Nederlands
55
LET OP
○
Controleer of het mesblad correct gemonteerd is voordat u aan
het werk gaat.
○
Als uw machine is voorzien van een beschermkap onder het
mesblad, controleer deze dan op slijtage en scheuren voordat
u aan het werk gaat. Als er slijtage of beschadiging wordt
vastgesteld, moet de beschermkap worden vervangen omdat
dit een slijtage-onderdeel is.
○
Draag handschoenen bij het omgaan met het mesblad.
WAARSCHUWING
Voor Hitachi koppen mogen uitsluitend
fl
exibele, niet-metalen
koorden worden gebruikt die door de fabrikant worden
aanbevolen. Gebruik nooit snoeren of draden. Deze kunnen
breken en zo een gevaarlijk projectiel worden.
BEDIENING
Brandstof (Afb. 18)
WAARSCHUWING
○
Deze zeis heeft een tweetaktmotor. Gebruik daarom altijd
mengsmering, oftewel benzine gemengd met olie.
Zorg voor een goede ventilatie wanneer u tankt of omgaat met
brandstof.
○
Brandsto
ff
en zijn uiterst licht ontvlambaar en u kunt ernstig
persoonlijk letsel oplopen door de dampen in te ademen of
brandstof op lichaamsdelen te morsen. Wees altijd voorzichtig
en blijf goed opletten bij de omgang met brandstof. Zorg altijd
voor een goede ventilatie wanneer u brandstof binnen een
gebouw gebruikt.
Brandstof
○
Gebruik altijd 89 octaan loodvrije merkbenzine.
○
Gebruik echte tweetaktbrandstof of een benzine-oliemengsel
van 25:1 tot 50:1; raadpleeg voor de juiste verhouding de
verpakking van de tweetaktolie in kwestie of een o
ffi
cieel Hitachi
servicecentrum.
○
Als er geen echte tweetaktbrandstof beschikbaar is, gebruik
dan een kwaliteitsolie die uitdrukkelijk geschikt is voor gebruik
in luchtgekoelde tweetaktmotoren (JASO FC GRADE OIL of ISO
EGC GRADE). Gebruik geen BIA of TCW (voor watergekoelde
tweetaktmotoren) mengolie.
○
Gebruik geen multigrade olie (10 W/30) of afgewerkte olie.
○
Meng de benzine en de olie in een aparte, schone jerrycan.
Vul de jerrycan met de helft van de hoeveelheid benzine die u
gaat gebruiken. Voeg de volledige hoeveelheid olie toe. Meng het
benzine-oliemengsel (schudden). Voeg tenslotte de resterende
hoeveelheid benzine toe.
Meng (schud) het brandstofmengsel nog eens goed voor u het in de
tank doet.
Tanken
WAARSCHUWING
○
Schakel altijd eerst de motor uit voor u gaat tanken.
○
Maak de tank voorzichtig open om eventueel onder druk
staande gassen te laten ontsnappen.
○
Draai na het tanken de dop weer goed op de tank.
○
Ga met de zeis minstens 3 meter van de plek waar u getankt
heeft vandaan voor u de motor probeert te starten.
○
Was eventueel op uw kleding gemorste brandstof er
onmiddellijk uit met zeep of een wasmiddel.
○
Controleer of er nergens brandstof lekt na het tanken.
Maak voor u gaat tanken de tankdop en omstreken netjes schoon
zodat er geen vuil in de tank kan vallen. Zorg ervoor dat de
brandstof goed gemengd is door voor het tanken de jerrycan goed
te schudden.
Starten
LET OP
Voordat u de motor start, moet u controleren of het
snoeigedeelte niets aanraakt,
1. Zet de contactschakelaar (24) naar voorwaarts, weg van de
stopstand. (
Afb. 19
)
*
Druk enkele malen op de injectiepomp (25) zodat de
brandstof door de terugloopleiding (26) stroomt. (
Afb.
20
)
2. Zet de chokehendel (27) in de stand START (gesloten) (A).
(
Afb. 21
)
3. Trek stevig aan de trekstarter en let erop dat u de handgreep
goed vast blijft houden en de trekstarter niet laat terugschieten.
(
Afb. 22
)
4. Als u hoort dat de motor gaat aanslaan, zet u de chokehendel
terug in de stand START (open) (B). Trek vervolgens nog eens
kort aan de trekstarter.
OPMERKING
Herhaal de stappen 2 t/m 4 als de motor niet start.
5. Laat de motor daarna 2
–
3 minuten opwarmen voor u met de
werkzaamheden begint.
6. Controleer of het snijgereedschap niet draait wanneer de motor
stationair loopt.
Maaien (Afb. 23
–
26)
○
Wanneer u maait, laat de motor dan met een toerental van meer
dan 6500 min
-1
. Als de motor langdurig met een lager toerental
draait, kan de koppeling vroegtijdig slijten.
○
Maai het gras van rechts naar links.
○
Als het draaiende mes tegen een hard voorwerp botst, kan het
plotseling wegspringen.
Hierdoor kan een gevaarlijke situatie ontstaan waardoor de
machine en ook de bediener weggeslingerd kunnen worden.
Deze reactie heet “messlingering”. De bediener kan de controle
over de machine verliezen met ernstig of zelfs fataal letsel tot
gevolg. Messlingering komt meestal voor op plaatsen waar het
te snijden materiaal moeilijk te zien is.
○
Draag de gordel zoals afgebeeld (indien aanwezig). Het
mesblad draait tegen de klok in, dus voor een goed resultaat
adviseren wij u om de machine van rechts naar links te
bewegen. Houd omstanders op een afstand van minstens 15
meter.
○
Gebruik uitsluitend in overeenstemming met de plaatselijk
geldende wetten en regels.
OPMERKING
In geval van nood drukt u op de noodknop of trekt u aan de
noodklep (indien aanwezig). (
Afb. 25
)
WAARSCHUWING
Als het snijgereedschap tegen stenen of ander afval
stoot, moet u de motor stopzetten en controleren of het
snijgereedschap en de bijbehorende onderdelen niet
beschadigd zijn. Als er gras of twijgjes in het snijgereedschap
vastzitten, zet u de motor stop en verwijdert dan het gras of de
twijgjes.
Stoppen (Afb. 27)
Verlaag het motortoerental, laat de motor enkele minuten onbelast
draaien en schakel dan de contactschakelaar (24) uit.
WAARSCHUWING
Snijgereedschap kan verwondingen veroorzaken omdat het
nog draait nadat de motor is gestopt of de vermogensregeling
uit is. Wanneer de machine uit wordt gezet, moet u controleren
of het snijgereedschap inderdaad helemaal gestopt is voor u de
machine neerzet.
Semi-automatische snijkop
○
Wanneer u maait, laat de motor dan met een toerental van meer
dan 6500 min
-1
. Als de motor langdurig met een lager toerental
draait, kan de koppeling vroegtijdig slijten.
○
Maai het gras van rechts naar links.
000Book̲CG24EBSP̲WE.indb 55
000Book̲CG24EBSP̲WE.indb 55
2014/03/26 11:22:10
2014/03/26 11:22:10