190
2.4 Afmetingen
Zie afmetingen aan het eind van deze instructies.
Alle afmetingen staan vermeld in mm.
3. Installatie
3.1 Veiligheidsinstructies
• De vloeistof staat onder druk en kan gevaarlijk
zijn.
• Het werken met chemicaliën dient volgens de in
Nederland/België geldende voorschriften en re-
gels plaats te vinden (draag bijv. veiligheidskle-
ding).
• Voordat u met werkzaamheden aan de doseer-
pomp en systeem begint, dient u er zeker van te
zijn dat de voedingsspanning naar de pomp is uit-
geschakeld, en niet per ongeluk kan worden inge-
schakeld. Alvorens de voedingsspanning weer in
te schakelen dient u zich ervan te overtuigen dat
de doseerleiding zodanig is gepositioneerd, dat er
geen achtergebleven chemicaliën in de pompkop
uitgestoten kunnen worden die letsel aan perso-
nen kunnen veroorzaken.
• Indien de ontluchtingsklep wordt gebruikt, moet
hierop een slang worden aangesloten, die terug-
voert naar de tank.
• Alvorens van chemicaliën te wisselen dient u te
controleren of de materialen in de doseerpomp en
het systeem tegen de nieuwe chemicaliënsoort
bestand zijn. Wanneer er een chemische reactie
zou kunnen ontstaan door contact tussen de twee
chemicaliënsoorten, dient de pomp en het sys-
teem eerst grondig te worden gereinigd alvorens
de nieuwe chemicaliën toe te voegen.
Handel daarbij als volgt:
Plaats de zuigslang in water en druk op de
-
toets totdat alle achtergebleven chemicaliën ver-
wijderd zijn.
N.B.: Indien de toetsen
en
gelijktijdig wor-
den ingedrukt, kan de pomp ingesteld worden om
gedurende een specifiek aantal seconden op de
maximale capaciteit te werken. Het resterend aan-
tal seconden verschijnt op het display. De maxi-
maal instelbare waarde is 300 seconden.
3.2 Installatie omgeving
• Blootstelling aan direct zonlicht dient te worden
vermeden. Dit geldt in het bijzonder voor pompen
met kunststof pompkoppen, aangezien dit materi-
aal door zonlicht kan worden aangetast.
• Indien de pomp buiten wordt geïnstalleerd, is een
behuizing of soortgelijke bescherming vereist om
de pomp te beschermen tegen regen weersinvloe-
den.
3.3 Installatie van de pomp
• Raadpleeg eveneens het installatievoorbeeld in
paragraaf 3.4.
• N.B.: De pompkop kan water bevatten van de fa-
briekstest. Indien een vloeistof die niet met water
in contact mag komen gedoseerd moet worden, is
het raadzaam de pomp eerst een andere vloeistof
te laten verpompen, om het water te verwijderen
alvorens tot installatie over te gaan.
• N.B.: Na 2 tot 5 bedrijfsuren de bouten van de
pompkop natrekken (aantrekkoppel 5 Nm).
• Installeer de pomp altijd op de voetplaat met zuig-
en persaansluitingen in de verticale positie.
• Monteer de kunststofonderdelen te allen tijde met
daartoe bestemde gereedschappen. Draai de on-
derdelen nooit te vast aan.
• Zorg ervoor dat de doseerpomp en het systeem
zodanig zijn ingericht, dat er in geval van pomp-
lekkage of een breuk in de slangen/leidingen geen
schade kan optreden aan de systeemapparatuur
en installatieruimte. Het is raadzaam uit voorzorg
lek afvoerleidingen en lekbakken te installeren.
• Overtuig u ervan dat het membraanbreuk indicatie
aansluiting in de pompkop naar beneden is ge-
richt.
N.B.: Het is belangrijk de afvoerleiding (als deze
is aangesloten op de indicatie aansluiting) niet in
de reservoir-inhoud onder te dompelen, omdat an-
ders gassen de pomp kunnen binnendringen.
Afb. 1
100%
100%
TM
01
84
20
50
99
Lekindicatie/aftap
Содержание DME 12
Страница 1: ...DME A 2 48 l h GRUNDFOS INSTRUCTIONS Installation and operating instructions ...
Страница 291: ...291 ...
Страница 293: ...293 TM01 9976 3500 14 13 2 4 5 6 7 8 10 11 12 3 9 15 18 ...
Страница 296: ...296 ...