
NL
Apparaat plaatsen en aansluiten
OPGELET
■
Het apparaat alleen aansluiten op een contactdoos die is geïnstalleerd volgens de
voorschriften en die overeenstemt met de “Technische gegevens” van het apparaat.
De contactdoos moet ook na het aansluiten goed toegankelijk zijn, zodat de ver-
binding met het stroomnet snel kan worden verbroken.
■
Erop letten dat het netsnoer niet bekneld raakt, geknikt wordt of op scherpe randen
wordt gelegd en niet in aanraking komt met hete oppervlakken (dit geldt ook voor de
hete oppervlakken van het apparaat!).
■
Het apparaat mag alleen in gebruik worden genomen als het rechtop staat, nooit
liggend, scheef staand of op de kop.
■
De oppervlakken van meubelen bevatten mogelijkerwijs bestanddelen die de stel-
voeten van het apparaat kunnen aantasten en week kunnen maken. Plaats eventu-
eel een geschikte onderlaag onder de stelvoeten.
1. Rol het netsnoer tot op de gewenste lengte van de snoeropwikkeling (
7
) af.
2. Plaats het apparaat op een droge en hittebestendige, vlakke ondergrond met
voldoende afstand tot brandbare voorwerpen.
3. De netstekker aansluiten op een contactdoos die is geïnstalleerd volgens de
voorschriften. De knop
STOPP
(stop) (
4
) brandt rood.
Roosteren
De bruiningsgraad hangt sterk af van het soort, de versheid en de samenstelling van
het gebruikte brood. Bijvoorbeeld een verhoogd eiwit- en suikergehalte resp. calcium
leidt tot een versterkte bruining, terwijl vetten en conserveermiddelen de bruining doen
verminderen.
In eerste instantie moet u afhankelijk van uw persoonlijke smaak en brood met een lage
roosterstand beginnen en dit trapsgewijs verhogen, tot voor u een optimale bruinings-
graad is bereikt.
OPGELET
■
Vergewis u er vóór gebruik van de broodrooster van, dat de kruimellade geheel is
ingeschoven.
■
Laat het apparaat tijdens de werking niet zonder toezicht.
■
Zorg ervoor dat de broodrooster na het roosteren kan worden uitgeschakeld. Storin-
gen kunnen bijvoorbeeld optreden als voorwerpen de lifthendel blokkeren, of door te
grote bakproducten in de roostersleuven.
1. Telkens een sneetje brood in de roostersleuven (
1
) plaatsen. Niet te dikke sneetjes
brood gebruiken, deze zouden in de roostersleuven kunnen blijven vastzitten.
2. Stel met de draaiknop (
3
) de gewenste roosterstand in tussen stand 1 (licht roos-
teren; heel lichte bruining) en stand 6 (sterk roosteren, zeer sterke bruining).
OPGELET: wordt het apparaat meerdere keren achter elkaar gebruikt, worden
de later geplaatste sneden donkerder dan de eerste sneden als de roosterstand
niet wordt gewijzigd.