NL
61
Installatie
!
Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele toekomstige
raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt of
wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te
bewaren zodat alle nodige informatie voorhanden blijft.
!
Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er staat
belangrijke informatie in over installatie, gebruik en veiligheid.
Plaatsen en aansluiten
Plaatsen
1. Plaats het apparaat in een goed geventileerd en droog vertrek.
2. Laat de ventilatieroosters aan de achterzijde vrij: de
compressor en de condensator geven warmte af en vereisen
een goede ventilatie om goed te functioneren en het
elektriciteitsverbruik te beperken.
3. Laat een afstand van minstens 10 cm vrij tussen de
bovenkant van het apparaat en eventuele bovenstaande
meubels. Laat ook een afstand van minstens 5 cm tussen de
zijkanten en nevenstaande meubels/wanden.
4. Houdt het apparaat ver van hittebronnen vandaan (direct
zonlicht, elektrisch gasfornuis).
5. Om de juiste afstand tussen het apparaat en de achterwand
te behouden, moet u de afstandhouders monteren die zich in
de installatiekit bevinden, volgens de instructies op het
speciale instructieblad.
Nivellering
1. Plaats het apparaat op een rechte en stevige vloer.
2. Mocht de vloer niet volledig horizontaal zijn, draai dan aan de
verstelbare pootjes aan de voorkant om het apparaat
waterpas te krijgen.
Elektrische aansluiting
Zet het apparaat na het transport verticaal en wacht minstens 3 uur
voordat u het aansluit aan het elektriciteitsnet. Voordat u de stekker
in het stopcontact steekt, dient u zich ervan te verzekeren dat:
• het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen;
• het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het
apparaat te dragen, zoals aangegeven op het typeplaatje dat
zich onderin links in het koelgedeelte bevindt (bv. 150 W);
• de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan
aangegeven op het typeplaatje, dat zich onderin links bevindt
(bv. 220-240 V);
• het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als dat niet het
geval is, dient een erkende monteur de stekker te vervangen
(
zie Service
); gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
!
Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten het snoer en het
stopcontact makkelijk te bereiken zijn.
!
Het snoer mag niet worden gebogen of samengedrukt.
!
Het snoer moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag
alleen door erkende monteurs worden vervangen (
zie Service
).
! De fabrikant kan niet verantwoordelijkheid worden gesteld
als deze normen niet worden nageleefd.
Starten en gebruik
Het apparaat starten
! Voordat u het apparaat in gebruik stelt, dient u de instructies
voor wat betreft de installatie na te volgen (
zie Installatie
).
!
Voordat u het apparaat aansluit, dient u zowel het koel- als het
diepvriesgedeelte, alsook het toebehoren met lauw water en
soda te reinigen.
!
Dit model is voorzien van een motorbeschermende
controlefunctie die de compressor pas circa 8 minuten na het
aanzetten doet starten. Dit gebeurt ook na elke opzettelijke of
onopzettelijke onderbreking van de stroomtoevoer (black out).
1. zet de knop WERKING DIEPVRIESKAST op
;
2. Steek de stekker in het stopcontact en verzeker u ervan dat
het groene controlelampje ELEKTRISCHE VOEDING aangaat.
3. Draai de knop WERKING DIEPVRIESKAST op een
middelmatige stand en druk op de toets SUPER FREEZE (snel
invriezen): het gele controlelampje SUPER FREEZE gaat aan.
Als de diepvrieskast de optimale temperatuur heeft bereikt
gaat het lampje uit: op dat moment kunt u de etenswaren in
de diepvrieskast plaatsen.
2. Draai de knop WERKING KOELKAST op een middelmatige
stand. Na enkele uren kunt u de levensmiddelen in de
koelkast zetten.
Koelsysteem
No Frost
Het No Frost systeem garandeert een doorlopende koude
luchtstroom die vocht verzamelt en ijsvorming voorkomt: in het
koelgedeelte behoudt het systeem de juiste vochtigheidsgraad en
bewaart het, dankzij de totale afwezigheid van ijs, de
oorspronkelijke eigenschappen van de levensmiddelen. In het
diepvriesgedeelte voorkomt het de ijsvorming, waardoor u het niet
meer hoeft te ontdooien en de etenswaren niet meer aan elkaar
vast blijven zitten. Zet geen etenswaren of verpakkingen in direct
contact met de achterkant van het apparaat; zo vermijdt u dat de
ventilatieopeningen verstopt raken en er condensvorming
plaatsvindt. Sluit flessen af en omwikkel etenswaren.
Optimaal gebruik van de koelkast
• Gebruik voor het regelen van de temperatuur de knop
WERKING KOELKAST (
zie Beschrijving
).
• Druk op de toets SUPER COOL (snelle afkoeling) om de
temperatuur snel te verlagen, bijvoorbeeld wanneer u de kast
vult met verse boodschappen. Als er voldoende tijd is
verstreken wordt deze functie automatisch uitgeschakeld.
• Zet alleen koude of lauwe levensmiddelen in de koelkast,
nooit warme (
zie Voorzorgsmaatregelen en advies
).
• Denk eraan dat u gekookte etenswaren niet langer kunt
bewaren dan rauwe.
• Zet geen vloeistoffen in open flessen of bakken in de koelkast:
dit brengt een toename van de vochtigheidsgraad teweeg en
een daaropvolgende condensproductie.
•
DRAAGPLATEAUS:
deze kunnen dankzij de speciale
geleiders worden verwijderd of in hoogte geregeld, voor het
invoeren van grote verpakkingen of etenswaren.
Groentela
De ruime inhoud van de groentela maakt het mogelijk gemakkelijk
een behoorlijke hoeveelheid groenten en fruit erin te plaatsen.
Dankzij het handige gebruik van de deksels kunt u groenten en
fruit van verschillende vormen en afmetingen plaatsen. De
groenteladen zijn ontworpen met het doel de beste conservering
te garanderen. De regulatoren kunnen de vochtigheidsgraad van
de groentela verhogen (
A
) of verlagen (
B
).