Een monster-ID gebruiken
Het monster-ID-label wordt gebruikt om metingen aan een bepaald
monster of een bepaalde locatie toe te wijzen. Daarna bevatten alle
opgeslagen gegevens deze id.
1.
Ga naar
INSTELLINGEN>Monster-id
in het afleesscherm.
2.
Een gebruikers-ID selecteren, maken of verwijderen.
Optie
Omschrijving
Huidige ID
Selecteer een monster-ID uit een lijst. Totdat een andere
ID wordt geselecteerd, wordt de huidige ID aan de
monstergegevens toegewezen.
Een nieuwe ID
maken
Voer een naam in voor een nieuwe monster-ID. Er kunnen
maximaal 10 namen worden ingevoerd. De monsters
worden op volgorde genummerd voor elke meting totdat
een andere ID wordt geselecteerd (bijv. Pond 1, Pond 2).
Id wissen
Verwijder een bestaande monster-ID.
Een meting uitvoeren
Voor het voltooien van een meting zijn basismeetstappen nodig. Elke
methode heeft een stap voor stap procedure. Raadpleeg de betreffende
methode om een specifieke test uit te voeren. Hierna volgt een
voorbeeld van een basisprocedure voor het voltooien van een meting.
1.
Selecteer het betreffende programma in het programmamenu (bijv.
Opgeslagen programma's, Gebruikersprogramma's, Favorieten).
2.
Installeer de kuvetadapter, indien nodig.
3.
Druk op
Starten
om het programma te starten.
4.
Bereid de blanco voor op basis van het methodedocument. Sluit het
monsterkuvet en reinig de optische vlakken van het monsterkuvet
met een stofvrije doek.
5.
Plaats de blanco in de meetschacht. Zorg dat de blanco in de
correcte en een consistente richting wordt geplaatst, zodat de
resultaten beter reproduceerbaar en nauwkeuriger zijn. Raadpleeg
op pagina 127.
6.
Sluit de kap van het apparaat om interferentie door licht te vermijden.
Raadpleeg
op pagina 128.
7.
Druk op
Nulstellen
. Het display toont een concentratie van nul (bijv.
mg/l, ABS, µg/l).
8.
Bereid het monster voor. Voeg reagentia toe zoals in het
methodedocument is aangegeven.
9.
Ga naar
Opties>Timer starten
om de opgeslagen timers in het
programma te gebruiken.
10.
Sluit het monsterkuvet en reinig de optische oppervlakken van het
kuvet met een stofvrije doek.
11.
Plaats het monster in de meetschacht. Zorg dat het monsterkuvet in
de correcte en een consistente richting wordt geplaatst, zodat de
resultaten beter reproduceerbaar en nauwkeuriger zijn. Raadpleeg
op pagina 127.
12.
Sluit de kap van het apparaat om interferentie door licht te vermijden.
Raadpleeg
op pagina 128.
13.
Druk op de toets
Lezen
. Het display toont de resultaten in de
geselecteerde eenheden.
Gegevenslogboek
De datalog toont alle opgeslagen waarden. Ga naar
HOME>Opties>Datalogger
om de waarden te bekijken. Raadpleeg
op pagina 135 voor informatie over het exporteren
van datalogs.
132
Nederlands