![Hawker MotionLine Скачать руководство пользователя страница 14](http://html1.mh-extra.com/html/hawker/motionline/motionline_installation-and-operation-manual_2109442014.webp)
Installatie- en bedienungsinstructies
Lader voor tractiebatterijen
NL
8
v01r0
Bediening
Gebruiksdoeleinde
Laders van het type mogen uitsluitend worden gebruikt voor het laden van voertuigbatterijen. Gesloten batterijen met vloeibaar elektrolyt
kunnen worden geladen.
z
Neem de gebruiksaanwijzing van de batterij in acht !
Batterij aansluiten en laden
Explosiegevaar!
z
Bij het laden van batterijen kunnen er explosieve gassen ontstaan. Zorg daarom voor een goede ventilatie. Open het
trogdeksel of batterijcompartiment tijdens het laadproces.
z
Niet roken in de directe omgeving van de lader en de batterij.
z
Vermijd open vuur en vonkvorming.
•
Verbind de laadstekker met de batterijstekker.
•
Bij aanwezigheid van netspanning en een aangesloten batterij wordt de lader na een inschakelvertraging van ca. 8 sec automatisch
ingeschakeld.
LED (1)
is “AAN“.
z
Blijft de batterij na de lading aangesloten aan de lader dan wordt er automatisch op de onderhouds- en vereffeningslading
overgeschakeld.
•
De microprocessor in de laadautomaat regelt het laadproces en meet de ampere-uren ingeladen in de batterij om de lading op het juiste
moment te kunnen beëindigen
• Nadat de batterij volledig is geladen, wordt de lader automatisch uitgeschakeld.(einde lading), LED (3) „100% geladen“ is “AAN”
z
Blijft de batterij na de lading aangesloten aan de lader dan wordt er automatisch op de onderhouds- en vereffeningslading
overgeschakeld
•
De laadconservering compenseert het eigen verlies van de batterij.
•
De vereffeningslading zorgen voor een zelfs vracht uitreiking hierine de batterij cellen.
Onderbreking van de lading
Explosiegevaar!!
z
De laadstekker mag nooit tijdens het laden uitgetrokken worden om elektrische vonkvorming te vermijden.
z
Het gevaar bestaat dat de batterij in de gassingsfase is, waardoor er knalgas zou kunnen ontstaan dat bij een
vonkvorming mogelijk zelfs tot een explosie zou kunnen leiden.
Indien het echter noodzakelijk is om de lading te onderbreken, dan moet men de volgende richtlijnen volgen:
1. Druk op de Stop-toets (6) om het laadproces te stoppen (alle LED’s zijn “UIT” )
2.
Koppel de laadstekker tussen de lader en de batterij.
Met een druk op de STOP-toets (5) kan, bij een aangesloten batterij, het laadproces onderbroken worden. Door nogmaals op de
STOP-toets te drukken wordt het laadproces weer geactiveerd.
Laadtijd
De Laadtijd is afhankelijk van de capaciteit, de ladingtoestand van de batterij en de beginlaadstroom van de lader
Veiligheidsuitschakeling
Indien het laadproces niet op correcte wijze kan worden beëindigd t.g.v. een storing in de batterij of het net, dan wordt de lading via meerdere
tijdgestuurde beveiligingen gestopt.
De LED (5)
Storing is “AAN
Indicators / Stop-toets
•
LED (1)
Lading Aan: Het laadtoestel is in bedrijf.
•
LED (2)
80% geladen: de nalading is begonnen
•
LED (3)
100% geladen, de batterij is volgeladen
•
LED (4)
er worden diffusie-impulsen geladen
•
LED (5)
Storing (zie troubleshooting)
•
STOP-toets (6)
onderbreekt de laadcyclus.
Troubleshooting (Foutcode)
LED-indicatie
Oorzaak / betekenis
wat moet gedaan worden?
Batterijspanning is bij het aansluiten lager dan
1.5V/cel. Er wordt gewacht totdat de batterijspanning
hoger is dan 1.75/cel en daarna wordt er geladen.
Batterij was te sterk ontladen. Vermijd te sterk ontlading; of
nominale batterij- spanning te klein.
Batterijspanning is bij het aansluiten hoger dan 2.4
V/cel. Er wordt gewacht totdat de Batterijspanning
<2.4V/cel is en dan wordt er geladen
Batterij is zojuist geladen, wachten, of nominale
batterijspanning te hoog.
Gereed om te laden, geen netspanning
Een elektrotechnicus of service oproepen.
De LED(5) „Storing“
licht op
Batterijspanning is na 60 min. nog minder dan
2.0 V/cel.
Batterij laten controleren.
De LED(5) „Storing“en
de LED(3) „100%“
lichten op
Veiligheidscontrole:
De laattijd tot het bereik van de gasspanning
isoverschreden
De batterij laten
controleren.
alle LED’s knipperen
Systeemfout
De lader is defect, service oproepen.
Onderhoud
Bij onderhoudswerken moeten de plaatselijke voorschriften nageleefd worden.
Voor de lader bestaan geen speciale onderhoudsvoorschriften voor de elektrische componenten.
De lader moet afhankelijk van de bedrijfstijd en de vervuiling in passende intervallen gecontroleerd en gereinigd worden.
z
Gevaarlijke elektrische spanning. De lader mag alleen door een elektrische vakman geopend worden.
z
Voor onderhoudswerken moet de lader van net en batterij ontkoppeld worden !