![Homa H802 Скачать руководство пользователя страница 45](http://html1.mh-extra.com/html/homa/h802/h802_original-instruction-manual_2147766045.webp)
nEDlErlanDS | 45
Bij toepassing van een slang moet erop worden gelet dat
deze knikvrij wordt aangelegd. Bij toepassing van toe-
behoren, zoals bijv. een snelkoppeling o.i.d., moet erop
worden gelet dat deze met teflonband worden afgedicht,
omdat een ondichtheid de pompcapaciteit van de pomp
vermindert.
De pomp met kabel of ketting aan de handgreep beves-
tigen en daaraan in de vloeistof laten zakken. Bij toepas-
sing op modderige of zanderige grond moeten de pompen
hangend aan een kabel worden geïnstalleerd, met de aan-
zuigopening ten minste 30 cm boven de grond, zodat de
aanzuigzeef beschermd wordt tegen verstopping.
Bodemopstelling H816SW
De pomp met kabel of ketting aan de handgreep beves-
tigen en daaraan in de vloeistof laten zakken. De perslei-
ding moet knikvrij worden aangelegd. Pomp in de vloei-
stof plaatsen. Bij toepassing op modderige, meegevende
ondergrond moet de pomp met stenen o.i.d. worden on-
dersteund of in een nauwmazige korf worden geplaatst,
zodat de aanzuigzeef beschermd blijft tegen verstopping.
Automatische vlotterschakeling
Wanneer de waterstand tot een bepaald maximaal niveau
stijgt (inschakelpunt), schakelt de opdrijvende vlotter de
pomp automatisch in. Is de waterstand door het wegpom-
pen tot een bepaald minimaal niveau (uitschakelpunt) ge-
daald, dan schakelt de vlotter de pomp uit.
De schakelafstand, d.w.z. de waterstand tussen in- en uit-
schakelpunt kan individueel worden vastgelegd.
Volg voor een probleemloze werking de volgende aanwij-
zingen:
•
De bevestigingspunten en de lengte van het vrij be-
wegende uiteinde van de vlotterkabel moeten op het
gewenste schakelniveau worden ingesteld. Daarbij
moet erop worden gelet dat het inschakelpunt van
de pomp onder de toevoerleiding ligt, om een terug-
stuwing van de vloeistof te vermijden. Het uitscha-
kelpunt moet boven de bovenrand van het pomphuis
liggen, zodat er geen luchtbel in de pomp kan worden
gevormd, wat het eventueel noodzakelijk kan maken
de pomp te ontluchten.
•
De vlotter met kabel mag in geen geval gewoon in de
vloeistof worden gegooid, omdat correct schakelen
alleen mogelijk is als de vlotter een draaibeweging
om het bevestigingspunt van de kabel kan maken.
Mogelijke gevolgen bij het negeren van deze aanwij-
zing zijn overstroming (pomp schakelt niet in) of ver-
nieling van de pomp door drooglopen (pomp schakelt
niet uit).
•
Bij toepassing van aparte vlotters voor pomp-start,
pomp-stop en alarm moeten de schakelniveaus als
boven worden gekozen. De alarmvlotter moet ca. 10
cm boven het pomp-inschakelpunt schakelen, maar
altijd onder de toevoer.
•
Belangrijk: Na elke wijziging van de vlotterbevesti-
ging is het absoluut van belang dat met een testloop
wordt gecontroleerd of de vlotterschakeling naar be-
horen werkt.
•
Wanneer het water uit een nauw waterreservoir
wordt gepompt, adviseren wij onze droogloopbe-
veiligingsset, die een schakelkast en 3 elektroden
(aard-, watergebrek- en hoogwaterelektrode) heeft
(op aanvraag leverbaar).
Vlotterschakeling voor tussenkoppeling
Pompen zonder vlotterschakeling kunnen achteraf wor-
den uitgerust met een HOMA-vlotterschakeling voor tus-
senkoppeling. De elektrische aansluiting vindt plaats door
de vlotterschakeling tussen contactdoos en netstekker
van de pompen te koppelen.
Bij installatie achteraf moet de vlotterkabel overeenkom-
stig de gewenste schakelafstand en het schakelniveau
aan de pomp, de stijgbuis of een ander vast geïnstalleerd
punt bevestigen. De vlotter met kabel mag in geen geval
gewoon in de vloeistof worden gegooid, omdat correct
schakelen alleen mogelijk is als de vlotter een draaibewe-
ging om het bevestigingspunt van de kabel kan maken.
Mogelijke gevolgen bij het negeren van deze aanwijzing
zijn overstroming (pomp schakelt niet in) of vernieling van
de pomp door drooglopen (pomp schakelt niet uit).
Belangrijk:
Na elke wijziging van de vlotterbevestiging is
het absoluut van belang dat met een testloop wordt ge-
controleerd of de vlotterschakeling naar behoren werkt.
5.3. Toepassing van kettingen
Kettingen worden gebruikt om een pomp in de bedrijfs-
ruimte te laten zakken of eruit te halen. Ze zijn niet be-
doeld voor het zekeren van een hangende pomp.
Voor het beoogde gebruik gaat u als volgt te werk:
•
U bevestigt één uiteinde van de ketting aan het daar-
voor bestemde oog of de greep van de pomp
•
Het andere uiteinde bevestigt u aan het hijswerktuig.
•
Span de ketting en til de pomp langzaam en gecon-
troleerd op.
•
Zwenk de pomp vervolgens boven de bedrijfsruimte
en laat hem voorzichtig zakken.
•
Laat de pomp tot aan het werkpunt zakken en contro-
leer of de pomp stabiel staat.
•
Verwijder de ketting uit het hijswerktuig en bevestig
deze aan de kettingzekering, die zich aan de boven-
rand van de bedrijfsruimte bevindt. Zo is gewaarborgd
dat de ketting niet in de bedrijfsruimte kan vallen en
geen gevaar vormt voor personen.
5.4. Inbedrijfstelling
Dit hoofdstuk bevat alle belangrijke instructies voor het
bedieningspersoneel voor een veilige inbedrijfstelling en
bediening van de machine. Het is van belang dat de vol-
gende gegevens worden aangehouden en gecontroleerd:
•
Opstellingswijze
•
Bedrijfswijze
•
Minimale afdekking door water/Max. dompeldiepte
Содержание H802
Страница 19: ...DEUTSCH 19 Notizen Notes...
Страница 35: ...English 35 Notizen Notes...