32 / NL
~
1,5 m
~
1,5 m
≥
10 m
230 V AC
vakman geïnstalleerd
worden. De ervaring leert
dat voedingsapparaat
meer door de inwerking
van bliksem beschadigd
worden dan apparaten
met accuvoeding. Daa-
rom is het aanbevelens-
waardig, een bescher-
mingsinstallatie tegen
bliksem (artikelnummer
15498) te voorzien. De
bedrading dient in
overeenstemming met
de montage-instructies
(door de installateur)
doorgevoerd te worden.
Bliksemrandaarding en
bedrijfsaarding van de
elektrische afrasteringin-
stallatie dienen samen-
gebracht te worden.
Elektrische afrasteringen, die niet gebruikt worden, moeten
met de aarde verbonden zijn, omschakelaar in stand b. De
voetafstand van de beide “hoorns“ (luchtspleet) aan de blik-
sembescherming dient ca.10 mm te bedragen. De aarda-
ansluiting moet op een zo vochtig en zo begroeid mogelijke
plaats te gebeuren. Diepte-aarddraad - ca. 1,5 m lengte!
DEEL 4: BESCHERMING
BIJ EN TEGEN 230/110
VOLT VOEDINGSSTROOM,
BEHANDELING VAN
ACCUMULATOREN
Bij buitenmontage dient het apparaat van 230V door een
vakman met inachtneming van de nationale veiligheids-
voorschriften (bijvoorbeeld in D VDE 0100) op de elektri-
sche installatie aangesloten te worden. In het interieur van
gebouwen kan de aansluiting ook door middel van een
stopcontact gebeuren.
Het symbool identificeert batterijgevoede appara
-
ten die niet op het stroomnet mogen worden aan-
gesloten.
Batterijgevoede apparaten die op het stroomnet
mogen worden aangesloten, verwijzen door het symbool
en het artikelnr. naar de te gebruiken netadapter.
Bij gebruik met de netadapter moeten niet-herlaadbare bat-
terijen worden afgeklemd, tenzij het gebruik samen uitdruk-
kelijk is toegelaten. Als het schrikdraadapparaat op 230V
functioneert, moet de netadapter in een vochtvrije ruimte
bevestigd worden.
VOORZICHTIG! Alleen op-
laadbare 12V accu’s gebrui-
ken en oplaadbare accu’s
alleen in goed geventileerde ruimtes
opladen. Tijdens het laden van de
accu koppelt u de accu los van het
apparaat. De accu moet voor en na
elk gebruik, en bij langdurige opslag
om de 2 maanden, worden opgela-
den en van het apparaat zijn losge
-
koppeld.
Let op! Bij gebruik van een
zonnepaneel Batterij- of
accutest alleen voor het
begin van de dag uitvoeren ( zonder
stroomtoevoer door zonnepaneel -
paneel afdekken)
DEEL 5: CORRECTE
BEDRIJFSAARDING
VOOR APPARATEN MET
NETVOEDING / BATTERIJ-
VOEDING EN APPARATEN
MET DROGE BATTERIJ
Een goede aardaansluiting van de afrastering is ui-
terst belangrijk
voor een foutloze werking en een optimaal
prestatievermogen van het apparaat. Daarom dient de aar-
daansluiting op een zo vochtig en zo begroeid mogelijke
plaats doorgevoerd te worden, zie pagina 3 / afbeeldingen
2a, 2b, 2c.
Bedrijfsaarding voor apparaten met droge batte
-
rij
De door de fabrikant bijgeleverde aarddraad dient in
overeenstemming met de gebruiksvoorschriften gebruikt
te worden. Daardoor blijft het apparaat verder mobiel. Ook
bij apparaten met batterijvoeding verhoogt een bijkomende
diepte-aarddraad de efficiëntie van de installatie. Voor het
overige zijn dezelfde bepalingen en aanbevelingen als deze
voor apparaten met accuvoeding van toepassing.
Bedrijfsaarding voor apparaten met accuvoeding:
In-
dien er van een door de fabrikant bijgeleverde aarddraad
in overeenstemming met de gebruiksvoorschriften gebruik
gemaakt wordt, blijft het apparaat verder mobiel. Ook bij ap-
paraten met accuvoeding verhoogt een bijkomende diepte-
aarddraad (min. 1 m) de efficiëntie van de installatie. Voor
het overige zijn dezelfde bepalingen en aanbevelingen als
deze voor apparaten met netvoeding van toepassing.
Bedrijfsaarding voor apparaten met netvoeding:
Eén
of meerdere aardepalen van 1,5 m (min.) (met T-profiel of
rond, afstand ca. 2 - 3 m) en/of een bijkomende 5 m ko-
ordaarddraad (2 spaten diep) gebruiken. De bedrijfsaarding
van de elektrische afrasteringinstallatie moet van de ran-
daarding en de bedrijfsaarding gescheiden sein (afstand
minstens 10 m).
Bij elektrische afrasteringinstallaties voor een toepas
-
sing in een stalling
(bijvoorbeeld koeientrainerinstallatie)
mag de bedrijfsaarding op het equipotentiaal van het ge-
bouw aangesloten worden. Contactonderdelen van elekt-
rische afrasteringinstallaties voor een toepassing in een
stal moeten zodanig aangebracht zijn, dat dieren zich vrij
kunnen bewegen. Er moet beslist voor gezorgd worden dat
dieren bij een correcte montage de contactonderdelen net
aanraken. Gebruik uitsluitend geschikte apparatuur, zoals
Содержание SECURA
Страница 4: ...4 140 cm 50 cm 95 cm 120 cm 75 cm 45 cm...
Страница 5: ...5 100 cm 45 cm 110 cm 75 cm 50 cm...
Страница 6: ...6 90 cm 60 cm 45 cm 30 cm 120 cm...
Страница 7: ...7 110 cm 75 cm 50 cm 90 cm 60 cm 45 cm 30 cm 120 cm...
Страница 76: ...76 RU 8 AUTO ON 0 2 0 5 10 20 2 3 5 50 500 55 horismart 15 1 1...
Страница 78: ...78 RU 2 5 150 10 10 1 1 1000 3 1000 and 33000 4 33000 8 3 2 1000 15 1000...
Страница 80: ...80 RU 230 VDE 0100 230 12 2 5 3 3 2a 2b 2c 1 1 5 2 3 5 2 10 stallmaster 10430 6...
Страница 81: ...81 2 5 7 3 1 5 2 5 1 10 1 4 10 3 8 883 horizont...
Страница 82: ...82 RU 1 1 5 500 2000...
Страница 83: ...83...