54 | NEDERLANDS
6. Onderhoud
6.1. Algemeen
De pomp en de complete installatie moeten regelmatig
worden gecontroleerd en onderhouden. De periode voor
het onderhoud wordt door de fabrikant vastgelegd en
geldt voor de algemene gebruiksvoorwaarden. Bij agres-
sieve en/of abrasieve vloeistoffen moet overleg worden
gepleegd met de fabrikant, omdat de periode in dit geval
korter kan worden.
De volgende punten moeten worden nageleefd:
• De handleiding moet beschikbaar zijn voor het on-
derhoudspersoneel en in acht genomen worden. Er
mogen alleen onderhoudswerkzaamheden en -maat-
regelen worden uitgevoerd die hier worden vermeld.
• Alle onderhouds-, inspectie- en reinigingswerkzaam-
heden aan de machine en de installatie moeten met
grote zorgvuldigheid, op een veilige werkplek en
door geschoold vakpersoneel worden uitgevoerd.
De benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen
moeten worden gedragen. De machine moet voor
alle werkzaamheden van het stroomnet worden ge-
scheiden. Een onbedoelde inschakeling moet worden
verhinderd. Daarnaast moeten bij werkzaamheden in
bekkens en/of reservoirs absoluut de relevante voor-
zorgsmaatregelen volgens ARBO/VCA worden ge-
troffen.
Controleer of aanslagmiddelen, kabels en de veilig-
heidsinrichtingen van de handlier in technisch perfec-
te staat zijn. Pas als het hulphijswerktuig technisch in
orde is, mag worden gestart met de werkzaamheden.
Zonder deze controles bestaat er levensgevaar!
• Bij toepassing van licht ontvlambare oplos- en reini-
gingsmiddelen is open vuur, open licht en roken ver-
boden.
• Controleer of het benodigde gereedschap en materi-
aal beschikbaar is. Orde en reinheid garanderen veilig
en probleemloos werken aan de machine. Verwijder
na de werkzaamheden gebruikt poetsmateriaal en
gereedschap van de machine. Bewaar alle materialen
en gereedschappen op de daarvoor bestemde plaats.
• Vloeistoffen voor het bedrijf (bijv. olie, smeermid-
delen, etc.) moeten in geschikte reservoirs worden
opgevangen en volgens de voorschriften worden af-
gevoerd (volgens richtlijn 75/439/EEG en verordenin-
gen §5a, 5b volgens AbfallGesetz (Duitse afvalwet)).
Bij reinigings- en onderhoudswerkzaamheden moet
de juiste beschermende kleding worden gedragen.
Deze moet volgens de Duitse afvalsleutel TA 524 02
en EG-Richtlijn 91/689/EEG worden afgevoerd. Alleen
de door de fabrikant aanbevolen smeermiddelen mo-
gen worden gebruikt. Oliesoorten en smeermiddelen
mogen niet worden gemengd. Gebruik alleen origine-
le onderdelen van de fabrikant
Een testloop of een functietest van de machine mag al-
leen onder de algemene bedrijfsvoorwaarden plaats-
vinden!
5.7. Inschakelwijzen
Inschakelwijzen met stekker
Stekker in de daartoe bestemde contactdoos steken.
Automatische vochtsensorschakelaar
De pompen zijn voorzien van een vochtsensorschakelaar,
die de pompen al bij een waterstand van 5 mm inschakelt
en tot 2 mm laat afpompen. De sensorschakelaar is via
een kabel verbonden met de pomp.
Het overbruggen van de sensorcontacten kan bijv. plaats-
vinden door de sensor in een schaal met water te plaat-
sen. Daarbij moeten de elektroden in het water worden
ondergedompeld.
Let op: De pomp is nu niet meer beschermd tegen
drooglopen. Nadat de pomp volledig is leeggemaakt,
moet deze van het net worden gescheiden (stekker
eruit trekken) of moet de overbrugging van de elek-
troden worden opgeheven.
5.7.1. Na het inschakelen
De nominale stroom wordt bij het opstartproces geduren-
de korte tijd overschreden. Na beëindiging van dit proces
mag de bedrijfsstroom de nominale stroom niet meer
overschrijden. Wanneer de motor na het inschakelen niet
meteen start, moet de machine onmiddellijk worden uit-
geschakeld. Voordat er een nieuwe inschakeling plaats-
vindt, moeten de schakelpauzes volgens de Technische
gegevens worden aangehouden. Als de storing zich op-
nieuw voordoet, moet de machine onmiddellijk weer wor-
den uitgeschakeld. Een nieuwe inschakelpoging mag pas
worden gestart als de fout is verholpen.
De volgende punten moeten worden gecontroleerd:
• Schakelfrequentie en -pauzes (zie Technische
gegevens)
• Luchttoevoer aan de inlaat, indien nodig een lamellen
plaat moet worden bevestigd
• Minimale afdekking door water, niveauregeling,
droogloopbeveiliging
• Rustige loop
• Op lekkages controleren, evt. de nodige stappen
ondernemen volgens hoofdstuk “Onderhoud”
Содержание Sensoflat C 270 WF
Страница 29: ...ENGLISH 29 Notizen Notes...
Страница 58: ...Notizen Notes...