9.4 WATERREGELING
De kwaliteit van het water moet gecontroleerd worden
op pH, elektrisch geleidend vermogen, ammoniak-ionen,
zwavel en andere stoffen. Hieronder vindt u de aanbevolen
standaardkwaliteit voor water.
Item
Systeem voor gekoeld
water
Aanwezigheid
(1)
Circulerend
water (20ºC
minder dan)
Toevoer-
water
Corrosie Kalkaan-
slag
Standaardkwaliteit
pH (25 °C)
6,8 ~ 8,0
6,8 ~ 8,0
Elektrische geleiding
(mS/m) (25 °C)
{µS/cm} (25 °C)
(2)
Minder dan 40
Minder dan
400
Minder
dan 30
Minder
dan 300
Chlorine-ion
(mg CI
¯
/I)
Minder dan 50
Minder
dan 50
Zwavelzuur-ion
(mg H
2
SO
4
¯
/I)
Minder dan 50
Minder
dan 50
Zuurverbruik (pH 4,8)
(mg CaCO
3
/I)
Minder dan 50
Minder
dan 50
Totale hardheid
(mg CaCO
3
/I)
Minder dan 70
Minder
dan 70
Kalkhardheid
(mg CaCO
3
/I)
Minder dan 50
Minder
dan 50
Silica L (mg SIO
2
/I)
Minder dan 30
Minder
dan 30
Referentiekwaliteit
Totaal ijzezr
(mg fe/I)
Minder dan 1,0 Minder
dan 0,3
Totaal koper
(mg Cu/I)
Minder dan 1,0 Minder
dan 0,1
Zwavel-ion (mg S
2¯
/I)
Mag niet worden
gedetecteerd
Ammonium-ion
(mg NH
4
+
/I)
Minder dan 1,0 Minder
dan 0,1
Overblijvende chloor
(mg CI/I)
Minder dan 0,3 Minder
dan 0,3
Drijvende koolzuur
(mg CO
2
/l)
Minder dan 4,0 Minder
dan 4,0
Stabiliteitsfactor
6,8 ~ 8,0
-
?
O P M E R K I N G
• (1) De markering “ ” in de tabel geeft aan dat er kans bestaat op
corrosie of kalkaanslag.
• (2) De waarden tussen “
{}
” dienen slechts als referentie gebaseerd
op de vorige unit.
9.5 AANSLUITING VAN DE WATERLEIDING
Locatie van de leiding en de afmetingen van de
aansluiting
De unit wordt vanuit de fabriek geleverd met twee afsluitkleppen
voor aansluiting op de waterinlaat- en uitlaatleidingen.
Raadpleeg de volgende afbeelding voor de locatie van de
waterleidingen, de afmetingen en de aansluitmaten.
Waterinlaat
Wateruitlaat
Beschrijving
Aansluitmaat
Waterinlaat
Rp1”
Wateruitlaat
Rp1”
9.6 WATERLEIDINGEN OPHANGEN
Ondersteun de waterleidingen op bepaalde punten en voorkom
dat ze in direct contact komen met het gebouw: muren, plafonds
enz.
Als er direct contact tussen de leidingen bestaat, kunnen er
vreemde geluiden hoorbaar zijn vanwege trillingen in de leiding.
Let vooral op bij korte leidingen.
Zet de waterleidingen niet rechtstreeks vast met metalen
montagemateriaal (de koelmiddelleiding kan namelijk uitzetten
en krimpen).
Hieronder ziet u enkele voorbeelden van bevestigingsmethoden.
Voor het ophangen
van zwaar materiaal
Voor leidingen
tegen de muur
Voor directe
installatie
10 ELEKTRISCHE EN
BESTURINGSINSTELLINGEN
10.1 ALGEMENE CONTROLE
•
Controleer of de stroomvoorziening aan de volgende eisen
voldoet:
-
Het vermogen van de elektrische installatie is voldoende
groot om te voldoen aan de vraag van het YUTAKI-systeem
(buit warmwaterketel (indien van toepassing)).
-
De voedingsspanning ligt binnen ±10% van de nominale
spanning.
-
De impedantie van de voedingskabel is zo laag, dat
de spanningsval niet meer dan 15% van de nominale
spanning bedraagt.
ELEKTRISCHE EN BESTURINGSINSTELLINGEN
PMML0506 rev.2 - 01/2021
196