NL
- 50 -
6. Bediening
6.1 Aan/Uit-schakelaar (
fi
g. 1/7)
Schakelaarstand 0: Uit
Schakelaarstand I: Normaal bedrijf
Schakelaarstand AUTO: Automatisch bedrijf
6.2 Droogzuigen
Gebruik voor het droogzuigen het vouw
fi
lter (24)
(zie punt 5.2). Bij het opzuigen van bijzonder ster-
ke vervuilingen kan bovendien de vuilopvangzak
(27) worden gemonteerd (zie punt 5.3).
Let er altijd op dat het
fi
lter goed is bevestigd!
6.3 Natzuigen
Gebruik voor het natzuigen het schuimstof
fi
lter
(25) (zie punt 5.2).
Let er wel altijd op dat het
fi
lter goed vastzit!
Wateraftapplug (
fi
g. 1/11)
Om het reservoir (10) bij het natzuigen gemakke-
lijker te kunnen leegmaken is dit voorzien van een
wateraftapplug (11). Wateraftapplug (11) tegen de
klok in opendraaien en vloeistof a
fl
aten.
Bij het natzuigen gaat de veiligheidsvlotterklep
(
fi
g. 2/21) dicht, zodra het maximale vulniveau
aan het reservoir is bereikt. Daarbij verandert het
aanzuiggeluid van het apparaat, het wordt luider.
Schakel dan het apparaat uit en maak het reser-
voir leeg.
Gevaar!
De nat-/droogzuiger is niet geschikt voor het op-
zuigen van brandbare vloeisto
ff
en! Gebruik voor
het natzuigen alleen het meegeleverde schuim-
stof
fi
lter!
6.4 Automatisch bedrijf (
fi
g. 1)
Sluit de netkabel van uw elektrisch gereedschap
aan op het automatische stopcontact (4) en ver-
bind de zuigslang (9) met de stofafzuigaansluiting
van uw elektrisch gereedschap. Let er wel op dat
de gereedschappen goed vastzitten en luchtdicht
verbonden zijn.
Voor de aansluiting van de zuigslang (9) aan het
elektrisch gereedschap kan de meegeleverde
adapter voor elektrisch gereedschap (
fi
g. 3/22)
worden gebruikt. Plaats de adapter hiervoor tus-
sen de zuigslang en de afzuigaansluiting van het
elektrisch gereedschap.
Zet de schakelaar (7) van de nat-/droogzuiger
in stand AUTO, automatisch bedrijf. Zodra u het
elektrisch gereedschap inschakelt, begint de nat-/
droogzuiger te werken. Als u uw elektrisch ge-
reedschap uitzet, dan wordt de nat-/droogzuiger
na een vooringestelde vertraging uitgeschakeld.
6.5 Blazen
Verbind de zuigslang (
fi
g. 1/9) met de blaasaans-
luiting (
fi
g. 2/19) van de nat-/droogzuiger.
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Gevaar!
Als de netaansluitleiding van dit apparaat be-
schadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwali
fi
ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
8. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
8.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil.
•
Het is aan te bevelen het toestel onmiddellijk
na elk gebruik schoon te maken.
8.2 Schoonmaken van de kop (
fi
g. 1/5) van
het apparaat
Maak het toestel regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep schoon. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofdelen van het apparaat kunnen aantas-
ten.
8.3 Schoonmaken van de container
(
fi
g. 1/10)
De container kan naargelang de vervuiling wor-
den schoongemaakt met een vochtige doek en
wat zachte zeep of onder stromend water.
Anl_H_NT_30_Inox_SPK7.indb 50
Anl_H_NT_30_Inox_SPK7.indb 50
19.02.2018 14:47:10
19.02.2018 14:47:10