6 AFVOERLEIDING
6.1 ALGEMENE INFORMATIE
!
L E T O P
•
Maak geen helling omhoog of verhoging voor de afvoerleiding, omdat
dan afvoerwater terugvloeit in de unit en water in de ruimte lekt
wanneer de unit wordt uitgeschakeld.
-
FOUT
Fout: gedeelte loopt omhoog
Fout: helling omhoog
•
Sluit de afvoerleiding niet aan op rioolleidingen of andere
afvoerleidingen.
•
Wanneer de gemeenschappelijke afvoerleiding wordt aangesloten
op andere binnenunits, moet de aansluitpositie van elke binnenunit
hoger liggen dan de gemeenschappelijke leiding. De leiding van de
gemeenschappelijke aftapleiding moet groot genoeg zijn voor de
grootte van de unit en het aantal units.
-
GOED
Pompsysteem
Gemeenschappelijke afvoerleiding (VP30)
(neerwaartse helling)
Vinylchloride-leiding (VP25)
Min. 100 mm
(hoger indien mogelijk)
Afvoerleiding aan kant
van unit
Deze afvoerleiding
moet gescheiden
zijn van andere
leidingen.
Helling omlaag
1% tot 4%
•
De afvoerleiding moet worden geïsoleerd als de afvoer wordt
geïnstalleerd op een locatie waar condens kan vallen dat zich heeft
gevormd op de buitenkant van de afvoerleiding en schade kan
veroorzaken. De afvoerleiding moet zodanig zijn geïsoleerd, dat geen
dampen kunnen ontsnappen en dat er geen condens wordt gevormd.
•
Naast de binnenunit moet een zwanenhals worden geïnstalleerd.
Deze zwanenhals moet op basis van goede ervaringen worden
ontworpen en gecontroleerd (gevuld) met water en getest op een
juiste doorvoer. Bind of klem de afvoerleiding niet samen met de
koudemiddelleiding.
?
O P M E R K I N G
•
Installeer de afvoer in overeenstemming met de nationale en lokale
bepalingen.
•
Let bij het aanbrengen van isolatie op de dikte van het isolatiemateriaal.
Als het materiaal te dik is, kunt u de leiding niet in de unit plaatsen.
•
Als er te veel ruimte is tussen de aansluiting van de afvoerpijp en
de afvoerslang, voeg dan een afdichtingsmateriaal toe tussen beide
delen om de afvoerslang te laten passen en niet te vervormen.
Nadat u de afvoerleiding en de elektrische bedrading heeft
aangelegd, controleert u of de waterdoorvoer verloopt aan de
hand van de volgende procedure:
RPIH Controleren met de standaardafvoer
(afvoerpomp)
• Schakel de netvoeding in.
• Vul het afvoergedeelte met ongeveer 1,2 liter water.
De vlotter stopt het water vervolgens automatisch. De
afvoerpomp stopt hierbij niet.
• Schakel na afloop de netvoeding uit.
AFVOERLEIDING
PMML0529 rev.1 - 02/2021
108