Lekkage-waarschuwingsapparaat Type LWG 2000
artikelnr. 15 073 56 d
11 / 16
FUNCTIETEST
Door indrukken en vasthouden van de toets “Prüfen [Testen]” kan de werking van het alarm in
de bewakingsmodus worden gecontroleerd. De rode led “Alarm” en het akoestische alarm
gaan aan. Na het loslaten van de toets gaat de alarmmelding uit.
Functietest 1
In het kader van INBEDRIJFSTELLING en ONDERHOUD moet de alarmfunctie in de
bewakingsmodus worden gecontroleerd. Tot deze controle behoort het simuleren van een
lekkage.
•
Druk de toets “Prüfen [Testen]” in en houd deze ingedrukt.
•
Alarmmelding: zoals beschreven onder BEDIENING.
•
Na het loslaten van de toets gaat de alarmmelding uit.
Functietest 2
In het kader van INBEDRIJFSTELLING en ONDERHOUD moet de werking van het alarm
daarnaast worden gecontroleerd door een lekkage te simuleren.
•
Verwijder de aangesloten sonde en eventueel de retentie-installatie.
•
Dompel de sonde in water.
•
Alarmmelding: zoals beschreven onder BEDIENING.
•
Wrijf de sonde droog en plaats hem (terug) in de retentie-installatie.
Functietest 3
In het kader van ONDERHOUD moet de werking van het alarm worden getest door een
kortsluiting te simuleren.
Levensgevaar door elektrische schok!
Elektrische schok door aanraken van delen onder spanning.
•
Schakel de voedingsspanning uit.
•
Neem het deksel van de behuizing van de indicator.
•
Overbrug de klemmen “Sensor” elektrisch.
•
Schakel de voedingsspanning in.
•
Alarmmelding: zoals beschreven onder BEDIENING.
•
Schakel de voedingsspanning weer uit.
•
Verwijder de brug van de klemmen “Sensor”.
•
Schroef het deksel weer op de behuizing van de indicator.
•
INBEDRIJFSTELLING.
Functietest 4
In het kader van ONDERHOUD moet de werking van het alarm worden getest door een
stroomonderbreking te simuleren.
Levensgevaar door elektrische schok!
Elektrische schok door aanraken van delen onder spanning.
•
Schakel de voedingsspanning uit.
•
Neem het deksel van de behuizing van de indicator.
•
Maak bij één klem “Sensor” de verbindingskabel tussen de indicator en de sonde los.
•
Schakel de voedingsspanning in.
•
Alarmmelding: zoals beschreven onder BEDIENING.
•
Schakel de voedingsspanning weer uit.
•
Sluit de verbindingskabel tussen de indicator en de sonde bij de losgemaakte klem “Sensor”
weer aan.
•
Schroef het deksel weer op de behuizing van de indicator. INBEDRIJFSTELLING.